De informatie in dit artikel is van toepassing op:
- Microsoft Windows XP Home Edition
- Microsoft Windows XP Professional Edition
- Microsoft Windows 2000 Professional Edition
- Microsoft Windows® 2000 Server
- Microsoft Windows 2000 Advanced Server
- Microsoft Windows NT Workstation 4.0 Developer Edition
- Microsoft Windows NT Server 3.51
Dit artikel is eerder gepubliceerd onder NL123747
Samenvatting
In dit artikel wordt beschreven hoe u het wisselbestand en de afdrukspooler naar een andere vaste schijf kunt verplaatsen. Dit is mogelijk aan de orde wanneer u een nieuwe vaste schijf installeert die sneller is dan de vaste schijf waarop deze bestanden nu zijn opgeslagen.Meer informatie
Dit artikel is onderverdeeld in drie secties:
- Het wisselbestand verplaatsen
- De standaardspoolmap voor alle printers verplaatsen
- De standaardspoolmap per printer verplaatsen en meerdere spoolmappen maken
Sectie 1: Het wisselbestand verplaatsen
Windows 3.5, Windows 3.51 en Windows 4.0
- Dubbelklik in het Configuratiescherm op Systeem.
- Klik op Virtueel geheugen.
- Stel de waarden voor Begingrootte (MB) en Maximale grootte in op 0 (nul) en klik op Instellen.
- Selecteer het nieuwe station waarop u het wisselbestand wilt opslaan.
- Stel de Begingrootte (MB) en Maximale grootte in. Microsoft raadt u aan als begingrootte de aanbevolen waarde in het vakTotale wisselbestandsgrootte voor alle stationste gebruiken.
- Klik op Volgende en vervolgens twee maal op OK.
- Klik op Nu opnieuw opstarten.
Windows 2000 en Windows XP
- Dubbelklik in het Configuratiescherm op Systeem.
- Klik op het tabblad Geavanceerd.
- Klik in Windows 2000 op Instellingen voor prestaties en in Windows XP op Instellingen onder Prestaties.
- Klik in Windows 2000 op Wijzigen onder Virtueel geheugen en klik in Windows XP op het tabblad Geavanceerd en vervolgens op Wijzigen onder Virtueel geheugen.
- Selecteer het nieuwe station waarop u het wisselbestand wilt opslaan.
- Stel de Begingrootte (MB) en Maximale grootte in. Microsoft raadt u aan als begingrootte de aanbevolen waarde in het vak Totale wisselbestandsgrootte voor alle stations te gebruiken.
- Klik op Volgende en vervolgens twee maal op OK.
- Klik op Nu opnieuw opstarten.
OPMERKING: als u het wisselbestand van de systeempartitie verplaatst, kan Windows geen foutopsporingsgegevens naar schijf schrijven in geval van een 'Stop'-foutbericht (blauw scherm).
Sectie 2: De standaardspoolmap voor alle printers verplaatsen
OPMERKING: als u deze procedure volgt, wordt een nieuwe spoolmap gemaakt voor alle printers die in het systeem zijn geconfigureerd.
Windows NT 3.5 en Windows NT 3.51
OPMERKING: deze waarde is ook beschikbaar in Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP.
- Start Register-editor.
- Ga naar de volgende subsleutel onder HKEY_LOCAL_MACHINE:
\SYSTEM\CurrentControlSet\Control\Print\Printers
- Klik op de sleutel Printers.
- Klik op Waarde toevoegen in het menu Bewerken.
- Voeg een waarde met de volgende gegevens toe:
Naam: DefaultSpoolDirectory
Type: REG_SZ
Gegevens:volledig pad naar de printerspoolmap
- Sluit Register-editor af.
- Open Bestandsbeheer, selecteer het station waarop u de nieuwe spoolmap wilt maken en maak de map op het station dat u hebt gedefinieerd in de registerwaarde DefaultSpoolDirectory. Als u onder DefaultSpoolDirectory in het register bijvoorbeeld de waarde 'F:\SPOOL' hebt ingevoerd, maakt u een map met de naam SPOOL op station F.
- Als de nieuwe map zich op een NTFS-station bevindt, kent u de juiste machtigingen toe aan de spoolmap.
Voor meer informatie klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
137503 Default Windows NT Spool Directory and Permissions
- Voor meer informatie klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
Stop de spooler en start deze opnieuw op in de sectie Services van het Configuratiescherm.
Controleer als volgt de werking:
- Start Bestandsbeheer en klik op de spoolmappen op het betreffende station.
- Open in een toepassing (bijvoorbeeld Write) een document van meer dan 100 Kb groot.
- Druk het document af en druk tijdens het afdrukken onmiddellijk op ALT+TAB om terug te keren naar het venster Bestandsbeheer.
In het rechterdeelvenster, onder de spoolmap, moeten nu twee bestanden worden weergegeven met de extensies .shd en .spl. Nadat het afdrukken is voltooid, verwijdert Windows deze bestanden. Als er geen bestanden worden weergegeven, drukt u een groter bestand af. - Controleer registerinstellingen en NTFS-machtigingen om te bevestigen dat de spoolmap zich op een NTFS-partitie bevindt.
Voor meer informatie klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
137503 Default Windows NT Spool Directory and Permissions
Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP
- Dubbelklik op Printers in het Configuratiescherm (dubbelklik in Windows XP opPrinters en faxapparaten.
- Klik op Eigenschappen voor Server in het menu Bestand en open het tabblad Geavanceerd.
- Typ het gewenste pad in het vak Spoolmap en klik op OK.OPMERKING: sommige programma's van andere fabrikanten verhinderen dat het spoolbestand kan worden verplaatst onder Windows NT 4.0.
Sectie 3: De standaardspoolmap per printer verplaatsen en meerdere spoolmappen maken
OPMERKING: als u deze procedure volgt, wordt een nieuwe spoolmap gemaakt voor een specifieke printer die in het systeem is geconfigureerd. Als u een spoolmap voor alle printers wilt definiëren, gebruikt u de procedure uit sectie 2.
- Start Register-editor.
- Ga naar de volgende subsleutel onder HKEY_LOCAL_MACHINE:
\SYSTEM\CurrentControlSet\Control\Print\Printers \specifieke printer\SpoolDirectory
- Ga naar de sleutel Specifieke printers.
- Controleer of de waarde SpoolDirectory wordt weergegeven in het rechterdeelvenster. Als deze waarde niet aanwezig is, klikt u op Waarde toevoegen in het menu Bewerken.
- Voeg een waarde met de volgende gegevens toe:
Naam: SpoolDirectory
Type: REG_SZ
Gegevens:volledig pad naar de printerspoolmap
- Sluit Register-editor af.
- Open Bestandsbeheer, selecteer het station waarop u de nieuwe spoolmappen wilt maken en maak de mappen op het station dat u hebt gedefinieerd in de registerwaarde SpoolDirectory voor elke printer.
Als de waarde onder SpoolDirectory in het register bijvoorbeeld 'F:\SPOOL\PRINTQ1' is, moet u een map maken met de naam SPOOL op station F:, waarna u onder SPOOL een submap maakt met de naam PRINTQ1. - Als de nieuwe mappen zich op een NTFS-station bevinden, kent u de juiste machtigingen toe aan de spoolmappen.
Klik op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base voor meer informatie over de juiste waarden:
137503 Default Windows NT Spool Directory and Permissions
- Klik op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base voor meer informatie over de juiste waarden:
Stop de spooler en start deze opnieuw op in de sectie Services van het Configuratiescherm.
Controleer als volgt de werking:
- Start Bestandsbeheer en klik op de spoolmappen op het betreffende station.
- Open in een toepassing (bijvoorbeeld Write) een document van meer dan 100 Kb groot.
- Druk het document af en druk tijdens het afdrukken onmiddellijk op ALT+TAB om terug te keren naar het venster Bestandsbeheer.
In het rechterdeelvenster, onder de spoolmap, moeten nu twee bestanden worden weergegeven met de extensies .shd en .spl. Nadat het afdrukken is voltooid, verwijdert Windows deze bestanden. Als er geen bestanden worden weergegeven, drukt u een groter bestand af. - Controleer registerinstellingen en NTFS-machtigingen om te bevestigen dat de spoolmap zich op een NTFS-partitie bevindt.
Voor meer informatie klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
137503 Default Windows NT Spool Directory and Permissions
OPMERKING:
DefaultSpoolDirectory noch
SpoolDirectory wordt standaard ingesteld. De algemene standaardlocatie voor alle printerspoolbestanden is %SystemRoot%\System32\Spool\Printers.
DefaultSpoolDirectory definieert een nieuwe algemene standaardlocatie voor alle spoolbestanden van alle printers. SpoolDirectory definieert een nieuwe printerspecifieke locatie voor spoolbestanden. Deze locatie heeft voorrang boven de algemene standaardlocatie.
U moet een mapnaam opgeven en kunt niet volstaan met het aangeven van de hoofdmap (bijvoorbeeld 'C:\'). Gebruik de notatie C:\
Map, waarbij '
Map' de naam is van de map die u wilt gebruiken. Als u wel de hoofdmap opgeeft als standaardlocatie voor spoolbestanden, wordt automatisch de map %SystemRoot%\System32\Spool\Printers gebruikt.
Dit wordt niet vermeld in de documentatie bij de Windows Resource Kit, noch wordt expliciet vermeld dat alleen het opgeven van een map tot het gewenste resultaat leidt (zie de van toepassing zijnde pagina's in de documentatie).