De informatie in dit artikel is van toepassing op:
- Microsoft Windows XP Professional
- Microsoft Windows XP Home Edition
Dit artikel is eerder gepubliceerd onder NL308535
Als uw hardwareprobleem niet wordt beschreven in dit artikel, raadpleegt u de volgende Microsoft-website voor meer artikelen over hardware:
Samenvatting
In dit artikel worden de verschillende toestanden van geavanceerd energiebeheer (APM) beschreven.Meer informatie
In de specificatie van geavanceerd energiebeheer (APM) worden de volgende energietoestanden gedefinieerd:
- Gereed
- Stand-by
- Onderbroken
- Slaapstand
- Uit
Drie van deze toestanden zijn van toepassing op zowel afzonderlijke computeronderdelen als op de computer als geheel. De onderbroken toestand is een speciale toestand voor laag energieverbruik die van toepassing is op de computer als geheel en niet op de afzonderlijke onderdelen.
Gereed
In de toestand Gereed, wordt de computer of het apparaat volledig van stroom voorzien en is deze gereed voor gebruik. De APM-definitie van Gereed geeft alleen aan dat de computer of het apparaat volledig van stroom wordt voorzien, er wordt geen verschil gemaakt tussen de actieve en de niet-actieve toestand.
Stand-by
Stand-by is een tussenliggende systeemafhankelijke toestand waarin wordt getracht energie te besparen. Stand-by is van toepassing wanneer de centrale verwerkingseenheid (CPU) niet actief is en er gedurende een specifieke tijdsperiode geen apparaatactiviteit is waargenomen. De computer keert pas terug in de toestand Gereed bij een van de volgende gebeurtenissen:
- Een apparaat veroorzaakt een hardware-interrupt
- Er wordt een bestuurd apparaat opgeroepen
Alle gegevens- en operationele parameters blijven behouden wanneer de computer in stand-by verkeert.
Onderbroken
De onderbroken toestand is een toestand van de computer die is gedefinieerd als het laagste beschikbare niveau van energieverbruik waarbij operationele gegevens en parameters blijven behouden. De onderbroken toestand kan worden geïnitieerd door het Basic Input Output System (BIOS) of door de software boven het BIOS. Het systeem-BIOS kan de computer zonder kennisgeving in de onderbroken toestand zetten als een situatie wordt bespeurd die een onmiddellijke reactie vereist, bijvoorbeeld wanneer de stroomvoorziening door de accu ontoereikend is. Wanneer de computer in de onderbroken toestand verkeert, worden er geen rekenkundige bewerkingen uitgevoerd totdat de normale activiteiten worden hervat. De activiteiten worden pas hervat na een signaal dat afkomstig is van een externe gebeurtenis, zoals het indrukken van een knop, een timeralarm, enz.
Slaapstand
Windows XP heeft ingebouwde ondersteuning voor de slaapstand (door besturingssysteem bestuurde ACPI S4-slaapstand). In de slaapstand wordt de gehele toestand van de computer opgeslagen en wordt de stroomtoevoer afgesloten. De computer lijkt te zijn uitgeschakeld. Dit is de laagste beschikbare energieverbruikstand en deze is bestand tegen stroomuitval.
Wanneer de computer uit de slaapstand komt, voert het BIOS de gangbare POST uit en leest vervolgens het slaapbestand dat werd gemaakt om de computertoestand in op te slaan. De computer keert terug naar de laatste toestand waarin deze verkeerde voordat de computer in de slaapstand werd gezet. Vanuit de slaapstand wordt de computer sneller opgestart.
Wanneer u onderhoud uitvoert aan uw computer, dient u de computer uit te schakelen in plaats van de slaapstand te gebruiken.
Windows XP ondersteunt de slaapstand (ACPI S4-slaapstand). De Windows XP S4OS-slaapstand is beschikbaar op nieuwe computers en op upgrades die beschikken over de juiste videostuurprogramma's en niet VXD-audiostuurprogramma's.
S4 is de slaapstand. Deze lijkt erg veel op de APM Suspend to Disk-toestand.
Vereisten voor slaapstand
De computer moet APM 1.2 of ACPI ondersteunen.
Een paging-apparaat dat D3 ondersteunt (let op - bepaalde SCSI-configuraties ondersteunen dit niet).
WDM-audio.
Er zijn geen oude opnameapparaten aangesloten.
WebTV voor Windows is niet geïnstalleerd.
Hostcomputer zonder Internet-verbinding delen (client is OK).
Uit
Wanneer de computer of het apparaat in de uitstand staat, is deze uitgeschakeld en niet actief. In de uitstand worden gegevens en operationele parameters al dan niet behouden.
Referenties
APM 1.0-specificatie, Microsoft Windows 98 Resource Kit