Samenvatting

In dit artikel wordt stapsgewijs beschreven hoe u gecomprimeerde (of 'gezipte') mappen in Windows XP kunt maken of gebruiken. U kunt gecomprimeerde mappen gebruiken om bestanden op te slaan in een gecomprimeerde indeling die minder schijfruimte in beslag neemt dan normaal. U kunt deze bestanden zo nodig met een wachtwoord beveiligen.


Terug naar begin

Een gecomprimeerde map maken

U kunt op een van de volgende manieren een gecomprimeerde map maken.

• Open Deze computer:
  1. Dubbelklik op Deze computer en open de map waarin u de gecomprimeerde map wilt maken. Als u bijvoorbeeld een gecomprimeerde map in de hoofdmap van station C wilt maken, dubbelklikt u op Deze computer en dubbelklikt u vervolgens op station C om de hoofdmap te openen.
  2. Wijs in het menu Bestand de optie Nieuw aan en klik op Gecomprimeerde map.
  3. Typ een naam voor de nieuwe gecomprimeerde map en druk op ENTER. De nieuwe gecomprimeerde map wordt als een zip-pictogram weergegeven.
• Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied op het bureaublad of in een map:
  1. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied in een geopende map of op het bureaublad, wijs Nieuw aan en klik op Gecomprimeerde map.
  2. Typ een naam voor de nieuwe gecomprimeerde map en druk op ENTER. De nieuwe gecomprimeerde map wordt als een zip-pictogram weergegeven.

Terug naar begin

Items toevoegen aan of verwijderen uit een gecomprimeerde map

• Bestanden en mappen verplaatsen: U kunt bestanden en mappen op dezelfde manier vanuit of naar gecomprimeerde mappen verplaatsen als vanuit of naar normale, niet-gecomprimeerde mappen. U kunt bijvoorbeeld bestanden of mappen naar de gecomprimeerde map slepen. Wanneer u een bestand in een gecomprimeerde map plaatst, wordt het bestand automatisch gecomprimeerd. Een bestand dat uit een gecomprimeerde map naar een normale map wordt verplaatst, wordt automatisch gedecomprimeerd.
• Alle bestanden uitpakken: Wanneer u een gecomprimeerde map opent, wordt de opdracht Alle bestanden uitpakken in de lijst Maptaken weergegeven. Wanneer u op Alle bestanden uitpakken klikt, wordt de wizard Bestanden uitpakken gestart. U wordt gevraagd de locatie te kiezen waar u de uitgepakte bestanden wilt neerzetten en vervolgens worden de bestanden uitgepakt.
  
  Opmerking De oorspronkelijke gecomprimeerde bestanden blijven in de gecomprimeerde map staan.

Terug naar begin

Wachtwoordbeveiliging gebruiken

Bestanden en mappen in gecomprimeerde mappen kunnen worden beveiligd met een wachtwoord. De inhoud van een gecomprimeerde map met een wachtwoord beveiligen:

1. Dubbelklik op de gecomprimeerde map die u met een wachtwoord wilt beveiligen.
2. Klik in het menu Bestand op Wachtwoord toevoegen.
3. Typ in het vak Wachtwoord het wachtwoord dat u wilt gebruiken. Typ hetzelfde wachtwoord in het vak Bevestig het wachtwoord en klik op OK.

Wanneer u een bestand probeert te openen dat met een wachtwoord is beveiligd, verschijnt het dialoogvenster Er is een wachtwoord nodig. Typ het juiste wachtwoord in het vak Wachtwoord en klik op OK.


Terug naar begin

Probleemoplossing

Het wachtwoord voor een gecomprimeerd bestand dat met een wachtwoord is beveiligd, kan niet worden teruggehaald. Als u het wachtwoord vergeet of kwijtraakt, kunt u het desbetreffende bestand niet meer openen.


Terug naar begin