Meer informatie
Videoproblemen die optreden wanneer Windows in de gewone modus wordt gestart, maar niet wanneer Windows in de veilige modus wordt gestart, hebben meestal te maken met het beeldschermstuurprogramma dat Windows probeert te gebruiken. U kunt als volgt vaststellen of u het videostuurprogramma van Windows 3.1 of van Windows 95, Windows 98 of Windows ME gebruikt:
- Gebruik een teksteditor (zoals Kladblok) om het bestand System.ini in de map Windows te openen.
- Zoek in de sectie [Boot] naar de regel 'Display='. Als deze regel een andere waarde bevat dan hieronder, gebruikt u een stuurprogramma dat is ontworpen voor Windows 3.1 (of een eerdere versie van Windows):
Display.drv=Pnpdrvr.drv
Als u een videostuurprogramma gebruikt dat is ontworpen voor Windows 95, Windows 98 of Windows ME, ga dan naar het onderwerp 'Geavanceerde grafische instellingen' in dit artikel. Ga verder met het volgende onderwerp als u het stuurprogramma voor Windows 3.1 (of een eerdere versie van Windows gebruikt.
Beeldschermstuurprogramma's van Windows 3.1
Als voor uw videoadapter geen beeldschermstuurprogramma van Windows 95 of Windows 98 beschikbaar is, probeer dan de Windows 3.1-stuurprogramma's te gebruiken die de fabrikant van de adapter heeft ontworpen. Raadpleeg de documentatie bij het stuurprogramma voor informatie over het installeren van het stuurprogramma.
Opmerking Als u een beeldschermstuurprogramma van Windows 3.1 gebruikt in Windows 95, Windows 98 of Windows ME, kunt u geen GDI-functies (Graphics Device Interface) zoals deze gebruiken:
- Bewegende aanwijzers.
Voor meer informatie over het gebruik van bewegende aanwijzers klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
123334 Vereisten voor bewegende aanwijzers
- Dynamisch aanpassen van de resolutie. In veel gevallen kunt u de videoresolutie in Windows 95, Windows 98 of Windows ME wijzigen zonder dat u Windows opnieuw hoeft te starten. Als u de kleurdiepte of het videostuurprogramma wijzigt, moet u Windows wel opnieuw starten.
- Terugschakelen naar VGA-modus. Als Windows een probleem met de videokaart of het videostuurprogramma vaststelt, wordt de computer opnieuw opgestart met het VGA-stuurprogramma.
- Virtuele flat-framebuffer van Windows 95/98 (Vflatd.vxd). Met Vflatd.vxd beschikt u over een framebuffer die maximaal 1 MB groot kan zijn. Videostuurprogramma's van Windows 3.1 bieden ondersteuning voor een framebuffer van maximaal 64 kB, wat van invloed is op de hoeveelheid beschikbare systeembronnen.
Als het Windows 3.1-beeldschermstuurprogramma niet goed werkt in Windows 95, Windows 98 of Windows ME, gebruikt u het standaard-VGA-stuurprogramma van Windows 95, Windows 98 of Windows ME. Gebruik hiervoor de methode die van toepassing is op uw versie van het besturingssysteem.
Windows 95
- Klik op Start, wijs Instellingen aan, klik op Configuratiescherm en dubbelklik op Beeldscherm.
- Open het tabblad Instellingen en klik op Beeldschermtype wijzigen.
- Klik op de knop Wijzigen bij Adaptertype en klik op Alle apparaten weergeven.
- Klik in het vak Fabrikanten op (Standaardbeeldschermadapters).
- Klik in het vak Modellen op Standaard-beeldschermadapter (VGA), klik op OK en klik op Sluiten.
- Klik op Sluiten.
Windows 98 en Windows ME
- Klik op Start, wijs Instellingen aan, klik op Configuratiescherm en dubbelklik op Beeldscherm.
- Open het tabblad Instellingen en klik op Geavanceerd.
- Open het tabblad Adapter en klik op Wijzigen.
- Klik op Volgende, selecteer Een lijst van alle stuurprogramma's op een specifieke locatie weergeven, zodat u het gewenste stuurprogramma kunt selecteren en klik op Volgende.
- Klik op Alle apparaten weergeven.
- Klik in het vak Fabrikanten op (Standaardbeeldschermadapters).
- Klik in het vak Modellen op Standaardbeeldschermadapter (VGA), klik op OK en klik op Volgende.
- Klik tweemaal op Volgende en klik op Voltooien.
- Klik op tweemaal op Sluiten en klik op Ja om de computer opnieuw op te starten.
Als er problemen blijven optreden, gaat u verder met de volgende sectie.
Geavanceerde grafische instellingen
Windows 95, Windows 98 en Windows ME bevatten een ingebouwde probleemoplosser voor videoproblemen. Met een schuifregelaar kunt u instellen hoe de videokaart moet worden gebruikt door Windows. Het is verstandig te beginnen met de instelling aan de rechterkant (
Volledig) en de regelaar steeds een streepje naar links te schuiven totdat u de instelling hebt gevonden die het best werkt. Ga als volgt te werk om via de schuifregelaar in te stellen hoe Windows de videokaart moet gebruiken:
- Dubbelklik in het Configuratiescherm op Systeem.
- Open het tabblad Prestaties en klik op Beeldscherm.
- De schuifregelaar Hardwareversnelling heeft vier instellingen (Alle-, Meeste-, Basis- en Geen-versnellingsfuncties). De verschillende instellingen worden hieronder afzonderlijk beschreven.
Alle
Dit is de standaardinstelling en betekent dat er maximale hardwareversnelling wordt gebruikt.
Meeste
Met deze instelling worden de volgende items toegevoegd:
SWCursor=1 aan de sectie [Display] van het bestand System.ini.
SWCursor wordt ingesteld op 1 om de hardwarecursor uit te schakelen.
Opmerking Deze instelling is vergelijkbaar met de schakeloptie /Y (MS-DOS-prompt) van sommige versies van het Microsoft Mouse-stuurprogramma.
De instelling Most is van toepassing op Western Digital (WD)- of S3-compatibele stuurprogramma's. Als u problemen hebt met de manier waarop de muisaanwijzer op het scherm wordt weergegeven, probeert u deze instelling.
Basis
Met deze instelling worden de volgende items toegevoegd:
- SafeMode=1 aan de sectie [Windows] van het bestand Win.ini.
Het instellen van SafeMode op 1 zorgt ervoor dat alleen standaardacceleratie mogelijk is (bijvoorbeeld pattern bit block transfer [bitblt] en screen-to-screen bitblt). - MMIO=0 aan de sectie [Display] van het bestand System.ini.
Het instellen van MMIO op 0 betekent dat geheugentoewijzing van I/O voor S3-compatibele stuurprogramma's wordt uitgeschakeld. - SWCursor=1 aan de sectie [Display] van het bestand System.ini.
SWCursor wordt ingesteld op 1 om de hardwarecursor uit te schakelen.
Probeer de instelling Standaard als uw computer op willekeurige momenten blijft hangen (niet meer reageert) en u een S3-compatibel videostuurprogramma gebruikt.
Geen
Met deze instelling worden de volgende items toegevoegd:
- SafeMode=2 aan de sectie [Windows] van het bestand Win.ini.
Het instellen van SafeMode op 2 zorgt ervoor dat alle videokaartacceleratie wordt uitgeschakeld (de apparaatonafhankelijke bitmap-engine [DIB] wordt bijvoorbeeld rechtstreeks aangeroepen door GDI om het scherm opnieuw op te bouwen in plaats van via het beeldschermstuurprogramma). - MMIO=0 aan de sectie [Display] van het bestand System.ini.
Het instellen van MMIO op 0 betekent dat geheugentoewijzing van I/O voor S3-compatibele stuurprogramma's wordt uitgeschakeld. - SWCursor=1 aan de sectie [Display] van het bestand System.ini.
SWCursor wordt ingesteld op 1 om de hardwarecursor uit te schakelen.
Gebruik de instelling Geen als uw computer op willekeurige momenten blijft hangen, u een S3-compatibel videostuurprogramma gebruikt en het probleem niet is opgelost met de instelling Standaard.
Als er problemen blijven optreden, gaat u verder met de volgende sectie.
Opmerking Als u de hardwareversnelling verlaagt en het probleem daarmee is opgelost, kunt u deze instelling meestal blijven gebruiken. De instelling
Standaard of
Geen is in de meeste gevallen beter bruikbaar dan
Volledig. Als u de kaart echter optimaal wilt gebruiken of als u programma's hebt die maximale versnelling vereisen, neemt u contact op met de fabrikant van de beeldschermadapter en informeert u naar bijgewerkte stuurprogramma's. Voor sommige spellen is het bijvoorbeeld noodzakelijk de hardwareversnelling maximaal in te stellen.
Problemen bij wijzigen van kleurdiepte
Als er problemen optreden wanneer u probeert de kleurdiepte op uw computer te wijzigen (u kunt bijvoorbeeld alleen 256 kleuren kiezen), is er mogelijk een probleem met het stuurprogramma voor de beeldschermadapter. Als u zeker wilt weten of u het juiste stuurprogramma voor de beeldschermadapter gebruikt, neemt u contact op met de hardwarefabrikant.
Monitoren
Gebruik de volgende stappen om te controleren of uw monitor goed is ingesteld in Windows.
Waarschuwing Uw monitor kan beschadigd raken als u een monitortype selecteert met hogere specificaties dan de aangesloten monitor. Raadpleeg de documentatie of de fabrikant van de monitor voor specifieke informatie over de mogelijkheden van de monitor.
Windows 95
- Klik op Start, wijs Instellingen aan, klik op Configuratiescherm en dubbelklik op Beeldscherm.
- Open het tabblad Instellingen en klik op Beeldschermtype wijzigen.
- Klik op de knop Wijzigen bij Monitortype en klik op Alle apparaten weergeven.
- Klik in het vak Fabrikanten op de fabrikant van uw monitor.
Opmerking Als de fabrikant van uw monitor niet wordt vermeld, klikt u op (Standaard-monitortypen). - Klik in het vak Modellen op de monitor die u gebruikt, klik op OK en klik op Sluiten.
- Klik op OK.
Windows 98
- Klik op Start, wijs Instellingen aan, klik op Configuratiescherm en dubbelklik op Beeldscherm.
- Open het tabblad Instellingen en klik op Geavanceerd.
- Open het tabblad Monitor en klik op Wijzigen.
- Klik in het vak Fabrikanten op de fabrikant van uw monitor.
Opmerking Als de fabrikant van uw monitor niet wordt vermeld, klikt u op (Standaard-monitortypen). - Klik in het vak Modellen op de monitor die u gebruikt, klik op OK en klik nogmaals op OK.
- Klik op OK.
Als er problemen blijven optreden, gaat u verder met de volgende sectie.
Opmerking Als de monitor tijdens het opstarten af en toe of iedere keer opnieuw wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de monitor niet goed is aangesloten. Zet in dat geval de computer uit, maak de monitorkabel los en sluit deze stevig aan op de computer.
Geheugenconflicten uitsluiten
Controleer of het probleem het gevolg is van een stuurprogramma dat een conflict veroorzaakt in het geheugen.
Klik voor meer informatie over de te volgen werkwijze op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
136337 Opstartproblemen en foutberichten van Windows 95 oplossen
Als er problemen blijven optreden, gaat u verder met de volgende sectie.
Controleren of stuurprogrammabestanden geldig zijn
Gebruik de methode voor de versie van uw besturingssysteem om te controleren of de stuurprogrammabestanden van de beeldschermadapter geldig zijn.
Windows 95
Start Windows 95 Setup en kies de optie Controle zodra dit mogelijk is. Tijdens deze controle worden alle bestanden gecontroleerd door Windows 95 en worden ontbrekende of beschadigde bestanden opnieuw geïnstalleerd.
Windows 98
Voer het hulpprogramma Controle systeembestanden van Windows 98 uit. Als u het hulpprogramma Controle systeembestanden wilt starten, klikt u achtereenvolgens op
Start en
Uitvoeren, typt u
sfc.exe in het vak
Openen en klikt u op
OK.
Als u wilt weten hoe u met dit hulpprogramma een bestand kunt uitpakken, klikt u op
Start, klikt u op
Help, opent u het tabblad
Index, typt u
systeembestand, dubbelklikt u op het onderwerp
Controle systeembestanden, klikt u op
Controle systeembestanden gebruiken en klikt u op
Weergeven.
Als er problemen blijven optreden, gaat u verder met de volgende sectie.
Contact opnemen met de fabrikant van de beeldschermadapter
Als het probleem niet is verholpen na het uitvoeren van de bovenstaande stappen, neemt u contact op met de fabrikant van de beeldschermadapter en informeert u naar de beschikbaarheid van een bijgewerkt Windows-stuurprogramma.
Wijzigen beeldscherminstellingen onmogelijk
Als u de beeldscherminstellingen niet kunt wijzigen, is de beeldschermadapter mogelijk beschadigd. Probeer het probleem met de volgende stappen op te lossen:
- Open Systeemeigenschappen in het Configuratiescherm en klik op het tabblad Hardwareprofielen. Selecteer het actieve hardwareprofiel, klik op Kopiëren en typ een naam voor het nieuwe profiel, bijvoorbeeld 'Test'.
- Start de computer opnieuw op in de veilige modus. Klik hiervoor achtereenvolgens op Start, Uitschakelen en Opnieuw opstarten, druk op F8 als de aanwijzing 'Bezig met het starten van Windows' wordt weergegeven en kies vervolgens Veilige modus in het menu Opstarten.
- Wanneer u kunt kiezen welk hardwareprofiel u wilt gebruiken, klikt u op Test en wacht u totdat Windows is gestart.
Opmerking Via dit hardwareprofiel kunt u wijzigingen aanbrengen in Apparaatbeheer zonder dat dit gevolgen heeft voor de oorspronkelijke hardwareconfiguratie. - Open Systeemeigenschappen nogmaals en klik op het tabblad Apparaatbeheer.
- Klik op het plusteken (+) naast Beeldschermadapters om de lijst met stuurprogramma's te bekijken.
- Klik op de weergegeven beeldschermadapter en klik op Verwijderen. Klik op OK wanneer het volgende bericht wordt weergegeven: 'Waarschuwing: dit apparaat wordt van het systeem verwijderd'.
- Als er verschillende beeldschermstuurprogramma's worden genoemd, voert u deze stappen voor elk stuurprogramma uit.
- Sluit het venster Systeemeigenschappen en klik achtereenvolgens op Start, Uitschakelen en Opnieuw opstarten om de computer opnieuw op te starten.
- Als opnieuw wordt gevraagd welk hardwareprofiel u wilt gebruiken, klikt u op Test. Windows moet nu tijdens het opstarten een beeldschermadapter herkennen en er wordt aangegeven dat u de computer opnieuw moet opstarten om de installatie van het apparaat te voltooien of u wordt gevraagd een diskette van de fabrikant te plaatsen om de stuurprogramma's te installeren.
- Wanneer u de computer opnieuw opstart, klikt u weer op het profiel Test en probeert u de beeldscherminstellingen te wijzigen via het tabblad Instellingen van Eigenschappen voor beeldscherm in het Configuratiescherm.
- Als het probleem is opgelost, kunt u het hardwareprofiel Test verwijderen uit Systeemeigenschappen en de stappen hierboven uitvoeren om bij het opnieuw opstarten met de oorspronkelijke hardwareconfiguratie het beeldschermstuurprogramma te verwijderen en opnieuw te detecteren.
- Als het probleem nog steeds niet is opgelost, verwijdert u het hardwareprofiel Test en leest u het onderwerp 'Contact opnemen met de fabrikant van de beeldschermadapter' in dit artikel.