Samenvatting

Een hardwareprofiel is een verzameling instructies waardoor Windows weet welke apparaten moeten worden gestart wanneer u de computer opstart of welke instellingen voor elk apparaat moeten worden gebruikt. Wanneer u Windows XP de eerste keer installeert, wordt een hardwareprofiel gemaakt dat Profiel 1 heet (bij laptopcomputers heet dit Profiel bij gekoppelde computer of Profiel bij niet-gekoppelde computer). Op alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd wanneer u Windows installeert, is standaard het hardwareprofiel Profiel 1 ingeschakeld. In dit artikel wordt beschreven hoe u hardwareprofielen instelt voor laptopcomputers waarop Windows XP is geïnstalleerd.


Terug naar begin

Hardwareprofielen configureren

Hardwareprofielen zijn vooral handig wanneer u een draagbare computer hebt. De meeste draagbare computers worden op diverse locaties gebruikt en door middel van hardwareprofielen kunt u bepalen welke apparaten er door uw computer worden gebruikt wanneer u van locatie verandert. U hebt bijvoorbeeld een profiel genaamd Basisstationconfiguratie om uw draagbare computer te gebruiken op een basisstation met hardwareonderdelen zoals een cd-rom-station en een netwerkadapter. U hebt wellicht een tweede profiel, genaamd Niet-gekoppelde configuratie, om uw draagbare computer te gebruiken in een hotel of een vliegtuig waar u geen netwerkadapter of cd-rom gebruikt, maar wel een modem.


Als zich meer dan een hardwareprofiel op uw computer bevindt, kunt u een standaardprofiel benoemen dat wordt gebruikt wanneer u de computer opstart. U kunt ook instellen dat Windows u vraagt welk profiel er moet worden gebruikt wanneer u de computer opstart. Nadat u een hardwareprofiel hebt gemaakt, kunt u Apparaatbeheer gebruiken voor het in- en uitschakelen van apparaten die zich in het profiel bevinden. Wanneer u een apparaat uitschakelt in een hardwareprofiel, worden de apparaatstuurprogramma's voor dat apparaat niet geladen wanneer u de computer met dat profiel opstart.


Terug naar begin

Hardwareprofielen voor laptopcomputers instellen

u moet zijn aangemeld als beheerder of als lid van de groep Administrators om deze procedure uit te voeren. Als de computer is verbonden met een netwerk, kan het zijn dat netwerkbeleidsinstellingen u verhinderen deze procedure te voltooien.


Hardwareprofielen instellen:

1. Klik achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud en klik op Systeem.
2. Klik op het tabblad Hardware op Hardwareprofielen.
3. Klik in het dialoogvensterBeschikbare hardwareprofielenop Gekoppeld profiel of Niet-gekoppeld profiel en klik vervolgens op Kopiëren.
4. Typ een naam voor het nieuwe hardwareprofiel en klik op OK.
5. Klik op het nieuwe profiel, klik op Eigenschappen, schakel het selectievakje Dit is een draagbare computerin en selecteer vervolgens de beste omschrijving voor het profiel (de koppelingsstatus voor het profiel).
6. Klik opDit profiel altijd als optie weergeven tijdens het starten van Windows.

Terug naar begin

Hardwareprofielen voor laptopcomputers gebruiken

Start de computer opnieuw op en kies het nieuwe profiel tijdens het opstartproces. Hierdoor wordt het nieuwe profiel (dat een duplicaat is van het oorspronkelijke profiel) tot het huidige profiel gemaakt; u kunt het profiel aanpassen door het in- en uitschakelen van apparaten. Gebruik Apparaatbeheer om de apparaten op te geven die moeten worden in- en uitgeschakeld voor dit profiel.


Apparaatbeheer starten:

1. Klik achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud en klik op Systeem.
2. Klik op het tabblad Hardware op Apparaatbeheer.

Als u het nieuwe profiel bijvoorbeeld wilt gebruiken voor zelfstandig gebruik, kunt u de netwerkadapter uitschakelen. Breid de categorie Netwerkadapters uit, klik met de rechtermuisknop op de adapter en klik op Eigenschappen. Selecteer in ApparaatgebruikDit apparaat niet gebruiken in huidig hardwareprofiel (uitschakelen).


Het standaardhardwareprofiel opgeven dat moet worden gebruikt wanneer u de computer opstart:

1. In het dialoogvensterBeschikbare hardwareprofielengebruikt u de pijlknoppen om het hardwareprofiel dat u als het standaardprofiel wilt gebruiken bovenaan in de lijst te zetten.
2. Klik onderSelectie van hardwareprofielenop een van de opties die aangeven hoe lang Windows moet wachten voordat het standaardhardwareprofiel automatisch wordt geladen.
3. Als u wilt dat het standaardhardwareprofiel automatisch wordt geladen zonder dat een lijst wordt weergegeven tijdens het opstartproces, klikt u op 0 in het dialoogvensterHet eerste profiel selecteren als ik niet binnennsecondenzelf een profiel heb geselecteerd. (Als u een ander hardwareprofiel wilt selecteren, drukt u op SPATIEBALK tijdens het opstartproces en kiest u een profiel uit de lijst).

Terug naar begin