Samenvatting
In dit artikel wordt beschreven hoe u een document kunt faxen vanuit een Windows-programma via de faxservice van Microsoft Windows XP.
Als u een faxbericht wilt verzenden in Windows XP, moet u eerst de faxservice inschakelen en configureren.
Als u meer informatie wilt over het inschakelen van de faxservice, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
306550 Procedure: De fax-service inschakelen en configureren
Voor meer informatie over het gebruik van de faxservice in Windows klikt u op de volgende artikelnummers in de Microsoft Knowledge Base:
306657 Procedure: een faxbericht verzenden in Windows XP
306662 Procedure: Een faxbericht ontvangen in Windows XP
306663 Procedure: Een gescand document of gescande afbeelding faxen
Terug naar beginEen document faxen vanuit een Windows-programma
In de volgende secties wordt beschreven hoe u een document als faxbericht verzendt vanuit een Windows-programma.
Terug naar beginHet document maken en afdrukken
- Start het gewenste programma, bijvoorbeeld Microsoft Word 2002, en maak hierin het document dat u als faxbericht wilt verzenden.
- Klik in het menu Bestand op Afdrukken.
- Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Fax in het vak Naam.
- Klik op Eigenschappen als u de eigenschappen van de fax wilt weergeven. Het dialoogvenster Faxvoorkeuren wordt weergegeven. Klik op de gewenste eigenschappen en klik op OK.
- Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK.
De wizard Fax verzenden wordt gestart.
Terug naar beginHet faxbericht maken en verzenden
- Klik in het dialoogvensterDe wizard Fax verzendenop Volgende.
- Typ in het dialoogvenster Gegevens van de geadresseerde de naam van de geadresseerde in het vak Aan, typ het faxnummer van de geadresseerde in het vakFaxnummeren klik op Volgende.
OPMERKING: als u het faxbericht naar meer dan een geadresseerde wilt verzenden, typt u de gegevens van de geadresseerden in de juiste vakken en klikt u op Toevoegen. De geadresseerde wordt dan weergegeven in de lijst en de vakken worden leeggemaakt zodat u gegevens voor overige geadresseerden kunt invoeren.
Wanneer u alle gewenste geadresseerden hebt toegevoegd, klikt u op Volgende. - Klik in het dialoogvensterFaxvoorblad voorbereidenop de gewenste sjabloon in het vakFaxvoorbladsjabloon.Als u de informatie op het voorblad wilt wijzigen, klikt u op de knop Gegevens van de afzender.
- Typ in het vak Onderwerpregel het onderwerp zoals u dat op het faxvoorblad wilt weergeven, typ in het vak Opmerking een opmerking voor het voorblad en klik op Volgende.
- Klik in het dialoogvenster Schema op het tijdstip waarop u het faxbericht wilt verzenden (bijvoorbeeld Nu).
- Typ in het vakWat is de faxprioriteit?op de gewenste prioriteit. Als u een hoge prioriteit kiest, wordt het faxbericht verzonden vöör andere faxberichten in het schema die een lagere prioriteit hebben. Klik op Volgende.
- Bevestig in het dialoogvensterDe wizard Fax verzendende instellingen en klik op Voltooien.
Terug naar beginDe status van het faxbericht weergeven
U kunt de status van het faxbericht weergeven in de Faxconsole. Ga hiervoor als volgt te werk:
- Klik op Start, wijs achtereenvolgens Alle programma's, Bureau-accessoires, Communicatie en Fax aan en klik op Faxconsole.
- Klik in het linkerdeelvenster op Fax (als deze optie nog niet is uitgevouwen).
- De map Binnenkomend bevat faxberichten die momenteel worden ontvangen.
- De map Postvak IN bevat faxberichten die al zijn ontvangen.
- De map Postvak UIT bevat faxberichten die gepland zijn voor verzending.
- De map Verzonden items bevat faxberichten die al zijn verzonden.
- Klik op de gewenste map in het linkerdeelvenster.
- Klik met de rechtermuisknop op het gewenste faxbericht in het rechterdeelvenster en klik op Eigenschappen.
- Bekijk op het tabblad Algemeen de regel Status. Als u klaar bent, klikt u op Sluiten.
Terug naar begin