Samenvatting

In dit artikel wordt beschreven hoe u DHCP-opties uit het Novell SLP (Service Location Protocol)-protocol toevoegt aan de DHCP-service.
U kunt de DHCP-opties 78 en 79 instellen voor de DHCP-service die bij Windows 2000 wordt geleverd. Op Novell-clients is soms de configuratie van de DHCP-opties 78 en 79 vereist. Deze opties worden ook wel de SLP-opties genoemd. De SLP-opties (uit Request for Comments [rfc] 2610) hebben een extra vlag in het optieveld, waardoor dit veld afwijkt van alle andere DHCP-opties. Deze vlag wordt de verplichte byte genoemd. De overige DHCP-opties voor eenvoudige adresmatrices hebben deze structuur niet.


In het volgende voorbeeld worden SLP-opties en DCHP-opties vergeleken:

• SLP-opties:
  | Code = 78 | Length | Mandatory | a1 | a2 | a3 | a4 | ...
  
• Alle overige DHCP-opties:
  | Code = 32 | Length | a1 | a2 | a3 | a4 |...
  

Deze extra byte voorkomt dat u het IPAddress-matrixtype gebruikt in de module als u deze optie toevoegt. U kunt de optie wel toevoegen als u optie 78 als byte-matrix en optie 79 als encapsulated-matrix definieert.


Terug naar begin

Optie 78 instellen als byte-matrix en optie 79 als encapsulated-matrix

Ga als volgt te werk om optie 78 in te stellen als byte-matrix en optie 79 als encapsulated-matrix:

1. Start de DHCP-module.
2. Klik met de rechtermuisknop op het serverknooppunt en klik opVooraf gedefinieerde opties instellen.
3. Klik op Toevoegen en typ een naam voor de optie, bijvoorbeeld 'SLP DA'.
4. Selecteer het gegevenstype Byte en schakel het selectievakje Matrix in.
5. Typ in het vak Code het volgende: 78.
6. Typ een beschrijving voor de optie, bijvoorbeeld 'SLP DA-instelling voor Novell-client' en klik op OK.
7. Klik met de rechtermuisknop op Serveropties en klik op Opties configureren.
8. Klik op Optie 78 en typ de juiste gegevens.
9. Typ in het vak Verplicht 0of 1en klik op Toevoegen.
   
   
   Dit is de instelling voor de verplichte byte. Als u 0typt, wordt deze instelling overschreven door een statische configuratie. Als u 1typt, overschrijft de DHCP-instelling de statische configuratie. Zie de Novell-documentatie voor volledige informatie over deze waarde.
10. Typ elk IP-adres. U moet elk octet van het IP-adres afzonderlijk toevoegen.
    
    
    Voor de adressen 192.168.1.2 en 192.168.1.3 typt u bijvoorbeeld 192, klikt u op Toevoegen, typt u 168, klikt u op Toevoegen, typt u 1, klikt u op Toevoegen, typt u 2, klikt u op Toevoegen, enzovoort. De lijst met byte-matrices ziet er dan als volgt uit:

    1
    
    192
    
    168
    
    1
    
    2
    
    192
    
    168
    
    1
    
    3
    

11. Ga terug naar de DHCP-module.
12. Klik met de rechtermuisknop op het serverknooppunt en klik opVooraf gedefinieerde opties instellen.
13. Klik op Toevoegen om optie 79 toe te voegen en typ een naam voor de optie, bijvoorbeeld 'SLP-bereik'.
14. Selecteer het gegevenstype Encapsulated en typ 79 in het vak Code.
15. Typ een beschrijving voor de optie, bijvoorbeeld 'SLP-bereik voor Novell-client' en klik op OK.
16. Klik met de rechtermuisknop op Serveropties en klik op Opties configureren.
17. Klik op Optie 79 en typ de juiste gegevens.
18. De eerste byte wordt ingesteld op 00. Laat deze waarde staan of typ in plaats daarvan 01.
    
    
    Dit is de instelling voor de verplichte byte. Als u 0typt, wordt deze instelling overschreven door een statische configuratie. Als u 1typt, overschrijft de DHCP-instelling de statische configuratie. Zie de Novell-documentatie voor volledige informatie over deze waarde.
19. Typ de bereiknamen voor ASCII-gegevens die worden geconverteerd naar hexadecimale notatie. Elke bereiknaam moet worden gescheiden door een komma, ofwel een '2C' in hexadecimale notatie. De volgende tekst is een voorbeeld van encapsulated hexadecimale gegevens (een bereik ttt,uuuu,vvvvv):

    00 74 74 74 2C 75 75 75
    
    75 2C 76 76 76 76 76

20. Klik op OK.

Terug naar begin