De informatie in dit artikel is van toepassing op:
- Microsoft Windows Server 2003, 64-Bit Datacenter Edition
- Microsoft Windows Server 2003, Enterprise x64 Edition
- Microsoft Windows Server 2003, Datacenter Edition (32-bit x86)
- Microsoft Windows Server 2003, Enterprise Edition (32-bit x86)
- Microsoft Windows Server 2003, Standard Edition (32-bit x86)
- Microsoft Windows XP Professional
- Microsoft Windows XP Professional for Itanium-based systems
- Microsoft Windows XP Tablet PC Edition
- Microsoft Windows® 2000 Server
- Microsoft Windows 2000 Advanced Server
- Microsoft Windows 2000 Professional Edition
Belangrijk Dit artikel bevat informatie over het bewerken van het register. Voordat u het register gaat bewerken, moet u er een back-up van maken en moet u weten hoe u het register kunt herstellen als er een probleem optreedt. Als u meer informatie wilt over het maken van een back-up van het register en het herstellen of bewerken van het register, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
256986Beschrijving van het Microsoft Windows-register
Inleiding
Als u bent aangemeld als een beheerder of als lid van de groep beheerders, wordt u vanuit het systeemvak van de taakbalk gevraagd de functie Automatische updates van Windows in te stellen.
Voor meer informatie over de beschikbaarheid van de functie Automatische updates en hoe u deze functie kunt instellen en gebruiken, klikt u op de volgende artikelnummers in de Microsoft Knowledge Base:
306525Procedure: Automatische updates configureren in Windows XP
327850Procedure: Automatische updates configureren en gebruiken in Windows 2000
Als u een gevorderde gebruiker of een IT-professional bent, kunt u een van de onderstaande methoden gebruiken om Automatische updates te configureren:
- Groepsbeleid of Systeembeleid van Microsoft Windows NT 4.0 gebruiken
- Het register wijzigen
In dit artikel wordt beschreven hoe u een van deze methoden kunt gebruiken om de functie Automatisch updates te configureren.
Meer informatie
Automatisch updates configureren via Lokaal groepsbeleid
- Klik op Start en klik op Uitvoeren.
- Typ gpedit.msc en klik op OK.
- Klik op Computerconfiguratie.
- Klik met de rechtermuisknop op Beheersjablonen en klik op Sjablonen toevoegen/verwijderen.
- Klik op Toevoegen, klik op Wuau.adm in de map Windows\Inf en klik op Openen.
- Klik op Sluiten.
- Vouw onder Computerconfiguratie achtereenvolgens Beheersjablonen, Windows-onderdelen en Windows Update uit.
Het beleid Automatische updates configureren verschijnt. Dit beleid geeft aan of de computer beveiligingsupdates en andere belangrijke downloads ontvangt via de functie Automatische updates van Windows. U kunt met dit beleid instellen of automatische updates zijn ingeschakeld op de computer. Als de service is ingeschakeld, moet u een van de drie configuratieopties selecteren. - Dubbelklik op het beleid Automatische updates configureren als u de beleidsinstellingen wilt weergeven.
- U schakelt Automatische updates in door op Ingeschakeld te klikken in de lijst met opties boven aan het tabblad Instellingen.
Als u op Ingeschakeld klikt, moet u een van de drie configuratieopties selecteren die zijn vermeld in stap 10. - Selecteer een van de volgende drie opties:
- 2 - Downloaden en installeren melden
Als er updates worden gevonden die van toepassing zijn op deze computer, verschijnt er een pictogram in het systeemvak en wordt er een bericht weergegeven dat de updates kunnen worden gedownload. Als u op het pictogram of het bericht klikt, wordt de optie weergegeven die u gebruikt om de updates te selecteren die moeten worden gedownload. De geselecteerde updates worden op de achtergrond gedownload. Als het downloaden is voltooid, verschijnt het pictogram nogmaals in het systeemvak en wordt er een bericht weergegeven dat de updates kunnen worden geïnstalleerd. Als u op het pictogram of het bericht klikt, wordt de optie weergegeven die u gebruikt om de updates te selecteren die moeten worden geïnstalleerd. - 3 - Automatisch downloaden en installeren melden
Opmerking Dit is de standaardinstelling.
Er wordt in Windows gezocht naar updates die van toepassing zijn op de computer. Deze worden op de achtergrond gedownload. De gebruiker ontvangt geen melding tijdens dit proces. Als het downloaden is voltooid, verschijnt het pictogram in het systeemvak en wordt er een bericht weergegeven dat de updates kunnen worden geïnstalleerd. Als u op het pictogram of het bericht klikt, wordt de optie weergegeven die u gebruikt om de updates te selecteren die moeten worden geïnstalleerd. - 4 - Automatisch en installatie plannen
U kunt het schema instellen door de gewenste opties te selecteren in het dialoogvenster Groepsbeleidsinstellingen. Als u geen schema opgeeft, wordt het standaardschema voor alle installaties gebruikt. Volgens dit schema is dat elke dag om 3 uur 's morgens. Als voor een van de updates vereist is dat de computer opnieuw wordt opgestart, wordt dit automatisch gedaan door Windows. Als een gebruiker is aangemeld op de computer wanneer Windows de computer opnieuw opstart, ontvangt de gebruiker een bericht dat de computer opnieuw wordt opgestart. De gebruiker kan het opnieuw opstarten uitstellen.
Als u 4 - Automatisch een installatie plannen selecteert, kunt u een terugkerend schema instellen. Als u geen schema instelt, worden alle updates elke dag om 3 uur 's morgens gedownload en geïnstalleerd. - Overige opties
U kunt ook de optie Uitgeschakeld of Niet geconfigureerd selecteren. Als u Uitgeschakeld selecteert, moet een beheerder handmatig de beschikbare updates downloaden van de website Microsoft Windows Update en deze installeren.
Als u Niet geconfigureerd selecteert, wordt de status van automatische updates niet weergegeven op het groepsbeleidsniveau. De status is 'ingeschakeld' of 'niet ingeschakeld'. Een beheerder kan nog steeds automatische updates instellen via het configuratiescherm. In het configuratiescherm zijn dezelfde instellingen beschikbaar als bij Groepsbeleid.
Opmerking Een bijgewerkte beheersjabloon (ADM-bestand) kan nu worden gebruikt met de functie voor automatische updates van Windows Server 2003 en de SUS (Software Update Services) Service Pack 1-client (SP1). Dit bijgewerkte beleidsbestand voegt twee nieuwe beleidsregels toe:
- Automatische update-installaties opnieuw plannen
In dit beleid wordt de tijd vastgesteld die Automatische updates moet wachten nadat de computer is opgestart, voordat een geplande installatie wordt voortgezet die eerder was gemist. - Niet automatisch opnieuw opstarten na automatische update-installaties
In dit beleid wordt vastgelegd dat Automatische updates moet wachten totdat de computer door een aangemelde gebruiker opnieuw wordt opgestart om een geplande installatie te voltooien. Als dit beleid niet wordt gebruikt, wordt de computer automatisch opnieuw opgestart.
De bijgewerkte client en het beleidsbestand zijn opgenomen in Windows Server 2003. Als u de SUS SP1-client voor Windows 2000- en Windows XP-computers wilt downloaden, gaat u naar de volgende Microsoft-website:
Als u de bijgewerkte beheersjabloon voor Windows 2000- en Windows XP-computers wilt downloaden, gaat u naar de volgende Microsoft-website:
Beleidsinstellingen laden met groepsbeleid in Active Directory-adreslijstservices
Als u beleidsinstellingen wilt laden via Groepsbeleid, moet u het bestand Wuau.adm gebruiken waarin de nieuwe beleidsinstellingen voor de Automatische updates-client worden beschreven. Wuau.adm wordt automatisch geïnstalleerd in de map
Windows\Inf wanneer u de nieuwe functie voor automatische updates installeert.
U kunt
Windows\Inf\Wuau.adm als een beheersjabloon laden in de Groepsbeleidsobjecteditor.
U laadt als volgt beleidsinstellingen met groepsbeleid in Active Directory:
- Open het menu Start en klik op Uitvoeren op een Active Directory-domeincontroller.
- Typ dsa.msc.
- Klik met de rechtermuisknop op de organisatie-eenheid of het domein waarin u het beleid wilt maken en klik op Eigenschappen.
- Open het tabblad Groepsbeleid en klik op Nieuw.
- Typ een naam voor het beleid en klik op Bewerken.
- Klik onder Computerinstellingen op Beheersjablonen.
- Klik op Sjablonen toevoegen/verwijderen en op Toevoegen.
- Typ de naam van het ADM-bestand van Automatische updates, bijvoorbeeld windows-map\inf\wuau.adm.
- Klik op Openen.
Automatische updates instellen door het register te bewerken
Waarschuwing Onjuist gebruik van de Register-editor kan ernstige problemen veroorzaken die ertoe kunnen leiden dat u het besturingssysteem opnieuw moet installeren. Microsoft kan niet garanderen dat problemen die voortvloeien uit een verkeerd gebruik van de Register-editor, kunnen worden opgelost. Het gebruik van de Register-editor is dan ook voor uw eigen risico.
In een niet-Active Directory-omgeving kunt u registerinstellingen bewerken om automatische updates in te stellen.
Opmerking U moet deze registersleutels handmatig instellen.
U kunt deze registersleutels op een van de volgende manieren instellen:
- Bewerk het register handmatig met Register-editor (regedit.exe).
- Implementeer deze registersleutels centraal met de functie voor systeembeleid van Windows NT 4.0.
Volg onderstaande stappen om Register-editor te gebruiken:
- Klik op Start, klik op Uitvoeren en typ regedit in het vak Openen.
- Selecteer de volgende registersleutel:
HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Policies\Microsoft\Windows\WindowsUpdate\AU
- Voeg een van de volgende instellingen toe:
- Naam: NoAutoUpdate
Gegevens: 0 of 1 - 0: Automatische updates is ingeschakeld (standaard).
- 1: Automatische updates is uitgeschakeld.
Registerwaardetype: Reg_DWORD - Naam: AUOptions
Gegevens: 1 tot 4 - 1: Windows mijn computer up-to-date laten houden is uitgeschakeld in Automatische updates.
- 2: Downloaden en installeren melden.
- 3: Automatisch downloaden en installeren melden.
- 4: Automatisch downloaden en geplande installatie.
Registerwaardetype: Reg_DWORD - Naam: ScheduledInstallDay
Gegevens: 0 tot 7 - 0: Elke dag.
- 1 tot 7: De dagen van de week van zondag (1) tot zaterdag (7).
Registerwaardetype: Reg_DWORD - Naam: ScheduledInstallTime
Gegevens: n, waarbij n de tijd is in een tijdsindeling van 24 uur (0-23).
Registerwaardetype: Reg_DWORD - Naam: UseWUServer
Gegevens: stel deze waarde in op 1 om de automatische updates in te stellen, zodat een server wordt gebruikt met Software Update Services in plaats van Windows Update.
Registerwaardetype: Reg_DWORD - Naam: RescheduleWaitTime
Gegevens: m, waarbij m gelijk is aan de tijd vanaf het moment waarop Automatische updates wordt gestart tot het moment waarop installaties worden gestart waarvoor de geplande tijd is verstreken. De tijd wordt ingesteld in minuten van 1 tot 60, hetgeen staat voor 1 minuut tot 60 minuten.
Registerwaardetype: Reg_DWORD
Opmerking Deze instelling heeft alleen invloed op clientgedrag nadat de clients zijn bijgewerkt naar de clientversie van SUS SP1 of later. - Naam: NoAutoRebootWithLoggedOnUsers
Gegevens: Reg_DWORD: 0 (onwaar) of 1 (waar). Als de instelling is ingesteld op 1, wordt de computer niet automatisch opnieuw opgestart.
Registerwaardetype: Reg_DWORD
Opmerking Deze instelling heeft invloed op clientgedrag nadat de clients zijn bijgewerkt naar de SUS SP1-client versie of later.
Raadpleeg het artikel 'Software Update Services Deployment' voor meer informatie over het gebruik van automatische updates met een server met Software Update Services. U vindt dit artikel op de volgende website van Microsoft:
Als u automatische updates rechtstreeks instelt met de beleidsregistersleutels, negeert het beleid de instellingen die zijn opgegeven door de lokale beheerder om de client in te stellen. Als een beheerder de registersleutels later verwijdert, worden de voorkeursinstellingen die zijn ingesteld door de lokale beheerder weer gebruikt.
Als u wilt bepalen welke server met SUS uw clientcomputers en servers gebruiken voor de updates, voegt u de volgende registerwaarden toe aan het register:
HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Policies\Microsoft\Windows\WindowsUpdate\
Naam: WUServer
Registerwaardetype: Reg_SZ
Door deze waarde wordt de SUS-server ingesteld via de HTTP-naam (bijvoorbeeld http://IntranetSUS).
Naam: WUStatusServer
Registerwaardetype: Reg_SZ
Door deze waarde wordt de SUS-statistiekenserver ingesteld via de HTTP-naam (bijvoorbeeld http://IntranetSUS).
Registerwaarde