Meer informatie
Wanneer u verbinding probeert te maken met een Internet-provider, kunt u een van de volgende foutberichten ontvangen:
Fout 629: De verbinding van de poort is verbroken door de externe machine.
Fout 640: NetBIOS-fout.
Problemen bij het maken van een verbinding met uw Internet-provider kunnen de volgende oorzaken hebben:
- De instellingen voor de inbelverbinding met de Internet-provider zijn verkeerd geconfigureerd.
- De PPP-server (Point-to-Point protocol) van de Internet-provider werkt niet goed.
Voer de procedures in elk van de volgende secties in de aangegeven volgorde uit om het probleem te bepalen en op te lossen. Nadat u een procedure hebt voltooid, controleert u of u nu wel verbinding kunt maken met de Internet-provider.
Uw gebruikersnaam en wachtwoord controleren
Controleer of Caps Lock niet per ongeluk is ingeschakeld en controleer vervolgens of u de gebruikersnaam en het wachtwoord exact zo typt als door de Internet-provider is opgegeven. Als u niet zeker weet wat uw gebruikersnaam en wachtwoord zijn, neemt u contact op met de Internet-provider.
Elke verificatie met normale tekst accepteren
Configureer de inbelverbinding met de Internet-provider zodanig dat elke verificatie met normale tekst wordt geaccepteerd. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Beveiliging, klik op Elke vorm van verificatie (inclusief leesbare tekst) accepteren en klik op OK.
De verbindingssnelheid verlagen
Als ruis of andere interferentie op de telefoonlijn een probleem is, kunt u misschien wel verbinding maken met de Internet-provider door de verbindingssnelheid te verlagen. Voer de volgende stappen uit om de verbindingssnelheid te verlagen:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Klik op uw modem in het vak Kiezen met en klik op Configureren.
- Klik in het vak Beginsnelheid (BPS) op 9600 en klik vervolgens op OK.
- Klik op OK.
Als u verbinding kunt maken met een lagere snelheid of als de lijn zodanig ruist dat u geen verbinding kunt maken, laat u de lijnen controleren door de telefoonmaatschappij.
Datatransportbesturing door de hardware inschakelen
Schakel de doorstroombesturing voor hardware uit in de inbelverbinding met de Internet-provider. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Standaard, klik op Configureren, schakel het selectievakje Datatransportbesturing door de hardware inschakelen uit en klik op OK.
- Klik op OK.
Foutenbeheersing van modem inschakelen
Schakel foutenbeheersing voor de modem uit in de inbelverbinding met de Internet-provider. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Standaard, klik op Configureren, schakel het selectievakje Foutenbeheersing van modem inschakelen uit en klik op OK.
- Klik op OK.
Modemcompressie uitschakelen
Schakel de modemcompressie uit in de inbelverbinding met de Internet-provider. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Standaard, klik op Configureren, schakel het selectievakje Modemcompressie inschakelen uit en klik op OK.
- Klik op OK.
Softwarecompressie uitschakelen
Schakel de softwarecompressie uit in de inbelverbinding met de Internet-provider. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Server, klik op Configureren, schakel het selectievakje Softwarecompressie inschakelen uit en klik vervolgens op OK.
LCP-extensies uitschakelen
Er kunnen problemen optreden bij het maken van een verbinding met uw Internet-provider als de PPP-server (Point-to-Point protocol) van de Internet-provider geen LCP-extensies (Link Control Protocol) ondersteunt. LCP-extensies bevatten een terugbeloptie en pakketten voor resterende tijd en identificatie, zoals gedefinieerd in RFC 1570. Neem contact op met de Internet-provider om te bepalen of u LCP-extensies moet uitschakelen.
Voer de volgende stappen uit om LCP-extensies uit te schakelen:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Server, schakel het selectievakje PPP LCP-uitbreidingen inschakelen uit en klik op OK.
IP-headercompressie uitschakelen
Er kunnen problemen bij het aanmelden bij uw Internet-provider optreden als u IP-headercompressie gebruikt (ook wel Van Jacobson- of VJ-headercompressie genoemd). Voer de volgende stappen uit om IP-headercompressie uit te schakelen:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Server en klik vervolgens op TCP/IP-instellingen.
- Schakel het selectievakje IP-headercompressie gebruiken uit en klik op OK.
- Klik op OK.
Verbinding maken via een terminalvenster
Bij sommige PPP- en SLIP-accounts moet u zich aanmelden via een terminalvenster en daarin 'PPP' of 'slip' (zonder aanhalingstekens) typen om de sessie te starten. Wanneer u zich aanmeldt, kan het ook zijn dat uw naam moet worden voorafgegaan door bepaalde tekens, zoals 'P', 'S' of 'PPP:' (zonder aanhalingstekens). Neem contact op met de Internet-provider om te bepalen of u 'ppp' of 'slip' moet typen in een terminalvenster of dat uw gebruikersnaam een speciaal voorvoegsel nodig heeft.
Als de Internet-provider naast uw gebruikersnaam en wachtwoord nog andere gegevens nodig heeft, moet u misschien een terminalvenster gebruiken. Voer de volgende stappen uit om een terminalvenster te openen nadat de verbinding tot stand is gekomen:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Script, klik op Terminalvenster openen en klik op OK.
Er wordt niet om een gebruikersnaam of wachtwoord gevraagd
Als er geen gebruikersnaam en wachtwoord worden gevraagd wanneer u verbinding maakt met uw Internet-provider, voert u de volgende stappen uit:
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Bureau-accessoires aan en klik op Externe toegang.
- Klik op het telefoonnummer voor de Internet-provider in het vak Te kiezen nummer in telefoonlijst.
- Klik op Meer en klik vervolgens op Vermelding en modemeigenschappen bewerken.
- Open het tabblad Beveiliging, klik op Opslaan van wachtwoord ongedaan maken en klik op OK.
Aanmeldingsscript uitschakelen
Als u een aanmeldingsscript uitvoert om verbinding te maken met de Internet-provider, schakelt u dit uit en probeert u verbinding te maken via een terminalvenster. Als u nu wel verbinding kunt maken, is er waarschijnlijk een probleem met het aanmeldingsscript. Wellicht moet u de Internet-provider om hulp vragen bij het maken van een nieuw script voor Externe toegang. Windows NT bevat diverse scriptbestanden, zoals:
OPMERKING: wanneer u het CompuServe Information Service-script (CIS) gebruikt, moet u uw CIS-id gebruiken als gebruikersnaam. Raadpleeg het bestand Script.doc in de map Winnt\System32\Ras\Script voor meer informatie over deze bestanden. Als u problemen hebt bij het maken van een scriptbestand om het aanmelden te automatiseren, neemt u contact op met de Internet-provider.
Als u een SLIP-account hebt, moet u een terminalvenster of scriptbestand gebruiken om verbinding te maken met de Internet-provider. Wanneer u een SLIP-account gebruikt, wordt bij de meeste Internet-providers uw IP-adres voor de sessie in het terminalvenster weergegeven. De meeste Internet-providers geven het IP-adres weer in een bericht, zoals 'Uw IP-adres is <###.###.###.###>' of 'SLIP-sessie vanaf <###.###.###.###> t/m <###.###.###.###>'. In dit geval is het tweede getal gewoonlijk het IP-adres. Dit getal typt u in het vak IP-adres. Als het adres steeds hetzelfde is wanneer u verbinding maakt, kunt u het wijzigen in de telefoonboekvermelding bij de TCP/IP-instellingen op het tabblad Server.
Het telefoonnummer controleren
Controleer of u het juiste telefoonnummer gebruikt om verbinding te maken met de Internet-provider. Als u MSN (The Microsoft Network) gebruikt als Internet-provider, controleert u of u een MSN-telefoonnummer kiest dat oproepen ondersteunt voor het servicetype 'Internet en The Microsoft Network'.
Onderlinge verificatie
Er kunnen problemen optreden bij het aanmelden bij uw Internet-provider als de PPP-server van de provider onderlinge verificatie gebruikt. Externe toegang ondersteunt geen onderlinge verificatie. Neem contact op met de Internet-provider om te bepalen of de PPP-server van de provider onderlinge verificatie gebruikt.
PPP-logbestand
Als u het PPP-logbestand (Ppp.log) inschakelt, kan dit u misschien helpen bij het oplossen van andere problemen met betrekking tot de verbinding met de PPP-server van de Internet-provider. Raadpleeg het volgende Microsoft Knowledge Base-artikel voor informatie over het inschakelen van het bestand Ppp.log:
ARTIKEL-ID:115929
TITEL: Enabling PPP Logging in Windows NT
OPMERKING: als u routing en de bijgewerkte RAS-service gebruikt, is het bovenstaande Microsoft Knowledge Base-artikel niet van toepassing. In het volgende Microsoft Knowledge Base-artikel vindt u informatie over het inschakelen van het logbestand in deze situatie:
ARTIKEL-ID:161426
TITEL: How to Enable Logging with Routing and Remote Access