Inleiding
In dit artikel wordt beschreven hoe u de functie Internet-verbinding delen kunt instellen en gebruiken in Microsoft Windows XP. Met de functie Internet-verbinding delen kunnen netwerkcomputers gezamenlijk gebruikmaken van één verbinding met internet.
Terug naar beginInternet-verbinding delen gebruiken
Als u Internet-verbinding delen wilt gebruiken om uw internetverbinding te delen, moeten op de hostcomputer één netwerkadapter die is geconfigureerd voor verbinding met het interne netwerk en één netwerkadapter of modem die is geconfigureerd voor verbinding met internet, aanwezig zijn.
Terug naar beginOp de hostcomputer
Ga als volgt te werk om de internetverbinding te delen op de hostcomputer:
- Meld u als Administrator of Eigenaar aan op de hostcomputer.
- Klik op Start en op Configuratiescherm.
- Klik op Netwerk- en Internet-verbindingen.
- Klik op Netwerkverbindingen.
- Klik met de rechtermuisknop op de verbinding die u gebruikt voor internet. Als u bijvoorbeeld een modem gebruikt om verbinding te maken met internet, klikt u met de rechtermuisknop op de gewenste verbinding onder Inbelverbinding.
- Klik op Eigenschappen.
- Klik op de tab Geavanceerd.
- Schakel in de sectie Internet-verbinding delen het selectievakje Andere netwerkgebruikers mogen via de Internet-verbinding van deze computer verbinding maken in.
- Als u een inbelverbinding met internet deelt met andere gebruikers, schakelt u het selectievakje Een inbelverbinding maken als een computer in het netwerk verbinding met het Internet probeert te maken in om aan te geven dat de computer automatisch verbinding met internet moet maken.
- Klik op OK. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Als Internet-verbinding delen is ingeschakeld, wordt deze LAN-adapter ingesteld op het gebruik van IP-
adres 192.168.0.1. De computer kan hierdoor mogelijk geen verbinding meer maken met andere computers in
het netwerk. Als deze andere computers beschikken over statische IP-adressen, moet u de computers
zodanig instellen dat deze hun IP-adressen automatisch verkrijgen. Weet u zeker dat u Internet
-verbinding delen wilt inschakelen?
- Klik op Ja.
De verbinding met internet wordt gedeeld met andere computers in het LAN (Local Area Network). De netwerkadapter die verbonden is met het LAN, is geconfigureerd met het statisch IP-adres 192.168.0.1 en het subnetmasker 255.255.255.0.
Als u een video wilt bekijken met instructies voor het configureren van de hostcomputer voor Internet-verbinding delen, klikt u op de knop
Afspelen (
) in het volgende venster van Windows Media Player:
Opmerking U kunt deze video alleen bekijken met Windows Media Player 7.0 of hoger.
Als u meer informatie wilt over het verkrijgen van Windows Media Player 7.1, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
299321Beschrijving en beschikbaarheid van Windows Media Player 7.1
Terug naar beginOp de clientcomputer
Als u verbinding met internet wilt maken via de gedeelde verbinding, moet u eerst de IP-configuratie van de LAN-adapter controleren en vervolgens de clientcomputer configureren. Ga als volgt te werk om de IP-configuratie van de LAN-adapter te configureren:
- Meld u als Adminsitrator of Eigenaar aan op de clientcomputer.
- Klik op Start en op Configuratiescherm.
- Klik op Netwerk- en Internet-verbindingen.
- Klik op Netwerkverbindingen.
- Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en klik op Eigenschappen.
- Open het tabblad Algemeen, klik op Internet-protocol (TCP/IP) in de lijst Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig en klik op Eigenschappen.
- Schakel in het dialoogvenster Eigenschappen voor Internet-protocol (TCP/IP) het selectievakje Automatisch een IP-adres laten toewijzen in (als dit nog niet is gebeurd) en klik op OK.
Opmerking U kunt ook een uniek statisch IP-adres toewijzen in het bereik 192.168.0.2 tot en met 192.168.0.254. U kunt bijvoorbeeld het volgende statische IP-adres, subnetmasker en standaardgateway-adres toewijzen:
IP-adres 192.168.0.2 Subnetmasker 255.255.255.0 Standaardgateway 192.168.0.1
- Klik in het dialoogvenster Eigenschappen voor LAN-verbinding op OK.
- Sluit het Configuratiescherm.
Als u een video wilt bekijken met instructies voor het controleren van de IP-configuratie van de LAN-adapter, klikt u op de knop
Afspelen (
) in het volgende venster van Windows Media Player:
Opmerking U kunt deze video alleen bekijken met Windows Media Player 7.0 of hoger.
Als u meer informatie wilt over het verkrijgen van Windows Media Player 7.1, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
299321Beschrijving en beschikbaarheid van Windows Media Player 7.1
Ga als volgt te werk om de clientcomputer te configureren voor gebruik van de gedeelde internetverbinding:
- Klik op Start en op Configuratiescherm.
- Klik op Netwerk- en Internet-verbindingen.
- Klik op Internet-opties.
- Klik op het tabblad Verbindingen in het dialoogvenster Eigenschappen voor Internet.
- Klik op de knop Instellingen.
De wizard Nieuwe verbinding wordt gestart. - Klik op Volgende op de beginpagina van de wizard.
- Selecteer Verbinding met het Internet maken en klik op Volgende.
- Selecteer Ik wil handmatig een verbinding instellen en klik op Volgende.
- Klik op Verbinding maken via een permanente breedbandverbinding en klik op Volgende.
- Klik op Voltooien op de laatste pagina van de wizard.
- Sluit het Configuratiescherm.
Wanneer u nu Microsoft Internet Explorer start, probeert de clientcomputer verbinding te maken met internet via de gedeelde internetverbinding op de hostcomputer.
Als u een video wilt bekijken met instructies voor het configureren van de clientcomputer voor Internet-verbinding delen, klikt u op de knop
Afspelen (
) in het volgende venster van Windows Media Player:
Opmerking U kunt deze video alleen bekijken met Windows Media Player 7.0 of hoger.
Als u meer informatie wilt over het verkrijgen van Windows Media Player 7.1, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
299321Beschrijving en beschikbaarheid van Windows Media Player 7.1
Terug naar beginProbleemoplossing
Wanneer u Internet-verbinding delen inschakelt op de hostcomputer, wordt automatisch het IP-adres 192.168.0.1 aan de LAN-adapter van de hostcomputer toegewezen. Er kan zich wel een van de volgende situaties voordoen:
- Conflicterend IP-adres
Elke computer in het LAN moet een uniek IP-adres hebben. Als meer dan één computer hetzelfde IP-adres heeft, treedt een IP-conflict op en wordt een van de netwerkadapters uitgeschakeld totdat het conflict is opgelost. U kunt dit conflict oplossen door de clientcomputer te configureren om automatisch een IP-adres op te halen of door een uniek IP-adres aan de clientcomputer toe te wijzen. - Geen verbinding met netwerk mogelijk
Als het netwerk is geconfigureerd met een ander IP-adresbereik dan door Internet-verbinding delen wordt gebruikt, wordt de netwerkverbinding met de hostcomputer verbroken. U kunt dit probleem oplossen door de clientcomputers te configureren om automatisch een IP-adres op te halen of door aan elke clientcomputer een uniek IP-adres in het bereik 192.168.0.2 tot 192.168.0.254 toe te wijzen.
Terug naar begin