Meer informatie

Dr. Watson is een hulpprogramma voor het opsporen van fouten in programma's (die in de ringstructuur van de processor worden uitgevoerd), en waarmee een momentopname van het besturingssysteem wordt vastgelegd. Aan de hand van deze momentopname kunt u de fout verder analyseren. Het hulpmiddel interpreteert fouten in Windows-programma's en probeert deze te diagnosticeren. Als een programmafout optreedt terwijl Dr. Watson wordt uitgevoerd, wordt automatisch een logboekbestand gemaakt. Deze logboekbestanden worden met de extensie .wlg opgeslagen in de map \Windows\Drwatson. In het logboek wordt aangegeven welk programma de fout heeft veroorzaakt, in welk programma de fout is opgetreden en op welk geheugenadres de fout heeft plaatsgevonden. Als het programma niet meer reageert (is vastgelopen), kan Dr. Watson geen momentopname maken.

Dr. Watson gebruiken

Als u Dr. Watson (Drwatson.exe) hebt gestart, worden gedetailleerde gegevens verzameld over de status van het besturingssysteem op het moment waarop een programmafout plaatsvindt. De softwarefouten worden door Dr. Watson onderschept, waarna wordt aangegeven in welk programma de fout heeft plaatsgevonden en wat de precieze oorzaak is. Als dit hulpmiddel is ingeschakeld, worden de vastgelegde gegevens automatisch weggeschreven naar een logboekbestand op de schijf (\Windows\Drwatson\Watsonxxx.wlg). U kunt dit bestand openen en de inhoud ervan bekijken.


U kunt Dr. Watson automatisch laten starten wanneer Windows wordt gestart. Hiertoe plaatst u een snelkoppeling naar Drwatson.exe in de map Opstarten. Dit is handig wanneer een bepaald probleem niet gemakkelijk kan worden gereproduceerd. Nadat een programmafout is onderschept en in het logboekbestand is opgeslagen, neemt u voor meer hulp contact op met de technische ondersteuning.

OPMERKING: Dr. Watson is het meest geschikt voor reproduceerbare fouten. De oorzaak van onvoorspelbare fouten is meestal moeilijker te achterhalen.


Voer een van de volgende handelingen uit om Dr. Watson te starten:

• Klik in het menu Start op Uitvoeren, typ Drwatson en klik op OK.
  
  
  -of-
• Ga als volgt te werk:
  1. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Programma's en Bureau-accessoires aan en klik op Systeemwerkset.
  2. Klik op Systeeminfo en klik op Dr. Watson in het menu Hulpprogramma's.

Er wordt een pictogram op de taakbalk weergegeven wanneer Dr. Watson is ingeschakeld.


Zodra zich een programmafout voordoet, wordt een momentopname van de softwareomgeving gegenereerd. Klik op de knop Details in het foutbericht om te kijken welke gegevens door Dr. Watson zijn vastgelegd.


Dubbelklik op het pictogram Dr. Watson op de taakbalk om een logboekbestand te genereren. Dr. Watson verzamelt gegevens over het besturingssysteem waarna het dialoogvenster Dr. Watson wordt weergegeven.


Wanneer Dr. Watson is geladen, klikt u op een tabblad om de focus uit het tekstvak te verplaatsen. Druk op ENTER om het Dr. Watson-venster te sluiten.


Ga als volgt te werk om extra tabbladen weer te geven in Dr. Watson:

1. Dubbelklik op het pictogram Dr. Watson.
2. Klik op Geavanceerde weergave in het menu Beeld. Op de volgende tabbladen vindt u gedetailleerde informatie over het systeem die u aan de technische ondersteuning kunt geven:
   • Systeem: Bevat soortgelijke informatie als het tabblad Algemeen van het dialoogvenster Systeemeigenschappen.
   • Taken: Bevat informatie over de taken die werden uitgevoerd toen de momentopname werd gemaakt. Dit tabblad bevat (indien beschikbaar) tevens informatie over het programma, de versie, de fabrikant, de beschrijving, het pad, het type, alsmede over het programma waarmee dit programma is verbonden.
   • Opstarten: Bevat informatie over de programma's die automatisch worden geladen tijdens het opstarten. Op dit tabblad ziet u naast de naam van het programma, ook van welke locatie het is geladen en welke opdrachtregel daarvoor wordt gebruikt.
   • Kernelstuurprogramma's: Bevat informatie over de stuurprogramma's die voor de kernelmodus zijn geïnstalleerd. Het betreft informatie over de naam van het stuurprogramma, de versie, de fabrikant, de beschrijving, het vermoedelijke pad, de locatie waarvan het stuurprogramma wordt geladen, het soort stuurprogramma, alsmede over het programma waarmee het stuurprogramma is verbonden (alleen beschikbare informatie wordt weergegeven).
   • Gebruikerstuurprogramma's: Bevat informatie over de stuurprogramma's die voor de gebruikersmodus zijn geïnstalleerd. Het betreft informatie over de naam van het stuurprogramma, de versie, de fabrikant, de beschrijving, het vermoedelijke pad, het soort stuurprogramma, alsmede over het programma waarmee het stuurprogramma is verbonden (alleen beschikbare informatie wordt weergegeven).
   • MS-DOS-stuurprogramma's: Bevat informatie over de geïnstalleerde stuurprogramma's voor MS-DOS.
   • 16-bits modules: Bevat informatie over de 16-bits modules die in het geheugen waren geladen toen de momentopname werd gemaakt. Het betreft informatie over de naam van de module, de versie, de fabrikant, de beschrijving, het vermoedelijke pad, het soort stuurprogramma, alsmede over het programma waarmee de module is verbonden (alleen beschikbare informatie wordt weergegeven).
   • Details (dit tabblad wordt alleen weergegeven wanneer Dr. Watson een fout heeft opgespoord): Toont een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen die voor en tijdens de fout plaatsvonden.

Ga als volgt te werk wanneer u een programmafout hebt ontdekt en Dr. Watson wilt gebruiken:

1. Probeer de fout te reproduceren om te controleren of het geen willekeurige fout was.
2. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Programma's en Bureau-accessoires aan en klik op Systeemwerkset.
3. Klik op Systeeminfo en klik op Dr. Watson in het menu Hulpprogramma's.
4. Reproduceer de fout.
5. Klik op Details in het venster waarin de programmafout wordt gemeld.
6. Bekijk het venster Diagnose om de oorzaak van de fout te achterhalen.

Bij onvoorspelbare of moeilijk te reproduceren problemen kunt u Dr. Watson in de map Opstarten plaatsen zodat het programma permanent wordt uitgevoerd. Het dialoogvenster Dr. Watson beschikt over een tekstvak waarin u kunt aangeven wat u deed toen de fout plaatsvond. Vermeld daarbij welke programma's op dat moment werden uitgevoerd en welke bewerkingen tot de programmafout hebben geleid.

OPMERKING: als u de gegevens in het tekstvak hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan of Opslaan als in het menu Bestand om het bestand op te slaan. U kunt de ingevoerde gegevens niet opslaan door op OK te klikken in het dialoogvenster Dr. Watson.


Wanneer een programmafout optreedt, wordt automatisch een logboekbestand gemaakt met de naam Watsonxxx.wlg (waarbij xxx een oplopend nummer is). De logboekbestanden van Dr. Watson worden standaard opgeslagen in de map \Windows\Drwatson. Klik op Opslaan in het menu Bestand als u de gegenereerde gegevens van Dr. Watson wilt opslaan.


U kunt de logboekbestanden weergeven met behulp van Dr. Watson of Microsoft Systeeminfo (MSInfo). G als volgt te werk als u een logboekbestand van Dr. Watson wilt weergeven met MSInfo:

1. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Programma's, Bureau-accessoires en Systeemwerkset aan en klik op Systeeminfo.
2. Kies Openen in het menu Bestand.
3. Open de map waarin het logboekbestand van Dr. Watson is opgeslagen.
4. Klik op Logboekbestand van Dr. Watson (*.wlg) in de lijst Bestandstype.
5. Klik op het bestand en klik op Openen.

Klik op Afdrukken in het menu Bestand als u het logboek wilt afdrukken. Als u alleen bepaalde gegevens wilt afdrukken, opent u het logboekbestand in Microsoft Systeeminfo en kopieert u de gewenste gegevens naar een teksteditor, zoals Microsoft Kladblok.

OPMERKING: een logboek van Dr. Watson beslaat gewoonlijk meer dan vijftien pagina's. Dit is afhankelijk van de software die werd uitgevoerd.

Dr. Watson aanpassen

Klik op Opties in het menu Beeld als u Dr. Watson wilt aanpassen. U hebt de keuze uit de volgende opties:

• Logboekbestanden: Hiermee bepaalt u hoeveel logboekbestanden mogen worden opgeslagen in de logboekmap op de computer.
• Disassembleren: Hiermee bepaalt u hoeveel CPU-instructies en stackframes in het logboek worden vastgelegd. Wijzig deze opties alleen op verzoek van de technische ondersteuning.
• Weergave: Hiermee bepaalt u hoe Dr. Watson wordt weergegeven (in een standaardweergave of geavanceerde weergave).