Samenvatting
In dit artikel worden de stappen beschreven voor het inschakelen van logboekregistratie in Internet Information Server (IIS) versie 5.0. Met IIS 5.0 kunt u uitgebreide logboekgegevens vastleggen van verbindingen met de server. Logboekregistratie is een belangrijk onderdeel van het beveiligingsplan van IIS 5.0. Aan de hand van de logboekbestanden kunt u bepalen of een beveiligingsgebeurtenis heeft plaatsgevonden. Bovendien kunnen deze bestanden informatie geven over de bron van de aanval.
IIS 5.0 kan logboekbestanden met verschillende bestandsindelingen opslaan. De bestandsindeling die de voorkeur heeft in een beveiligingsomgeving, is de uitgebreide W3C-indeling van logboekbestanden. Met deze indeling kunt u een groot aantal uitgebreide kenmerken configureren die nuttig zijn in een beveiligingsanalyse.
U moet de volgende informatie opnemen in de logboekbestanden met uitgebreide W3C-indeling:
- IP-adres van client
Dit is het IP-adres van de client die toegang heeft gekregen tot de server. Als er een webproxycomputer 'voor' de IIS 5.0-computer is geplaatst, kan het IP-adres van de proxy worden weergegeven in het vak IP-adres van client. - Gebruikersnaam
De naam van de gebruiker die toegang heeft gekregen tot de server. Als anonieme verificatie is geconfigureerd, wordt een afbreekstreepje (-) vastgelegd in plaats van de gebruikersnaam. - Methode
De actie die de client wilde uitvoeren. Bijvoorbeeld GET- of POST-opdrachten. - URI-stam
De bron op de IIS 5.0-computer die de gebruiker probeerde te gebruiken. Dit kan een HTML-pagina, een afbeelding, een GCI-programma of een script zijn. - Protocolstatus (HTTP)
Dit is de status van de actie in HTTP-code, weergegeven door een codenummer. - Win32-status
De status van de actie in Win32-code. Er worden foutnummers vastgelegd. Fout 5 betekent bijvoorbeeld dat de toegang is geweigerd. U kunt foutberichten evalueren door net helpmsg errte typen bij de opdrachtprompt, waarna u op ENTER drukt. - Gebruikersagent
De naam van de browser die toegang probeert te krijgen tot de server. - IP-adres van server
Dit is het IP-adres van de virtuele server die de aanvraag ontvangt. Dit is handig als er op dezelfde computer meerdere virtuele servers met verschillende IP-adressen aanwezig zijn. - Serverpoort
Dit is het poortnummer van de virtuele server die de aanvraag ontvangt. Dit is handig als er op dezelfde computer meerdere virtuele servers met verschillende IP-adressen aanwezig zijn.
Terug naar beginLogboekregistratie inschakelen en configureren in IIS
Logboekregistratie in IIS configureren:
- Klik op Start, wijs achtereenvolgens Programma's en Systeembeheer aan en klik op Internet-servicebeheer.
- Klik met de rechtermuisknop op de virtuele server waarop u logboekregistratie wilt inschakelen en klik op Eigenschappen.
- Klik op het tabblad Website en schakel het selectievakje Vastleggen in logboek inschakelen in.
- Klik in het vakActieve logboekbestandsindelingop Uitgebreide W3C-indeling van logboekbestand.
- Klik op Eigenschappen. Klik op het tabblad Algemene eigenschappen op Dagelijks als u elke dag een nieuw logboekbestand wilt maken.
- Klik opLokale tijd gebruiken voor benoemen van bestanden en roll-overals u de lokale tijd in plaats van GMT wilt gebruiken om te bepalen wanneer een nieuw bestand is gemaakt.
- Klik op het tabblad Uitgebreide eigenschappen en selecteer de opties die zijn vermeld in het eerste deel van dit artikel. Klik op Toepassen en klik op OK.
- Klik op Toepassen en klik op OK bijEigenschappen voor website.
Nadat u deze wijzigingen hebt aangebracht, start u de virtuele server opnieuw op.
OPMERKING: raadpleeg de specificatie W3C Working Draft WD-logfile-960323 op de volgende website voor meer informatie over de uitgebreide indeling van logboekbestanden:
De in dit artikel vermelde contactinformatie is bedoeld om u te helpen bij het aanvragen van de benodigde technische ondersteuning. Deze contactinformatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft kan dan ook geenszins instaan voor de juistheid van deze contactinformatie.
Terug naar begin