De informatie in dit artikel is van toepassing op:
- Microsoft Visio 2002 Standard Edition
- Microsoft Visio 2002 Professional Edition
Dit artikel is eerder gepubliceerd onder NL282119
Samenvatting
U kunt de manier waarop het Setup-programma van Microsoft Visio 2002 werkt aanpassen met behulp van een aantal optionele opdrachtregelopties. In dit artikel wordt een overzicht van deze schakelopties en een beschrijving ervan gegeven.
Visio 2002 Setup ondersteunt ook een 'stille' installatie voor beheerders die Visio willen gebruiken in een bedrijfsomgeving.Meer informatie
Belangrijke opmerkingen
- Voor schakelopties wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters; /V is bijvoorbeeld hetzelfde als /v.
- Als u meerdere schakelopties wilt gebruiken, moet u ze van elkaar scheiden met een spatie.
De volgende tabel geeft een overzicht van de Setup-schakelopties:
Schakeloptie Beschrijving Gebruik------- ------------- -----/autorun Voert Autorun.inf uit setup.exe /autorun
/a Start een beheerders- setup.exe /a installatie
/j [u|m]Pakket Adverteert een product. De setup.exe /j optie negeert eigenschapwaarden Visio10.msi die op de opdrachtregel zijn opgegeven
/g TaalID u - Adverteren naar de setup.exe /j[u|m] huidige gebruiker Visio10.msi /t m - Reclame naar alle gebruikers van machine g - Taal-id t - Transformatie toepassen op geadverteerd pakket /i Het .msi-bestand dat door setup.exe /i Visio10 Setup.exe moet worden .msi /t ProgramMgmt geïnstalleerd. Zonder de optie /i .mst gebruikt Setup.exe het bestand Visio10.msi.
/o<property=value> Stelt eigenschappen in in het setup.exe /o PIDKEY= .msi-bestand. Setup.exe geeft 12345-12345-12345-12 deze letterlijk door aan msiexec. 345-12345
/q Stelt het UI-niveau bij de setup.exe /q installatie in. /q - geen UI (/qn - voor msiexec.)
/qb Basis-UI setup.exe /qb
/qr Beperkte UI setup.exe /qr
/settings Geeft beheerders de mogelijkheid setup.exe /settings een .ini-bestand op te geven mysettings.ini met alle aangepaste instellingen die tijdens de installatie van Visio 2002 moeten worden doorgegeven. Zie de omschrijving van het .ini- bestand hieronder.
/Resume Systeempakketdetectie overslaan setup.exe /resume en doorgaan met Visio
Het .ini-bestand gebruiken
Soms is het eenvoudiger een initialisatiebestand te maken dan een lange opdrachtregel te gebruiken. Met de optie
/settings wordt tijdens Setup het opgegeven .ini-bestand gelezen en wordt een opdrachtregel gemaakt die aan Msiexec.exe moet worden doorgegeven. In het .ini-bestand worden alleen eigenschappen ondersteund die ook op de opdrachtregel worden ondersteund. Als een eigenschap of waarde zowel in het .ini-bestand als op de opdrachtregel voorkomt, worden de instellingen uit het .ini-bestand overschreven door de instellingen van de opdrachtregel.
De indeling van het .ini-bestand is als volgt:
[msi]
[mst]
[options]
[Display]
In de sectie [msi] van het .ini-bestand wordt het pad opgegeven naar het installatiepakket voor de installatie. Dit komt overeen met de optie
/i op de opdrachtregel.
In de sectie [mst] van het .ini-bestand wordt het pad opgegeven naar transformaties die bij deze installatie worden gebruikt. Dit komt overeen met de optie
/j op de opdrachtregel. Als er meerdere transformaties zijn, worden die elk op een afzonderlijke regel geplaatst met MST1 - MST(N). Bij de parsering naar de opdrachtregel wordt de lijst in het .ini-bestand van links naar rechts gedraaid. Het getal bij de titel MST(N) is alleen opgenomen om unieke id's te behouden en heeft geen programmatische betekenis.
In de sectie [options] kunnen netwerkbeheerders eigenschappen in de .msi- en .mst-bestanden instellen en overschrijven. De opties die in het .ini-bestand worden ingesteld, worden aan de opdrachtregel toegevoegd met behulp van de optie
/o. Elke optie in de sectie [option] moet een eigenschapsnaam en een waarde hebben.
In de sectie [Display] wordt het gebruikersinterfaceniveau tijdens de installatie ingesteld. Dit komt overeen met de optie
/q op de opdrachtregel. Geldige waarden zijn - none, basic, reduced en full.
Als u meer informatie wilt over het gebruik van een lange bestandsnaam met spaties in het pad, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
139427 Using Long Filenames with the Run Command