De informatie in dit artikel is van toepassing op:
- Microsoft Windows XP Professional Edition
- Microsoft Windows XP Home Edition
Samenvatting
In dit artikel wordt beschreven hoe u een statische client kunt configureren voor Internet-verbinding delen (ICS). Interne clients worden door Windows XP ICS automatisch zodanig geconfigureerd dat ze toegang hebben tot het Internet via ICS. Het is echter mogelijk dat u een host, zoals een server, statisch moet configureren in plaats van de host dynamisch te laten instellen. U kunt de host alleen goed configureren met statische instellingen als u gegevens opgeeft voor de omzetting van het IP-adres en de hostnaam. Daarnaast moet u de ICS-host (de computer met Windows XP waarop ICS wordt uitgevoerd) configureren met de naam van de client, zodat de naamomzetting goed werkt.Meer informatie
Gebruik de volgende algemene stappen om een statische client te configureren in het particuliere ICS-netwerk:
- Voeg een geldig particulier IP-adres voor ICS toe aan de client.
- Configureer de standaardgateway als 192.168.0.1.
- Configureer de voorkeurs-DNS-server als 192.168.0.1.
- Voeg MSHOME.NET toe als het DNS-achtervoegsel op de client.
- Voeg een vermelding voor de client toe aan het Hosts-bestand op de ICS-host met Windows XP. Gebruik hierbij clientnaam.MSHOME.NET als de naam.
Deze stappen worden verderop in het artikel uitvoeriger beschreven.
Windows XP ICS gebruikt het particuliere netwerk 192.168.0.x om dynamisch adressen toe te wijzen aan clients. Daarnaast worden op de ICS-host de namen bijgehouden van interne clients om het proces van naamomzetting mogelijk te maken. In het vervolg van dit artikel wordt aandacht besteed aan het statisch configureren van een ICS-client. Hierbij wordt rekening gehouden met de twee factoren hierboven.
Het IP-adres configureren
Wanneer u een adres selecteert voor de statisch geconfigureerde interne host, is het raadzaam een adres te kiezen dat nog niet is toegewezen aan een client. Wanneer ICS echter een IP-adres toewijst, verstuurt Windows XP een ARP-broadcast (Address Resolution Protocol) om te controleren of het adres nog niet in gebruik is in het netwerk. Als Windows XP een reactie ontvangt op de ARP-broadcast, wordt een nieuw adres geselecteerd en begint het proces opnieuw. Als u dus een adres kiest dat al in gebruik is in het netwerk, ontstaat er een tijdelijk probleem op het netwerk dat moet zijn opgelost voordat de client die het conflict veroorzaakt, een IP-adres aanvraagt. Het adres dat u selecteert voor de statisch geconfigureerde client, moet deel uitmaken van het 192.168.0.x-netwerk (bijvoorbeeld 192.168.0.100). De enige drie adressen in het netwerk die u niet mag gebruiken, zijn 192.168.0.0 (het netwerkadres), 192.168.0.1 (de ICS-host) en 192.168.0.255 (het broadcast-adres). U kunt een adres kiezen in het bereik 192.168.0.2 - 192.168.0.254.
De standaardgateway, DNS-server en hostnaam configureren
De ICS-clients moeten zodanig zijn ingesteld dat de ICS-host wordt gebruikt als standaardgateway en DNS-server. Hierdoor fungeert de ICS-host als een gateway naar het Internet voor de client en verzorgt de host het proces van naamomzetting voor de client. Met Windows XP ICS heeft de interne interface die wordt gebruikt door ICS, altijd het adres 192.168.0.1. U moet daarom de statische clients zodanig instellen dat ze dit adres gebruiken voor DNS (Domain Name System)- en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)-verzoeken.
Bovendien gebruikt Windows XP ICS altijd de domeinnaam MSHOME.NET. Als u dus een volledige hostnaam wilt opgeven voor een client, moet u de computernaam van de client gebruiken, gevolgd door '.MSHOME.NET'. 'COMPUTER1.MSHOME.NET' is bijvoorbeeld de volledige naam van een interne client met de naam COMPUTER1.
Een statische client configureren.
OPMERKING: in dit artikel wordt ervan uitgegaan dat op de clientcomputer Windows XP wordt uitgevoerd. De essentie van de procedure is voor alle besturingssystemen gelijk. De specifieke stappen kunnen echter per versie verschillen.
- Klik achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen en Netwerkverbindingen.
- Klik met de rechtermuisknop op de netwerkverbinding voor het particuliere ICS-netwerk en kies Eigenschappen.
- Open het tabblad Algemeen, klik op Internet-protocol (TCP/IP) in de lijst Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig en klik op Eigenschappen.
- Open het tabblad Algemeen en klik op Het volgende IP-adres gebruiken. Configureer de instellingen als volgt:
- IP-adres: het IP-adres dat u voor deze client hebt gekozen (bijvoorbeeld 192.168.0.100).
- Subnetmasker: 255.255.255.0
- Standaardgateway: 192.168.0.1
- Selecteer De volgende DNS-serveradressen gebruiken en typ 192.168.0.1 in het vak Voorkeurs-DNS-server.
- Klik op Geavanceerd en open het tabblad DNS.
- Typ MSHOME.NET in het vak DNS-achtervoegsel voor deze verbinding.
- Klik op OK.
- Klik op OK.
Noteer de naam van de computer voor gebruik in het proces van naamomzetting:
- Klik achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud en Systeem.
- Open het tabblad Computernaam.
- Noteer de vermelding op de regel 'Volledige computernaam'.
Onder de computernaam wordt het gedeelte tot aan, dus niet inclusief, de eerste punt in de naam op de regel 'Volledige computernaam' verstaan. Als de regel bijvoorbeeld 'COMPUTER1.' bevat, is de computernaam COMPUTER1 (zonder de punt). - Sluit alle geopende dialoogvensters.
Statische clients toevoegen aan het Hosts-bestand
Voltooi de statische configuratie door alle statische clients op te nemen in het Hosts-bestand op de ICS-host. Het Hosts-bestand versnelt het proces van naamomzetting en voorkomt het onnodig verzenden van query's naar DNS-servers op het Internet. Voor een inbelverbinding met het Internet heeft het toevoegen van statische clients aan het Hosts-bestand als voordeel dat er minder verkeer is waarvoor de Internet-verbinding moet worden gekozen.
- Start Windows Verkenner op de ICS-host met Windows XP en open de volgende map:
%SystemRoot%\System32\Drivers\Etc
- Deze map bevat twee belangrijke bestanden. Het bestand Hosts.ics wordt door ICS gebruikt voor het opslaan van informatie over dynamisch geconfigureerde clients. Het is beter dit bestand niet te wijzigen. U voorkomt zo verlies van connectiviteit of gegevens. Het Hosts-bestand (zonder bestandsnaamextensie) is het bestand waaraan u gegevens toevoegt van statisch geconfigureerde clients. Klik met de rechtermuisknop op het bestand Hosts en klik op Openen. Klik op Het programma in een lijst selecteren en klik op OK. Klik op Kladblok in de lijst met programma's en klik op OK. Kladblok wordt geopend met de inhoud van het Hosts-bestand.
- Het bestand bevat waarschijnlijk alleen de vermelding '127.0.0.1 localhost'. Plaats de invoegpositie op de eerste lege regel na de laatste vermelding.
- Gebruik de notatie van de voorgaande vermelding om eerst het IP-adres te typen van de statisch geconfigureerde client. Druk vervolgens op de TAB-toets en typ de volledige computernaam. Als het IP-adres van de statisch geconfigureerde client bijvoorbeeld 192.168.0.100 is en de naam van de host COMPUTER1, typt u deze vermelding:
192.168.0.100 COMPUTER1.MSHOME.NET
Druk tussen het IP-adres en de naam op TAB.
- Zorg dat er na de laatste vermelding twee lege regels staan door tweemaal op ENTER te drukken. Sla het bestand op en sluit Kladblok af.
De statisch geconfigureerde client kan nu deelnemen aan het ICS-netwerk.