Samenvatting
In dit artikel worden de stappen beschreven voor het overdragen van de beheerautoriteit in Windows 2000. Een beheerder kan met deze functie in Windows 2000 de beheerautoriteit voor een of meer organisatie-eenheden overdragen aan een gebruiker of groep, zonder de gebruiker of groep de beheerautoriteit voor het hele domein te geven. Hierdoor hebben beheerders meer flexibiliteit bij het toewijzen van de verantwoordelijkheid voor een bepaalde groep gebruikers-/groepsaccounts, printers of andere bronnen die in een organisatie-eenheid kunnen worden geplaatst.
Tot de machtigingen die kunnen worden overgedragen, behoren de machtiging om een bepaald type object te maken en te verwijderen (zoals gebruikersaccounts) in een organisatie-eenheid, de machtiging om de eigenschappen van de organisatie-eenheid zelf te wijzigen en machtigingen om eigenschappen van objecten in de organisatie-eenheid te wijzigen.
Een gebruiker aan wie autoriteit is overgedragen kan zijn/haar autoriteit (of een subset daarvan) overdragen aan een andere gebruiker of groep.
Terug naar beginDe beheerautoriteit overdragen
Het hulpprogramma waarmee autoriteit wordt overgedragen, is afhankelijk van het type van de container of het object. Als u de beheerautoriteit voor een organisatie-eenheid of een volledig domein wilt overdragen, voert u de volgende stappen uit op een Windows 2000-server (of Windows 2000-pc waarop de hulpprogramma's voor systeembeheer zijn geïnstalleerd):
- Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Systeembeheer aan en klik opActive Directory: gebruikers en computers.
- Klik met de rechtermuisknop op het domein of de organisatie-eenheid waarvoor u het beheer wilt overdragen en klik op Beheer overdragen om de wizard Overdracht van beheer te starten.
- Klik op de welkomstpagina op Volgende.
- Klik op de knop Toevoegen om een gebruiker of groep te selecteren waaraan het beheer wordt overgedragen.
- Klik in het vakZoeken inop een domein waarin u wilt selecteren of klik op Gehele Active Directory.
- Kies de gebruikers- of groepsaccount(s) in de lijst en klik op de knop Toevoegen. Klik op OK. Als u nog meer gebruikers of groepen wilt toevoegen, klikt u opnieuw op de knop Toevoegen en herhaalt u dit proces totdat u alle gewenste gebruikers en groepen hebt toegevoegd.
- Klik op Volgende en schakel de selectievakjes in van de taken die u wilt overdragen. Als de taak niet in de lijst wordt vermeld, kunt u door te klikken een aangepaste taak maken die u wilt overdragen.
- Klik op Volgende. De wizard geeft een overzicht van uw selecties. Als deze correct zijn, klikt u op de knop Voltooien om de wijzigingen toe te passen.
Als u de autoriteit voor een site, het transport tussen sites, een subnet of de container Servers wilt overdragen, opent u het hulpprogramma Active Directory: sites en services, klikt u op de container waarvoor u het beheer wilt overdragen en voert u dezelfde procedure uit. Let erop dat de pagina's van de wizard enigszins anders zijn. U kunt het beheer voor een hele map overdragen (inclusief de objecten in de map) of alleen bepaalde objecten opgeven. U moet de machtigingen selecteren die u wilt overdragen. Als laatste wordt een overzicht van uw selecties weergegeven.
Klik op de volgende artikelnummers in de Microsoft Knowledge Base als u meer informatie wilt over verwante onderwerpen:
221577 How to Delegate Authority for Editing a Group Policy Object
275715 How to Delegate Administration of Group Policies
308194 HOW TO: Create Domain Organizational Units
Terug naar begin