Downloadgegevens
U kunt het volgende bestand downloaden van het Microsoft Downloadcentrum:
Het VPModuleScanner-pakket nu downloaden.
Releasedatum: 14 oktober 2004
Als u meer informatie wilt over het downloaden van Microsoft-ondersteuningsbestanden, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
119591 Microsoft-ondersteuningsbestanden via Online Services downloaden
Microsoft heeft dit bestand op virussen gecontroleerd. Hiervoor is de meest actuele software voor virusdetectie gebruikt die beschikbaar was op de datum dat het bestand werd gepubliceerd. Het bestand is ondergebracht op beveiligde servers die onbevoegde wijzigingen aan het bestand helpen verhinderen.
Terug naar beginBekende problemen en beperkingen
- U kunt dit hulpprogramma alleen extern of lokaal uitvoeren als u beheerdersrechten hebt.
- Het volstaat niet om alleen referenties op te geven. U kunt echter wel de opdracht Uitvoeren als gebruiken om een opdrachtregelsessie met de juiste referenties te starten.
Klik voor meer informatie over de opdracht Uitvoeren als op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
294676 De opdracht 'Uitvoeren als' inschakelen en gebruiken bij het uitvoeren van programma's in Windows
- VPModuleScanner.js gebruikt de ADSI-proxy (Active Directory Service Interfaces) voor het maken van een verbinding met een externe metabase. Daarom moet op de computer waarop het script wordt uitgevoerd het subonderdeel Common Files van IIS zijn geïnstalleerd. Anders meldt het hulpprogramma dat IIS niet op de clientcomputer is geïnstalleerd.
- Dit hulpprogramma bepaalt aan de hand van een registersleutel of een time-out voor het binnenste script is opgetreden. Voer daarom op elke computer slechts één exemplaar van het hulpprogramma uit.
- Alleen bij IIS versie 6.0 meldt de computer de status van de ValidatePath-module ook als ASP.NET is uitgeschakeld via de Webservice-extensielijst.
- De scanner meldt dat ASP.NET niet actief is als Microsoft .NET Framework eerder is geïnstalleerd dan IIS. In een dergelijk geval heeft IIS geen ASP.NET-toewijzing en kan de ASP.NET-functionaliteit niet worden gebruikt.
Terug naar beginGebruikte technologieën
VPModuleScanner.js maakt gebruik van de volgende technologieën die in een bedrijfsomgeving of Datacenter-omgeving kunnen zijn uitgeschakeld of beperkt:
- ADSI: VPModuleScanner.js maakt gebruik van DCOM voor verbinding met de IIS-metabase.
- SMB-shares voor het maken van een verbinding met en het ophalen van bestanden van een externe admin-share. Externe admin-shares moeten zijn ingeschakeld.
- Het COM-onderdeel FileSystemObject (Scrrun.dll) moet zijn geregistreerd op de computer waarop het script wordt uitgevoerd. Het onderdeel FSO wordt gebruikt voor het openen van het bestand Machine.config op het externe bestandssysteem. In het beveiligingsbeleid voor bepaalde systemen wordt aanbevolen dit onderdeel uit te schakelen op IIS-productieservers. Op de volgende Microsoft-website vindt u meer informatie over dit beleid:
Terug naar beginHet scanbestand voor de ASP.NET-module ValidatePath gebruiken
Het bestand VPModuleScanner.js scant de computer die u opgeeft op de aanwezigheid van de ASP.NET-module ValidatePath. In bedrijfsomgevingen met meerdere computers kunt u het bestand VPModuleScanner.js samen met het bestand VPMultiMachineWrapper.js gebruiken.
Terug naar beginVPMultiMachineWrapper.js
Schakelopties voor de opdrachtregel
- /l geeft een bestand aan dat de lijst met te scannen computers bevat. Als computernaam kan de NetBIOS-naam of het IP-adres worden gebruikt. Typ één vermelding per regel.
- /d domeinnaam limiet geeft het Windows-domein aan dat moet worden gescand. Hierbij geeft domeinnaam de naam van het domein en limiet het maximum aantal vermeldingen aan. De volgende voorbeeldopdracht scant de eerste 1000 computers in het domein voorbeeld.domain.com:
VPMultiMachineWrapper.js /d voorbeeld.domein.com 1000
Opmerking Het scanbestand zoekt alleen naar computeraccounts in de organisatie-eenheid van de computer. Dit is de ingebouwde organisatie-eenheid waarin computeraccounts in Active Directory worden opgeslagen. De computeraccounts die zijn opgeslagen in een aangepaste organisatie-eenheid, bijvoorbeeld op webservers, worden niet gevonden. - /t geeft de time-out voor het binnenste script (VPModuleScanner.js) aan. Voor bepaalde aanroepen in VPModuleScanner.js kan geen time-out worden ingesteld. Om deze reden moet VPModulescanner.js samen met VPMultimachineWrapper.js worden uitgevoerd en is een time-out ingesteld waarmee een beheerder kan opgeven hoe lang VPMultimachineWrapper.js moet wachten voordat VPModulescanner.js de gegevens heeft opgehaald. In het volgende voorbeeld worden de computers gescand die zijn vermeld in het bestand Computers.txt. Voor het binnenste script (VPModulescanner.js) treedt na 30 seconden een time-out op en wordt een time-outvermelding toegevoegd aan het logboekbestand:
VPMultiMachineWrapper.JS /t 30 /l computers.txt
- /o geeft de locatie en de naam van het logboekbestand aan. Als deze schakeloptie niet wordt opgegeven, worden de gegevens opgeslagen in VPModuleScanner.log in de map waarin het script is opgeslagen. De naam die u opgeeft kan een bestandsnaam zijn of het volledige pad naar de locatie waar u het bestand wilt opslaan. Het bestand wordt opgeslagen als een door komma's gescheiden CSV-bestand, zodat u het kunt openen in Microsoft Excel of met LOGPARSER. Als u de schakeloptie /o niet opgeeft, worden de bestanden met resultaatgegevens (VPModulescanner.log en VPModulescanner_trace.txt) opgeslagen in de huidige map. In het volgende voorbeeld worden de eerste 100 computers in het domein Voorbeeld.com gescand en worden het logboek en de traceringsuitvoer geschreven naar de map waarnaar de systeemvariabele %temp% verwijst: PVMScanner.js /d voorbeeld.com 100 /o %temp%\vpoutput.txt
- /? geeft de Help weer.
Terug naar beginHet bestand VPMultiMachineWrapper.js verzamelt een lijst van computers uit ofwel een tekstbestand of een LDAP-query van Active Directory. Nadat VPMultiMachineWrapper.js de volledige computerlijst heeft verzameld, wordt een lus gestart waarmee VPModuleScanner.js wordt aangeroepen voor elke computer.
Terug naar beginVPMultiMachineWrapper.js archiveert de berichten over opgespoorde fouten in het bestand VPMultiMachineWrapper_Trace.txt. Gebruik dit traceringsbestand als u problemen met VPMultiMachineWrapper.js moet oplossen.
VPModulesScanner.js logs archiveert de berichten over opgespoorde fouten in het bestand VPModulesScanner_Trace.txt. Gebruik dit traceringsbestand als u problemen met VPModulesScanner.js moet oplossen.
Terug naar beginHieronder ziet u een voorbeeld van de manier waarop VPMultiMachineWrapper.js zorgt voor het starten van VPModuleScanner.js:
cscript //nologo //t:30 VPModuleScanner.js /o "c:\temp" Computer1
In de volgende tabel vindt u een beschrijving van de gebruikte schakelopties:
//t:30 | de time-outwaarde, in dit geval 30 seconden, die wordt ondersteund door de script-engine |
/o “c:\temp� | de uitvoermap die moet worden gebruikt |
Computer1 | de computer die moet worden gescand |
Terug naar begin- /install installeert de oplossing op de lokale computer.
Opmerking De schakeloptie /install kan alleen lokaal worden gebruikt. Als u zowel de schakeloptie /install als een computernaam opgeeft, wordt een foutbericht weergegeven. Het bestand VPModule.msi moet zijn opgeslagen in dezelfde map als het bestand VPModuleScanner.js.
VPModuleScanner.js gebruikt de volgende opdrachtregel voor het installeren van VPModule.MSI:
MSIexec /install script_path\VPModule.msi /qn
- /O geeft de map voor het scanlogboek aan. Als u geen map opgeeft, wordt het rapport geschreven naar VPMultiMachineWrapper.log.
- <computernaam> de naam van de externe computer die met VPModuleScanner.js moet worden gescand. Gebruik deze schakeloptie niet samen met de schakeloptie /install.
- /? geeft de Help weer.
Terug naar beginDe logboekbestanden hebben de volgende indeling:
DATETIME,SERVERNAME,NETFX_VERSION_STRING,MACHINESTATUS,PATCHSTATUS
Hieronder vindt u een beschrijving van de afzonderlijke elementen:
- DATETIME geeft de datum en tijd aan waarop de scanvermelding is gemaakt.
- SERVERNAME is de NetBIOS-naam of het IP-adres van het gescande systeem.
- NETFX_VERSION_STRING is de run-time .NET-versie die op het gescande systeem is geïnstalleerd. Deze vermelding wordt ingesteld op Unknown als de computer niet wordt aangetroffen.
- MACHINESTATUS geeft de computerstatus aan. De volgende statusreeksen voor de computer zijn beschikbaar:
- IIS installed IIS en .NET Framework zijn geïnstalleerd en ASP.NET is ingeschakeld.
- IIS not installed on client computer De scancomputer (client) kan niet worden gescand omdat daarop het onderdeel IIS Common Files niet is geïnstalleerd.
- Error (foutnummer: beschrijving) Er is een fout opgetreden tijdens het maken van een verbinding met IIS of tijdens het scannen.
- Config file not found Het script haalt het externe UNC-pad op, maar kan geen verbinding maken met de admin-share van het externe systeem. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als u de Server-service op de externe computer uitschakelt of als de admin-shares zijn uitgeschakeld.
- PATCHSTATUS geeft aan of de update is geïnstalleerd. De volgende statusreeksen voor de update zijn beschikbaar:
- Module not installed De ValidatePath-module is niet op de computer geïnstalleerd.
- Module installed De ValidatePath-module is op de computer geïnstalleerd.
- Unknown status De status van de update kan niet worden opgehaald.
Hieronder ziet u enkele voorbeelden van logboekvermeldingen:
- 10-5-2004 12:00:05 PDT,SERVER1,Unknown, Unknown,Error(0x800A0046: Permission denied),Unknown status
De gebruiker die het script heeft uitgevoerd, heeft geen beheerdersrechten op de server.
- 10-5-2004 12:00:06 PDT,SERVER2,v1.1.4322,IIS installed,Module installed
VPModule is geïnstalleerd op SERVER2.
- 10-5-2004 12:00:07 PDT,SERVER3,v1.1.4322,IIS installed,Module not installed
VPModule is niet geïnstalleerd op SERVER3.
U kunt het bestand VPModuleScanner.js als SMS-scriptbestand gebruiken. De volgende retourcodes worden gebruikt voor SMS:
- 20000 VPmodule is niet geïnstalleerd op het systeem.
- 20001 Machine.config is niet gevonden. IIS is niet geïnstalleerd.
- 0 VPmodule is geïnstalleerd.
- <overige> Er is een fout opgetreden die buiten de voorgaande foutcodes valt.
Hieronder vindt u een lijst van de foutberichten in het logboekbestand onder MACHINESTATUS:
- Error(0x800A01CE: The remote server machine does not exist or is unavailable) IIS is niet geïnstalleerd op de gescande computer of de opgegeven computer reageert niet.
- Error(0x800A0046: Permission denied) De gebruiker die de scan uitvoert, heeft geen beheerdersrechten op de gescande computer.
- Error(0x80070424: ) Alleen het onderdeel Common Files van IIS is geïnstalleerd op de gescande computer.
- Unknown,Error(0x80070422: ) De IIS-beheerservice is uitgeschakeld.
Terug naar beginReferenties
Klik op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base voor meer informatie over LOGPARSER:
840671 De hulpprogramma's van de IIS 6.0 Resource Kit
Voor meer informatie klikt u op de volgende artikelnummers in de Microsoft Knowledge Base:
887405 Windows Installer en Groepsbeleid gebruiken om de module VPModule.msi in een Active Directory-domein te implementeren.
887404 Systems Management Server 2003 gebruiken om de ValidatePath-module te implementeren
887787 Er verschijnt een foutbericht van Reporting Services nadat u de ASP.NET ValidatePath-module hebt geïnstalleerd
Terug naar begin