Samenvatting

In dit artikel wordt beschreven hoe u de Windows Terminal Services-client kunt distribueren binnen een bedrijf met behulp van een groepsbeleid in Active Directory.

OPMERKING: in dit artikel wordt uitgegaan van de omgevingsvereisten en belangrijkste termen en concepten zoals beschreven in de korte technische beschrijving 'Using WinINSTALL LE to Repackage Applications for the Windows Installer Walkthrough'. Deze technische beschrijving is beschikbaar via Microsoft TechNet en op de volgende Microsoft-website op het Internet:


Terug naar begin

De zes basistaken voor de distributie van de Terminal Services-client via Active Directory

1. Voorbereiding op het samenstellen van het pakket.
2. Het installatiepakket maken.
3. Installatie Terminal Services-client.
4. Opvolgingspakket maken.
5. Groepsbeleid maken.
6. Pakket toepassen.

Deze stappen worden hieronder uitvoerig beschreven.

1. Voorbereiding op het samenstellen van het pakket:
   1. Maak een netwerkshare waarop u de installatiebestanden wilt plaatsen. Deze share moet beschikbaar zijn zolang de Terminal Services-client is geïnstalleerd.
   2. Kopieer de installatiebestanden voor de Terminal Services-client van \<SystemRoot>\System32\Clients\Tsclient\Net\Win32 (of Win32a voor Alpha-computers) naar een map op de share.
2. Het installatiepakket maken:
   
   
   1. Op het referentiewerkstation opent u het hulpprogramma Discovery (Discoz.exe) door het UNC-pad te typen (of start het programma vanuit Netwerkomgeving).
      
      OPMERKING: zoals in de technische beschrijving wordt vermeld, mag er geen station worden toegewezen aan de map waarin Discoz.exe zich bevindt.
   2. Geef de toepassingsnaam 'Terminal Services Client' op in het programma WinINSTALL Discover. Klik op de knop '...' en zoek de netwerkshare voor installatie. Typ als bestandsnaam TSClienten klik op Openen. Controleer of het besturingssysteem is ingesteld op 32-bits Windows en klik op Volgende.
   3. Stel op een vaste schijf met voldoende vrije ruimte een tijdelijke werkmap in en klik op Volgende.
   4. Selecteer het station waarop u de Terminal Services-client wilt installeren en klik op Toevoegen. Dit station wordt weergegeven in de lijst 'Drives to Scan'. Klik op Volgende.
   5. Accepteer de standaardlijst voor het uitsluiten van bestanden door op Volgende te klikken.
   6. Het programma WinINSTALL Discover geeft een bericht weer wanneer de momentopname Before (Voor) is voltooid. Klik op OK, typ het UNC-pad naar de netwerkshare waarop de installatiebestanden voor de Terminal Services-client zich bevinden en start de installatie door Setup.exe uit te voeren.
3. Installatie Terminal Services-client:
   
   
   1. Klik op Doorgaan als Setup is gestart.
   2. Typ de standaardnaam en bedrijfsgegevens en klik op OK. Bevestig de invoer en klik op OK.
   3. Klik op Ik ga akkoord om de gebruiksrechtovereenkomst te accepteren.
   4. Controleer of het installatiepad aanwezig is op het station dat u in stap 2d hebt geselecteerd. Wijzig zo nodig het installatiepad zodat dit verwijst naar het station dat u in stap 2d hebt geselecteerd. Klik op de grote knop om de installatie te starten.
   5. Terminal Services Client Setup vraagt u of alle gebruikers van de computer dezelfde begininstellingen moeten hebben. Klik op Ja.
   6. Klik op OK als wordt gemeld dat de installatie met succes is voltooid.
   OPMERKING: als er fouten optreden, sluit u Setup, voert u WinINSTALL Discover opnieuw uit en herhaalt u stap 2.
4. Opvolgingspakket maken:
   
   
   1. Als de installatie is voltooid, start u opnieuw het programma Discovery via het UNC-pad (of start dit programma vanuit Netwerkomgeving). Klik op Volgende om de momentopname After (Na) te starten.
   2. Als de melding 'Conversion Successful' verschijnt, genereert het programma Discover mogelijk waarschuwingen. Dit zijn niet noodzakelijkerwijs problemen met de installatie zelf. Klik op OK.
   3. Klik op OK om te bevestigen dat de momentopname After (Na) is voltooid. Het .msi-bestand en de bijbehorende bestanden worden gemaakt in de netwerkshare waarop de installatiebestanden voor de Terminal Services-client zich bevinden. Verwijder deze bestanden of mappen niet.
5. Groepsbeleid maken:
   
   
   1. Start op de server de beheerconsole Active Directory: gebruikers en computers.
   2. Zoek de gewenste Organisatie-eenheid waarbinnen u de Terminal Services-client wilt gebruiken. Geef de gewenste gebruikers, groepen en/of computers voor de organisatie-eenheid op.
   3. Klik met de rechtermuisknop op de container en klik vervolgens op Eigenschappen.
   4. Open het tabblad Groepsbeleid en klik op Nieuw. Geef het nieuwe beleid de naam 'Distributie van Terminal Services-client' en klik op Bewerken. Group Policy Manager wordt gestart.
   5. Klik op het beleidsobject dat overeenkomt met uw gebruiksstrategie. Als u de Terminal Services-client per computer wilt distribueren, klikt u op het object Computer Policy. Als u de Terminal Services-client per gebruiker wilt distribueren, klikt u op het object User Policy.
   6. Klik in het linkerdeelvenster op het plusteken (+) naast het beleidsobject om de onderliggende items weer te geven. Vouw onder het beleidsobject het item Software-instellingen uit zodat het beleidsobject 'Software-installatie' wordt weergegeven.
   7. Klik met de rechtermuisknop opSoftware-installatie, wijs Nieuw aan en klik op Pakket. U kunt ook Nieuw in het menu Actie kiezen en op Pakket klikken.
   8. Het hulpprogramma Software Package Control wordt geopend. Zoek via het UNC-pad de netwerkshare met de installatiebestanden voor de Terminal Services-client en klik op het MSI-pakket dat u hebt gemaakt. Klik op Openen.
   9. Klik op de gewenste gebruiksmethode of klik op Geavanceerd om het pakket zo nodig te configureren.
   10. Het pakket moet worden weergeven in het rechterdeelvenster van het venster Groepsbeleid. Sluit Group Policy Manager en sluit het hulpprogramma Group Policy Control.
   11. Sluit de beheerconsoleActive Directory: gebruikers en computers.
   12. Vernieuw het domeinbeleid door de juiste regel in te voeren op de opdrachtregel:

       secedit /refreshpolicy machine_policy /enforce
       
       
       -of-
       
       
       secedit /refreshpolicy user_policy /enforce

6. Pakket toepassen:
   
   
   1. Controleer eerst of replicatie heeft plaatsgevonden in alle domeincontrollers voordat u het gepubliceerde programma probeert te gebruiken.
   2. Meld u aan bij een werkstation om de gepubliceerde Terminal Services-client te ontvangen.
   3. Test het beleid en breng desgewenst wijzigingen aan.
   4. U kunt de installatie van de Terminal Services-client nu veilig van de referentiecomputer verwijderen.

Het beleid moet nu voor alle gebruikers beschikbaar zijn. Als u de Terminal Services-client moet verwijderen, kunt u de client automatisch van de werkstations verwijderen met de optie die wordt weergegeven als u het pakket uit het beleid verwijdert.

OPMERKING: wellicht moet u een transformatie of bewerking op het pakket (.mst-bestand) uitvoeren om bepaalde delen van de installatie aan te passen. Dit is afhankelijk van de behoeften van het bedrijf.


Terug naar begin