Meer informatie

De slaap- en stand-bystand zijn zeer lage energietoestanden waarbij alle systeeminhoud en -gegevens worden opgeslagen in het geheugen van de computer. Tijdens de slaap- en stand-bystand zijn de meeste systeemonderdelen uitgeschakeld. Als u de computer in slaap- of stand-bystand plaatst, kunt u heel wat energie besparen. De computer kan zeer vlug opnieuw worden opgestart en de vorige status herstellen.

Wanneer een computer echter de slaap- of stand-bystand in- of uitschakelt, kunnen zich een of meer van de volgende problemen voordoen:

• Er wordt een foutbericht van de volgende strekking weergegeven:
  Kan niet overschakelen naar stand-bymodus.
• Het systeem kan niet terugkeren vanuit de slaap- of stand-bystand.
• Nadat het systeem is teruggekeerd vanuit de slaap- of stand-bystand, reageert de computer abnormaal. U kunt audio-, muisbesturing- of videostoringen ondervinden.
• Wanneer een computer de slaap- of stand-bystand in- of uitschakelt, wordt een Stop-bericht van de volgende strekking weergegeven:
  0x0000009F: DRIVER_POWER_STATE_FAILURE

Deze problemen kunnen optreden in de volgende gevallen:

• De hardware ondersteunt de slaap- of stand-bystand niet goed.
  
  Oudere hardware is mogelijk niet compatibel met de geavanceerde configuratie en de Power Interface (ACPI), of dateert van vöör ACPI.
• Het systeem gebruikt momenteel een VGA-videostuurprogramma.
  
  VGA-stuurprogramma's zorgen voor de basisvideofunctie. VGA-videostuurprogramma's ondersteunen echter niet de energiebeheerfunctie.
• De systeemfirmware (BIOS) is verouderd.
  
  Als u de systeemfirmware niet bijwerkt met de nieuwste versie, kunnen er zich problemen voordoen, met name bij ACPI-compatibele systemen. In x86-systemen die zijn uitgerust met een APM-(niet-ACPI) BIOS, kunt u APM tijdelijk uitschakelen totdat u een firmware-update uitvoert. Deze configuratie kan opstartproblemen, zoals instabiliteit en Stop-fouten, verhelpen.
  
  Opmerking Als u APM uitschakelt, kan een computer niet de slaap- of stand-bystand inschakelen.
  
  Klik op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base voor meer informatie over het oplossen van APM Stop-fouten:

  237673Problemen oplossen met Stop-foutberichten na het inschakelen van Geavanceerd energiebeheer (APM)

• De firmware van de randapparatuur is verouderd.
  
  Randapparaten zijn meestal voorzien van diagnostische software waarmee u de geïnstalleerde firmwareversie kunt controleren. Bezoek de website van de fabrikant om na te gaan of de randapparatuur dient te worden bijgewerkt. Er zijn mogelijk firmware-updates beschikbaar voor verschillende apparaten, waaronder SCSI-adapters, modems, cd- en dvd-rom-stations en geluidskaarten. Als u updates vindt voor verschillende apparaten, installeer deze dan één voor één zodat u het effect van elke update kunt vaststellen.
• U gebruikt verouderde stuurprogrammabestanden die geen energiebeheer ondersteunen.
  
  De verouderde stuurprogrammabestanden kunnen compatibiliteitsproblemen veroorzaken. Hierdoor kan een computer de slaap- of stand-bystand niet in- of uitschakelen. Zorg dat u de meest recente versies installeert van het besturingssysteem van alle aangesloten apparaten, met name van audio- en videoapparaten. Audioapparaten moeten stuurprogramma's hebben die exclusief gebruikmaken van de Windows Driver Model-structuur (WDM).
• U gebruikt niet-compatibele software met onderdelen die storingen veroorzaken in het energiebeheer of die geen energiebeheer ondersteunen.

Een mislukte slaap- of stand-bystand herstellen

Als de computer zijn normale werking niet kan hervatten nadat de slaap- of stand-bystand is ingeschakeld, kunt u het volgende proberen:

• Laat Windows XP alle herstelgegevens verwijderen in geval van een storing.
  
  Wanneer u een computer in slaap- of stand-bystand plaatst, slaat Windows XP alle systeeminhoud op in het bestand systeemstation\Hiberfil.sys voordat het systeem wordt afgesloten. Het Ntldr-bestand onderzoekt de integriteit van het Hiberfil.sys-bestand. Als het Hiberfil.sys-bestand is beschadigd, kan een foutbericht van de volgende strekking worden weergegeven:
  Herstelgegevens verwijderen en naar het systeemopstartmenu gaan.
  Als u op ENTER klikt om het foutbericht te bevestigen, verwijdert Windows XP het Hiberfil.sys-bestand en wordt het systeem normaal opgestart.
  
  Opmerkingsysteemstation is een tijdelijke aanduiding voor het station waarop Windows is geïnstalleerd.
• Koppel alle apparaten los die u hebt aangesloten nadat u de computer in de slaap- of stand-bystand hebt geplaatst.
  
  Sluit geen apparaten aan wanneer de computer zich in de slaap- of stand-bystand bevindt. Voor betere resultaten dient u de computer eerst opnieuw op te starten, waarna u randapparaten, zoals een USB-apparaat, aansluit.
• Start de computer opnieuw op.
  
  ACPI-compatibele systemen worden standaard geconfigureerd om af te sluiten wanneer de aan-/uit-knop wordt ingedrukt en losgelaten. Als het systeem na enkele ogenblikken niet wordt afgesloten, houdt u de aan-/uit-knop ingedrukt tot het systeem wordt uitgeschakeld. Het duurt gewoonlijk ongeveer 4 seconden voordat het systeem is uitgeschakeld.
  
  Sommige oudere systemen hebben een resetknop. Als de computer niet opnieuw opstart wanneer u de resetknop indrukt, drukt u op de aan-/uit-knop om de computer uit te schakelen.
  
  Opmerking Onjuiste afsluitbewerkingen kunnen tot gevolg hebben dat niet-opgeslagen gegevens verloren gaan. Windows XP kan een onjuiste afsluitbewerking detecteren. Als Window XP een onjuiste afsluitbewerking detecteert, wordt het bestand Autochk.exe gestart om eventuele problemen met het bestandssysteem tijdens de opstartprocedure op te lossen.
  
  Als u meer informatie wilt over de bestanden Autochk.exe en Chkdsk.exe, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:

  831426Chkdsk.exe of Autochk.exe wordt gestart wanneer u de computer wilt afsluiten of opnieuw wilt opstarten

  
  Opmerking Nadat u de computer opnieuw hebt opgestart, kunt u het hulpprogramma Crash Analysis inschakelen. Hiermee kunt u bepalen of een stuurprogramma het probleem veroorzaakt. Stuurprogramma's zijn de belangrijkste oorzaak van problemen met de slaap- en stand-bystand.
  
  Klik voor meer informatie op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:

  310414Configuratie en gebruik van foutrapporten in Windows XP

  
  Ga voor meer informatie naar de volgende websites van Microsoft:
  
  Microsoft Online Crash Analysis

  https://oca.microsoft.com/nl/Welcome.aspx

  Microsoft Update

  http://update.microsoft.com/microsoftupdate/v6/default.aspx

  Windows Update

  http://update.microsoft.com/windowsupdate/v6/default.aspx

Problemen met de slaap- en stand-bystand voorkomen

Als u deze procedures volgt, kunt u problemen met de slaap- en stand-bystand voorkomen:

• Breng geen grote wijzigingen aan in de status van de computer wanneer deze zich in de slaap- of stand-bystand bevindt.
  
  Als u bijvoorbeeld voor een draagbare computer die niet in het basisstation is geplaatst, de slaap- of stand-bystand inschakelt, schakel de slaap- of stand-bystand dan niet uit wanneer de computer wel in het basisstation is geplaatst. Computers die niet ACPI-compatibel zijn, zijn mogelijk meer gevoelig voor dit soort wijzigingen in de status.
• Plaats de computer niet in de slaap- of stand-bystand wanneer u bepaalde programma's uitvoert.
  
  Bepaalde programma's reageren niet goed wanneer u de computer in de slaap- of stand-bystand plaatst terwijl ze worden uitgevoerd. Softwareprogramma's voor het branden van cd's en dvd's en systeemback-up-hulpprogramma's worden mogelijk foutief uitgevoerd in de slaap- of stand-bystand . Cd- en dvd-media kunnen onbruikbaar worden. Back-upgegevens worden mogelijk beschadigd. Wacht altijd totdat deze programma's hun taken hebben voltooid alvorens u de computer in de slaap- of stand-bystand plaatst.

Bepalen of een computer gebruikmaakt van ACPI-functies

De slaap- en stand-bystand vereisen een BIOS-systeem dat ACPI of de vroegere Advanced Power Management -specificatie (APM) ondersteunt. Raadpleeg de systeemdocumentatie of ga naar de website van de fabrikant voor meer informatie over het vaststellen van de compatibiliteit en de update-status van de firmware. Hierdoor kunt u problemen voorkomen. Bijgewerkte firmware is met name belangrijk wanneer u de ACPI-functionaliteit gebruikt.

Voer de volgende stappen uit om na te gaan of een computer gebruikmaakt van ACPI-functies:

1. Klik op Start, klik op Uitvoeren, typ devmgmt.msc en klik op OK.
2. In het venster Apparaatbeheer vouwt u Computer uit en controleert u of de optie Advanced Configuration and Power Interface (ACPI) PC wordt weergegeven. Als dat het geval is, maakt de computer gebruik van de ACPI-functionaliteit.

Bepalen of een computer slaap- en stand-byfuncties ondersteunt

1. Klik op Start, klik op Uitvoeren, typ powercfg.cpl en klik op OK.
2. Controleer of het dialoogvenster Eigenschappen voor Energiebeheer een tabblad Slaapstand bevat. Als dat het geval is, opent u het tabblad Slaapstand, selecteert u Slaapstand inschakelen en klikt u op Toepassen.
3. In de sectie Energieknoppen controleert u of de opties Standby en Slaapstand worden weergegeven in het vervolgkeuzemenu op het tabblad Geavanceerd .
   
   Opmerking Als het tabblad Slaapstand bestaat en u schakelt het selectievakje Slaapstand inschakelen op het tabblad Slaapstand uit, dan wordt de optie Slaapstand niet weergegeven in het vervolgkeuzemenu op het tabblad Geavanceerd.
   
   Als zowel de optie Standby als de optie Slaapstand ontbreken in het vervolgkeuzemenu, ondersteunt de computer deze functies niet of zijn de energiebeheerfuncties in het BIOS uitgeschakeld. Voor meer informatie over de BIOS-instellingen neemt u contact op met de fabrikant van het systeem.

Klik voor meer informatie over het gebruik van de functies in de slaap- en stand-bystand op de volgende artikelnummers in de Microsoft Knowledge Base: