Meer informatie

U kunt Registercontrole uitschakelen zodat het niet automatisch wordt uitgevoerd bij het opstarten. Ga als volgt te werk om Registercontrole uit te schakelen:


WAARSCHUWING: het uitschakelen van Registercontrole wordt door Microsoft niet aanbevolen. Dit hulpprogramma beschermt de computer automatisch tegen problemen die de computer onbruikbaar zouden kunnen maken. Het symptoom dat in dit artikel wordt beschreven, kan duiden op een belangrijker probleem dat moet worden opgespoord en gecontroleerd.

1. Start Windows opnieuw in de veilige modus. Hiertoe start u de computer opnieuw op en houdt u CTRL ingedrukt totdat het opstartmenu van Windows 98 wordt weergegeven. Selecteer vervolgens Veilige modus.
2. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Programma's, Bureau-accessoires en Systeemwerkset aan en klik op Systeeminfo.
3. Klik op Hulpprogramma voor systeemconfiguratie in het menu Extra.
4. Open het tabblad Opstarten.
5. Schakel het selectievakje ScanRegistry uit.
6. Klik op OK.
7. Start Windows op de gebruikelijke wijze opnieuw.

Registercontrole bestaat uit een programmaversie die op Windows is gebaseerd (protected-modus) en een versie die op MS-DOS is gebaseerd (real-modus). De versie die op Windows is gebaseerd (Scanregw.exe) controleert het register op beschadigingen en lege gegevensstructuren (sleutels die zijn gemarkeerd als verwijderd) en maakt eens per dag bij het opstarten reservekopieën van de configuratiebestanden. Als registerbeschadiging wordt vastgesteld, stelt het hulpprogramma een beschadigingsvlag in het register in om het real-modus hulpprogramma te starten. U wordt dan gevraagd de computer opnieuw op te starten. Als het register meer dan 500 kB aan lege gegevensstructuren bevat, wordt de optimalisatievlag ingesteld in het register. De eerstvolgende keer dat de computer wordt opgestart, wordt het real-modus hulpprogramma gestart om het register te optimaliseren.


Het real-modus hulpprogramma (Scanreg.exe) wordt uitgevoerd bij het opstarten wanneer de registervlag is ingesteld op beschadiging of optimalisatie. Als de beschadigingsvlag is ingesteld, controleert Scanreg.exe het register op beschadiging en zet het automatisch de meest recentelijk opgeslagen reservekopieset terug. De reservekopie wordt uitgepakt naar een tijdelijk bestand en gecontroleerd op beschadiging voordat de huidige bestanden worden vervangen. Als de reservekopie is beschadigd, wordt de op een na meest recente reservekopie teruggezet. Als er verder geen reservekopie is, probeert Scanreg.exe de beschadiging te repareren door het register opnieuw samen te stellen zonder fouten of lege gegevensstructuren. Als de optimalisatievlag is ingesteld, wordt het register gecomprimeerd door alle lege gegevensstructuren te verwijderen en voor elke lege gegevensstructuur alleen een tijdelijke aanduiding van 4 kB te behouden. Het register wordt niet opnieuw samengesteld wanneer het wordt geoptimaliseerd. De 4 kB blijft aanwezig als tijdelijke aanduiding binnen het huidige register.


Als u meer informatie wilt over het hulpprogramma Registercontrole, raadpleegt u de volgende artikelen in de Microsoft Knowledge Base: