Meer informatie

Ga als volgt te werk om de opdracht NET VIEW te gebruiken:

1. Klik op Start, wijs Programma's aan en klik op MS-DOS-prompt.
2. Typ bij de opdrachtprompt
   
   net view \<computernaam>
   
   
   waarbij <computernaam> de naam is van een specifieke computer waarvan u de bronnen wilt weergeven.
   
   
   Of typ
   
   net view /workgroup:<werkgroepnaam>
   
   
   waarbij <werkgroepnaam> de naam is van de werkgroep waarvan u de gedeelde bronnen wilt weergeven.

Met de opdracht NET VIEW kunt u de meeste overzichtsfuncties gebruiken die beschikbaar zijn in Netwerkomgeving en Deze computer. U kunt alleen geen overzicht weergeven van werkgroepen.


Als u de opdracht NET VIEW gebruikt zonder opdrachtregelparameters of met de schakeloptie /WORKGROUP, wordt er een overzicht weergegeven van computers waarbij de computernamen in de linkerkolom staan en opmerkingen in de rechterkolom. Als u de Microsoft-client voor NetWare-netwerken gebruikt naast de Microsoft-client voor Microsoft-netwerken, ziet u onder Overige servers ook een lijst van NetWare-servers (NCP-servers).


Als u de opdracht NET VIEW gebruikt met een computernaam, wordt er een overzicht weergegeven van de beschikbare bronnen op de desbetreffende computer. Als u de Microsoft-client voor Microsoft-netwerken en de Microsoft-client voor NetWare-netwerken gebruikt, kan de computernaam de naam zijn van een SMB-computer (Microsoft) of een NCP-computer (NetWare).


Als u de opdracht NET VIEW gebruikt met de naam van uw eigen computer, wordt er een overzicht weergegeven van de beschikbare bronnen op uw computer.


Als u de opdracht NET USE gebruikt, wordt de status weergegeven van netwerkverbindingen, evenals de lokale naam van verbindingen (de toegewezen stationsletters) en de externe naam van verbindingen (de serverlocaties in UNC-notatie).