Meer informatie

Het beeld op een monitor bestaat uit duizenden kleine rechthoekige of vierkante blokjes, die ook wel pixels worden genoemd. Het woord 'pixel' is een samenstelling van de Engelse woorden 'picture' en 'element'. Aangezien de fysieke omvang van één pixel wordt bepaald door de monitorfabrikant, past de term 'logische eenheid' beter bij een pixel dan de term 'fysieke eenheid'. De pixelgrootte wordt uitgedrukt in millimeters (mm).


De kleur van een pixel is een combinatie van de componenten rood, groen en blauw van het kleurenspectrum. Er worden maximaal drie gegevensbytes toegewezen om de kleur van een afzonderlijke pixel te bepalen. Voor elke kleur wordt één byte gebruikt. Een 24-bits kleurweergavesysteem (een weergavesysteem voor ware kleuren) gebruikt alle drie de bytes en 24 bits per pixel. Met dit systeem kunnen meer dan 16 miljoen verschillende kleuren worden weergegeven. De meeste kleurweergavesystemen gebruiken echter slechts acht bits per pixel. Met deze systemen kunnen maximaal 256 verschillende kleuren worden weergegeven.


De kwaliteit van een weergavesysteem is afhankelijk van de resolutie, dus van het aantal pixels dat door de monitor kan worden weergegeven, en van het aantal bits waarmee één pixel wordt aangegeven. VGA-computers (Video Graphic Adapter) kunnen maximaal 640 bij 480 (dus ongeveer 300.000) pixels weergeven. SVGA-computers (Super Video Graphic Adapter) kunnen maximaal 1.024 bij 768 (dus ongeveer 800.000) pixels weergeven.