Samenvatting

Hardwareprofielen kunnen worden gebruikt om de computer te starten in een omgeving met of zonder LAN-verbinding (Local Area Network). In dit artikel wordt beschreven hoe u hardwareprofielen kunt gebruiken om een Windows-computer te configureren voor een LAN-omgeving en een mobiele omgeving.
Als u uw laptopcomputer met Windows start in een mobiele omgeving zonder LAN-verbinding, duurt het opstartonderdeel 'Bezig met het voorbereiden van netwerkverbindingen' ongewoon lang terwijl Windows probeert om de LAN-verbinding tot stand te brengen. Het dialoogvenster 'Welkom bij Windows' wordt na verloop van tijd echter weergegeven na een time-out van dit opstartonderdeel.


Terug naar begin

Een hardwareprofiel maken

OPMERKING: de modem moet in elk hardwareprofiel actief zijn om te kunnen in- of uitbellen.

1. Klik op Start, wijs Instellingen aan, klik op Configuratiescherm en dubbelklik op Systeem.
2. Klik op Hardware en vervolgens op Hardwareprofielen. Onder Beschikbare hardwareprofielen is ofwel het profiel Profiel bij gekoppelde computer, ofwel het profiel Profiel bij niet-gekoppelde computer (Huidig) geselecteerd.
3. Klik op Kopiëren, typ een naam voor het profiel, bijvoorbeeld Buiten kantooren klik op OK.
4. Klik op het profielBuiten kantoor, klik op Eigenschappen en schakel het selectievakjeDit is een draagbare computerin. Selecteer vervolgens de beste omschrijving voor het profiel. In dit geval selecteert uDe computer is niet gekoppeld.
5. Als u dit profiel wilt kunnen selecteren wanneer de computer wordt gestart, schakelt u het selectievakjeDit profiel altijd als optie weergeven tijdens het starten van Windowsin.
   
   OPMERKING: dit is de wijze waarop u de computer kunt configureren om het profiel 'Profiel bij gekoppelde computer', 'Profiel bij niet-gekoppelde computer' of 'Buiten kantoor' te kunnen selecteren wanneer u de computer opstart.
6. Klik op OK, selecteer het profiel Profiel bij gekoppelde computer of het profiel Profiel bij niet-gekoppelde computer (Huidig) en klik op Naam wijzigen. Typ een naam, bijvoorbeeld Op kantooren klik op OK. De profielen 'Op kantoor' en 'Buiten kantoor' worden in de lijst weergegeven. Klik op OK en start de computer opnieuw op.

Terug naar begin

Een computer starten met meerdere hardwareprofielen

1. In het opstartmenu wordt het submenu 'Hardwareprofiel/Configuration Recovery Menu' weergegeven met de profielen 'Op kantoor' en 'Buiten kantoor', en mogelijk met het profiel 'Nieuw hardwareprofiel'. Klik opBuiten kantooren druk op ENTER.
   
   OPMERKING: mogelijk wordt Nieuw hardwareprofiel aan de lijst toegevoegd zodat u nieuwe hardwareprofielen kunt toevoegen vanuit dit menu. Als u deze optie kiest, wordt een nieuw hardwareprofiel met standaardinstellingen gemaakt, bijvoorbeeld met de standaard VGA-schermresolutie. Dit profiel wordt echter niet in de lijst opgeslagen. Daarom is het raadzaam een van de twee bestaande hardwareprofielen te selecteren.
2. Als het hardwareprofiel voor het eerst wordt geladen, is het identiek aan het eerste profiel, met de netwerkverbindingen intact. Als foutberichten met betrekking tot profielen worden weergegeven wanneer u zich aanmeldt bij Windows, klikt u op OK of Doorgaan om de berichten te bevestigen en door te gaan.
3. Klik op Start, wijs Instellingen aan, klik op Configuratiescherm en dubbelklik op Systeem. Open het tabblad Hardware.
4. Klik op Apparaatbeheer en dubbelklik op de netwerkadapter met het groene netwerkadapterpictogram.
5. Schakel onder Apparaatgebruik het selectievakjeDit apparaat niet gebruiken in huidig hardwareprofiel (uitschakelen)in en klik op OK.
   
   OPMERKING: met het profiel 'Dit apparaat niet gebruiken in huidig hardwareprofiel (uitschakelen)' worden alle LAN-verbindingen uitgeschakeld.
6. In het dialoogvenster Apparaatbeheer is de netwerkadapter met een rood X-teken gemarkeerd om aan te geven dat het apparaat is uitgeschakeld.
   
   OPMERKING: modemverbinding is in beide profielen actief om verbinding te kunnen maken met het bedrijfsnetwerk of een Internet-provider.
7. Start de computer opnieuw op en selecteer het gewenste profiel.

Mogelijk wordt een derde profiel toegevoegd om uw laptop met Windows te configureren voor andere omgevingen. Hiertoe maakt u een nieuw profiel met behulp van de stappen die eerder in dit artikel werden beschreven. Geef dit profiel een naam die de betreffende omgeving het beste omschrijft. De volgende profielen omschrijven bijvoorbeeld het type netwerkadapter dat wordt gebruikt voor LAN-verbindingen:

Aanmelding op kantoor met LAN-verbinding

U kunt dit profiel 'Op kantoor - basisstation' noemen en de volgende configuratie instellen:

• Netwerkadapter op basisstation ingeschakeld voor normale LAN-verbinding en aanmelding bij domein op kantoor.
• Netwerkadapter pc-kaart uitgeschakeld.
• Modem ingeschakeld.

Terug naar begin

Aanmelding elders op kantoor

U kunt dit profiel 'Op kantoor - netwerkadapter pc-kaart' noemen en de volgende configuratie instellen:

• Netwerkadapter op basisstation uitgeschakeld.
• Netwerkadapter pc-kaart ingeschakeld voor LAN-verbinding en aanmelding bij domein in vergaderruimten of andere locaties op het bedrijf.
• Modem ingeschakeld.

Terug naar begin

LAN-verbinding buiten kantoor

U kunt dit profiel 'Buiten kantoor' noemen en de volgende configuratie instellen:

• Netwerkadapter op basisstation uitgeschakeld.
• Netwerkadapter pc-kaart uitgeschakeld.
• Modem ingeschakeld voor inbelverbinding vanaf locaties thuis of elders buiten kantoor.

Terug naar begin