Meer informatie
Processortijd beheren
De uitvoering van systeemprocessen wordt beheerd door Windows. Windows kan taken tussen processors verdelen en meerdere processen op een enkele processor beheren. U kunt Windows echter zo instellen dat er meer processortijd wordt toegewezen aan het programma dat u momenteel uitvoert. De extra processortijd zorgt ervoor dat programma's sneller reageren. Als er achtergrondprogramma's, zoals afdrukken of een back-up maken van de schijf, moeten worden uitgevoerd terwijl u werkt, kunt u Windows de processorbronnen gelijkmatig laten verdelen tussen programma's op de achtergrond en op de voorgrond.
Opmerking U moet als beheerder bij de lokale computer zijn aangemeld of de juiste netwerkbevoegdheden hebben om bepaalde wijzigingen aan te brengen in het onderdeel Systeem.
Terug naar beginDe prestaties van voorgrond- en achtergrondprogramma's wijzigen
- Klik op Start, klik op Uitvoeren en typ sysdm.cpl in het vak Openen
- Klik op het tabblad Geavanceerd en klik onder Prestaties op Instellingen.
- Klik op het tabblad Geavanceerd en gebruik een van de volgende methoden onder Processorgebruik:
- Klik op Programma's om meer processorbronnen toe te wijzen aan programma's op de voorgrond dan aan programma's op de achtergrond.
- Klik op Achtergrondservices om gelijke hoeveelheden processorbronnen toe te wijzen aan alle programma's.
Opmerkingen- Als u Programma's selecteert, worden voorgrondprogramma's stabieler en sneller uitgevoerd. Als u wilt dat een achtergrondtaak, zoals het hulpprogramma Back-up, sneller wordt uitgevoerd, selecteert u Achtergrondservices.
- Als u de optie Programma's selecteert, worden er korte, variabele tijdsperioden (kwantumlengten) toegewezen aan programma's die worden uitgevoerd. Selecteer Achtergrondservices om lange, vaste kwantumlengten toe te wijzen.
Terug naar beginComputergeheugen beheren
Wanneer de computer over onvoldoende RAM beschikt en er onmiddellijk meer RAM nodig is, gebruikt Windows ruimte op de vaste schijf om RAM te emuleren. Deze ruimte wordt virtueel geheugen genoemd. Een andere benaming is wisselbestand. De techniek is vergelijkbaar met het wisselbestand van UNIX. Het wisselbestand voor virtueel geheugen (pagefile.sys) dat tijdens de installatie wordt gemaakt, is standaard 1,5 keer zo groot als de hoeveelheid RAM in uw computer.
U kunt het gebruik van virtueel geheugen optimaliseren door de ruimte te verdelen over meerdere stations en door geen ruimte te gebruiken op langzame of intensief gebruikte stations. Om de ruimte voor het virtueel geheugen te optimaliseren, verdeelt u deze over zoveel mogelijk fysieke vaste-schijfstations. Hanteer de volgende richtlijnen bij het kiezen van stations:
- Probeer te vermijden dat het wisselbestand op hetzelfde station staat als de systeembestanden.
- Plaats het wisselbestand niet op een station met fouttolerantie, zoals een 'mirrored' (gespiegeld) volume of een RAID-5-volume. Wisselbestanden hebben geen fouttolerantie nodig en sommige computers met fouttolerantie zijn traag aangezien de gegevens naar meerdere locaties worden weggeschreven.
- Plaats niet meerdere wisselbestanden op verschillende partities op hetzelfde fysieke schijfstation.
Terug naar beginDe grootte van het wisselbestand voor virtueel geheugen wijzigen
u moet zijn aangemeld als beheerder of als lid van de groep Administrators om deze procedure te kunnen uitvoeren. Als uw computer is verbonden met een netwerk, kan het zijn dat netwerkbeleidsinstellingen u verhinderen om deze procedure te voltooien.
- Klik op Start, klik op Uitvoeren en typ sysdm.cpl in het vak Openen
- Klik op het tabblad Geavanceerd en klik onder Prestaties op Instellingen.
- Klik op het tabblad Geavanceerd en klik onder Virtueel geheugen op Wijzigen.
- Klik onder Station [Volumenaam] op het station dat het wisselbestand bevat dat u wilt wijzigen.
- Klik onder Wisselbestandsgrootte voor geselecteerd bestand op Aangepaste grootte, typ een nieuwe grootte voor het wisselbestand (in MB) in het vak Begingrootte (MB) of Maximale grootte (MB) en klik op Instellen.
Als u de begingrootte of de maximale grootte van het wisselbestand verkleint, moet u de computer opnieuw opstarten om het effect van die wijzigingen te kunnen bekijken. Wanneer u het wisselbestand groter maakt, hoeft u de computer normaal gesproken niet opnieuw op te starten.
Opmerkingen- Om Windows de beste wisselbestandsgrootte te laten kiezen, klikt u op Door het systeem beheerde grootte. De aanbevolen minimumgrootte komt overeen met 1,5 keer de hoeveelheid RAM in uw computer. De aanbevolen maximumgrootte komt overeen met 3 keer de hoeveelheid RAM. Als u bijvoorbeeld 256 MB RAM hebt, is de minimumgrootte 384 MB en de maximumgrootte 1152 MB.
- Voor de beste prestaties dient u de begingrootte onder Totale wisselbestandsgrootte voor alle stations niet kleiner in te stellen dan de aanbevolen minimumgrootte. De aanbevolen grootte is gelijk aan 1,5 keer de hoeveelheid RAM in uw computer. Het is raadzaam altijd de aanbevolen grootte van het wisselbestand te gebruiken. U kunt het bestand vergroten als u regelmatig programma's gebruikt die veel geheugen nodig hebben.
- U kunt een wisselbestand verwijderen door de begingrootte en de maximale grootte op nul in te stellen of door Geen wisselbestand te selecteren. Microsoft raad ten zeerste aan dat u het wisselbestand niet uitschakelt of verwijdert.
Terug naar beginHet geheugengebruik optimaliseren
U kunt het geheugengebruik van de computer optimaliseren. Als u uw computer hoofdzakelijk als werkstation gebruikt in plaats van server, kunt u meer geheugen toewijzen aan programma's. Uw programma's werken sneller en de systeemcache blijft ingesteld op de standaardgrootte van Windows XP. U kunt ook instellen dat er meer computergeheugen moet worden gereserveerd voor een grotere systeemcache, als de computer voornamelijk wordt gebruikt als server of als u programma's gebruikt die een grotere cache nodig hebben.
- Klik op Start, klik op Uitvoeren en typ sysdm.cpl in het vak Openen
- Klik op het tabblad Geavanceerd en klik onder Prestaties op Instellingen.
- Klik op het tabblad Geavanceerd en gebruik een van de volgende methoden onder Geheugengebruik:
- Selecteer Programma's als u de computer voornamelijk gebruikt als werkstation in plaats van server. Er wordt dan meer geheugen toegewezen aan programma's.
- Selecteer Systeemcache als de computer hoofdzakelijk als server wordt gebruikt of als u programma's gebruikt die een grotere cache nodig hebben.
Terug naar beginDe visuele effecten wijzigen
Windows biedt verschillende opties om de visuele effecten op uw computer in te stellen. U kunt bijvoorbeeld schaduwen weergeven onder menu's. Menu's krijgen dan een 3D vormgeving. U kunt instellen dat Windows de gehele inhoud van een venster weergeeft terwijl u het venster over het scherm verplaatst. Om grote tekst leesbaarder te maken, kunt u de zachte randen rond schermlettertypen laten weergeven.
Windows biedt opties voor het inschakelen van alle instellingen (voor de beste weergave) of geen van de instellingen (voor de beste computerprestaties). U kunt ook de standaardinstellingen herstellen.
U kunt als volgt visuele effecten wijzigen:
- Klik op Start, klik op Uitvoeren en typ sysdm.cpl in het vak Openen
- Open het tabblad Geavanceerd en klik onder Prestaties op Instellingen.
- Open het tabblad Visuele effecten en gebruik een van de volgende methoden:
- Selecteer Beste prestaties om de instellingen automatisch door Windows te laten aanpassen voor de beste prestaties.
- Selecteer Beste weergave om de instellingen automatisch door Windows te laten aanpassen voor de beste weergave.
- Klik op Aangepast en schakel vervolgens de selectievakjes in voor de items die u wilt gebruiken. Schakel de selectievakjes uit voor de items die u niet wilt gebruiken.
Terug naar beginWoordenlijst
achtergrondprogramma Een programma dat wordt uitgevoerd terwijl de gebruiker aan een andere taak werkt. De microprocessor van de computer wijst minder bronnen toe aan achtergrondprogramma's dan aan voorgrondprogramma's.
mirrorvolume Een volume met fouttolerantie waarvan de gegevens op twee fysieke schijven worden gedupliceerd. Een mirrorvolume biedt gegevensredundantie doordat gebruik wordt gemaakt van twee identieke volumes. Deze volumes worden 'mirrors' genoemd. Een mirror bevat een exacte kopie van de gegevens op het andere volume. Een mirror bevindt zich altijd op een andere schijf. Als een van de fysieke schijven defect raakt, zijn de gegevens op de defecte schijf niet meer beschikbaar, maar het systeem blijft functioneren in de mirror op de andere schijf. U kunt mirrorvolumes alleen op dynamische schijven maken.
omgevingsvariabele Een tekenreeks die bestaat uit omgevingsinformatie, zoals een stations-, pad- of bestandsnaam, en die gekoppeld is aan een symbolische naam die door Windows kan worden gebruikt. Om omgevingsvariabelen te definiëren, gebruikt u Systeem in het Configuratiescherm of de opdracht
set vanaf de opdrachtprompt.
partitie Een gedeelte van een fysieke schijf dat functioneert alsof het een fysiek afzonderlijke schijf was. Nadat u een partitie hebt gemaakt, moet u deze formatteren en er een stationsletter aan toewijzen voordat u er gegevens op kunt opslaan. Op standaardschijven worden partities standaardvolumes genoemd. Standaardvolumes bevatten primaire partities en logische stations. Op dynamische schijven worden partities dynamische volumes genoemd. Dynamische volumes bestaan uit eenvoudige, striped, spanned, gespiegelde (mirrored) en RAID-5-volumes.
RAID-5-volume Een volume met fouttolerantie waarop gegevens en pariteit afwisselend striped worden verdeeld over drie of meer fysieke schijven. Pariteit is een berekende waarde die wordt gebruikt om gegevens te reconstrueren na een storing. Als een gedeelte van een fysieke schijf defect raakt, worden de gegevens op het defecte gedeelte door Windows hersteld aan de hand van de overblijvende gegevens en de pariteit. U kunt RAID-5-volumes alleen op dynamische schijven maken en u kunt RAID-5-volumes niet spiegelen (mirroren) of uitbreiden.
voorgrondprogramma Het programma dat wordt uitgevoerd in het actieve venster (het bovenliggende venster met de gemarkeerde titelbalk). Het voorgrondprogramma reageert op opdrachten van de gebruiker.
Terug naar begin