Samenvatting
Beheerders beschikken over verschillende methoden om de configuratie van vertrouwensrelaties voor het domein weer te geven en om deze relaties te onderhouden, zowel lokaal als extern. In dit artikel worden de hulpprogramma's beschreven die gebruikt kunnen worden om de configuratie weer te geven.
Terug naar beginDe MMC-module Active Directory: domeinen en vertrouwensrelaties gebruiken
Ga als volgt te werk om de hiërarchie en de vertrouwensrelaties voor een domein weer te geven:
- Start de moduleActive Directory: domeinen en vertrouwensrelaties.Het hulpprogramma zoekt automatisch naar een domeincontroller voor het lezen van vertrouwensrelatiegegevens.
- Er wordt een pictogram weergegeven voor elk domein dat het hoofddomein aangeeft van elk item in de hiërarchie. Door een van deze knooppunten uit te vouwen, wordt de hiërarchie van eventuele onderliggende domeinen weergegeven. Als u de vertrouwensrelaties voor een bepaald domein wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op het domein en klikt u op Eigenschappen.
- Open het tabblad Vertrouwensrelaties. Voor elk domein dat door het geselecteerde domein wordt vertrouwd (vertrouwd domein) of waardoor het geselecteerde domein wordt vertrouwd (vertrouwend domein), wordt het type vertrouwensrelatie weergegeven en wordt aangegeven of de vertrouwensrelatie transitief is of niet. Via dezelfde interface kunnen ook vertrouwensrelaties worden toegevoegd of verwijderd. Als u meer informatie wilt weergeven of als u een transitieve vertrouwensrelatie opnieuw wilt instellen, klikt u op de gewenste vertrouwensrelatie en vervolgens op Weergeven/bewerken.
Terug naar beginDe MMC-module Active Directory: gebruikers en computers gebruiken
Beheerders kunnen de specifieke vertrouwensrelaties van een domein weergeven met de MMC-module Active Directory: gebruikers en computer:
- Start de moduleActive Directory: gebruikers en computers.Standaard wordt nu het domein weergegeven waarbij u zich hebt aangemeld.
- Klik op Geavanceerd in het menu Beeld.
- Vouw de inhoud van het linkerdeelvenster uit en zoek naar de container Systeem.
- Gebruik de kolom Type in het rechterdeelvenster om alle objecten met een bepaald type 'Vertrouwd domein' weer te geven. Als u meer informatie wilt weergeven over de eigenschappen van een bepaalde vertrouwensrelatie, klikt u met de rechtermuisknop op het object en klikt u op Eigenschappen. In het dialoogvenster waarin de uitgebreide informatie over de vertrouwensrelatie wordt weergegeven, kunnen beheerders bovendien de vertrouwensrelatie opnieuw instellen als deze transitief is.
Terug naar beginHet hulpprogramma NLTEST gebruiken
NLTEST is een hulpprogramma uit de Resource Kit dat kan worden gebruikt om de huidige lijst met vertrouwde domeinen voor een bepaalde server weer te geven. Voor elk domein dat wordt vermeld, kunt u de volgende gegevens weergeven:
- Index vertrouwensrelaties (specifiek voor elke domeincontroller; de vertrouwensrelaties zijn genummerd)
- NetBIOS-domeinnaam van het vertrouwde domein
- DNS-domeinnaam van het vertrouwde domein
- Type vertrouwensrelatie (NT 4, NT 5, MIT of DCE)
- Een van de volgende vlaggen:
- Direct Outbound: er is een rechtstreekse vertrouwensrelatie tussen dit domein en het domein voor de ondervraagde server.
- Native: dit domein bevindt zich momenteel in de native-modus.
- Primary Domain: dit domein is het domein voor de server die in de query werd gebruikt.
- Forest Tree Root: dit domein geeft de basis van een structuur in het forest aan.
- Forest:indexnummer: voor dit vertrouwde domein, waarbijindexnummerhet indexnummer is van het bijbehorende bovenliggende domein in dezelfde NLTEST-lijst.
Als u een query wilt uitvoeren voor een bepaalde server, typt u
NLTEST /server:servernaam/vertrouwde_domeinen.Het volgende resultaat kan bijvoorbeeld worden weergegeven als een query wordt uitgevoerd voor een domeincontroller in het hoofddomein van het forest (in dit voorbeeld heeft het hoofddomein de naam root.com). NLTEST geeft vertrouwde domeinen met transitieve vertrouwensrelaties weer als Windows 2000-vertrouwensrelaties met de vlag Direct Outbound.
Lijst vertrouwd domein:
0: TESTDOMAIN testdomain.root.com (NT 5) (Forest: 3) (Direct Outbound)
1: CHILD child.root.com (NT 5) (Forest: 3) (Direct Outbound)
2: GRANDCHILD grandchild.child.root.com (NT 5) (Forest: 1)
3: ROOT root.com (NT 5) (Forest Tree Root) (Primary Domain)
4: NT4DOMAIN (NT 4) (Direct Outbound)
5: NEWROOT newroot.com (NT 5) (Forest Tree Root) (Direct Outbound) ( Attr: 0x800000 )
Terug naar beginHet hulpprogramma ADSI Edit gebruiken
ADSI Edit is een hulpprogramma uit de Windows 2000 Resource Kit. Als u de volgende stappen wilt uitvoeren, moet u dit hulpprogramma installeren.
- Typ start adsiedit.mscbij de opdrachtprompt om een MMC-console te starten waarin het hulpprogramma ADSI Edit al aanwezig is. In het linkerdeelvenster bevinden zich verder ten minste drie knooppunten, één voor elke beschrijfbare naamgevingscontext, of partitie, van de Active Directory. Dit zijn de naamgevingscontexten Domain, Schema en Configuration.
- Vouw het knooppunt Domain NC [dc=uw domeinnaam,dc=com] in het linkerdeelvenster van de MMC-console uit. Vouw dit knooppunt verder uit totdat u bij het knooppunt CN=System komt. Vouw ook dit knooppunt uit.
- Gebruik de kolom Class in het rechterdeelvenster om alle objecten met een bepaald type 'Vertrouwd domein' weer te geven. Als u meer informatie wilt weergeven over de eigenschappen van een bepaalde vertrouwensrelatie, klikt u met de rechtermuisknop op het object en klikt u op Eigenschappen.
- Klik op Both in het vak Select which properties to view.
- Verschillende gegevens over de vertrouwensrelatie zijn opgeslagen in verschillende sleutelkenmerken van elk trustedDomain-object. Onderstaand worden de sleutelkenmerken weergegeven die u in het vak Select a property to view kunt selecteren, inclusief de betekenis van deze kenmerken:
flatName: bevat de NetBIOS-naam van het domein voor deze vertrouwensrelatie.
trustDirection: bevat de richting van de vertrouwensrelatie.
0=Uitgeschakeld
1=Inkomend (Vertrouwend domein)
2=Uitgaand (Vertrouwd domein)
3=Beide (Vertrouwd en Vertrouwend)
trustPartner: bevat een tekenreeks die de DNS-naam van het domein aangeeft als dit een Windows 2000-domein is, of de NetBIOS-naam van het domein als dit een downlevel-vertrouwensrelatie is.
trustType: bevat het type vertrouwensrelatie met het domein.
1=Downlevel-vertrouwensrelatie
2=Windows 2000-vertrouwensrelatie (uplevel)
3=MIT
4=DCE
Terug naar begin