Samenvatting

Als beheerder van een computer met Windows XP Professional kunt u uw computer configureren om de gebruikerstoegang tot bestanden, mappen en printers te controleren. Deze functie is niet beschikbaar in Windows XP Home Edition.


Terug naar begin

Controle van gebruikerstoegang tot bestanden, mappen en printers

Het controlelogboek wordt weergegeven in het beveiligingslogboek in Logboeken. U activeert deze functie als volgt:

1. Klik op Start en klik achtereenvolgens op Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud en Systeembeheer.
2. Dubbelklik op Lokaal beveiligingsbeleid.
3. Dubbelklik in het linkerdeelvenster op Lokaal beleid om de onderliggende items weer te geven.
4. Klik in het linkerdeelvenster op Controlebeleid waardoor in het rechterdeelvenster de afzonderlijke beleidsinstellingen worden weergegeven.
5. Dubbelklik op Objecttoegang controleren.
6. Schakel het selectievakje Geslaagde pogingen in om de geslaagde toegang tot specifieke bestanden, mappen en printers te controleren.
7. Schakel het selectievakje Mislukte pogingen in om de mislukte toegang tot deze objecten te controleren.
8. Schakel de twee selectievakjes in wanneer u beide typen pogingen wilt controleren.
9. Klik op OK.

Terug naar begin

Bestanden, mappen en printers ter controle opgeven

Nadat u de controle hebt ingeschakeld, kunt u opgeven welke bestanden, mappen en printers u wilt controleren. Ga hiervoor als volgt te werk:

1. Ga in Windows Verkenner naar het bestand of de map die u wilt controleren. Voor het controleren van een printer klikt u op Start en klikt u op Printers en faxapparaten.
2. Klik met de rechtermuisknop op het bestand, de map of de printer die u wilt controleren en klik op Eigenschappen.
3. Open het tabblad Beveiliging en klik op Geavanceerd.
4. Open het tabblad Controle en klik op Toevoegen.
5. Typ in het vak Geef de objectnaam op de naam van de gebruiker of groep van wie u de toegang wilt controleren. U kunt in de computer naar namen zoeken door te klikken op Geavanceerd en op Nu zoeken in het dialoogvenster Gebruiker of groep selecteren.
6. Klik op OK.
7. Schakel het selectievakje Geslaagd of Mislukt in voor de actie die u wilt controleren en klik op OK.
8. Klik op OK en klik nogmaals op OK.

Terug naar begin

Probleemoplossing

• De controle kan alleen worden uitgevoerd als de vaste schijf is geformatteerd met het NTFS-bestandssysteem.
• Als de computer deel uitmaakt van een domein en de beheerder het controlebeleid heeft ingesteld op domeinniveau, worden deze lokale instellingen opgeheven door dit beleid.

Terug naar begin