Samenvatting
Het installatieprogramma voor Microsoft Office XP genereert automatisch logboekbestanden in de map \Temp op uw computer. Deze logboekbestanden hebben de volgende naam:
Logboekbestand voor Naam -----------------------------------------------------------------------
Setup.exe Office XP <editie> Setup(####).txt
Windows Installer (Update van systeembestanden) Office XP <editie> Setup(####)_Task(0001).txt
Windows Installer (Office-installatie) Office XP <editie> Setup(####)_Task(0002).txt
waarbij <editie> staat voor de Office-editie die u installeert. Dit kunnen de volgende bestanden zijn:
Office XP Professional Setup(0001).txt
Office XP Professional Setup(0001)_Task(0001).txt
Office XP Professional Setup(0001)_Task(0002).txt
De tekens #### in de namen van de logboekbestanden zijn nummers die beginnen met 0001. Als u Setup meerdere malen uitvoert, wordt het cijfer 1 steeds met één cijfer verhoogd. Het logboekbestand met het hoogste nummer is dus het logboekbestand van de laatste keer dat u Setup hebt uitgevoerd.
OPMERKING: mogelijk is alleen een Windows Installer-logboekbestand aanwezig voor de Office-installatie en niet voor de update van systeembestanden. Omdat de installatie van de update van systeembestanden voor de meeste versies van Windows niet is vereist, wordt er geen logboekbestand gemaakt. In dit geval wordt
Task(0001) in plaats van
Task(0002) toegevoegd aan het Windows Installer-logboekbestand voor de Office-installatie.
De registratieopties voor het logboekbestand Setup.exe kunnen niet worden gewijzigd. U kunt echter wel de registratieopties voor het logboekbestand van Windows Installer wijzigen. In de sectie 'Meer informatie' in dit artikel worden de beschikbare registratieopties voor Windows Installer beschreven.
Meer informatie
In de volgende tabel worden de beschikbare registratieopties beschreven die u kunt gebruiken in combinatie met de schakeloptie /L van Windows Installer.
Parameter Beschrijving ------------------------------------------------------------------------
i Statusberichten w Niet-fatale waarschuwingen e Alle foutberichten a Opstarten van acties r Records voor specifieke acties u Gebruikersverzoeken c Initiële UI-parameters m Onvoldoende geheugen p Eigenschappen terminal v Uitvoer voor registratie o Berichten met betrekking tot onvoldoende schijfruimte + Toevoegen aan bestaand bestand * Jokerteken - alle informatie registreren, met uitzondering van de optie v ! De registratiecache regel voor regel wegschrijven naar het logboekbestand. Standaard wordt naar het logboekbestand geschreven als 20 regels in het geheugen zijn opgeslagen.
OPMERKING: gebruik de optie ! uitsluitend als de installatie van Office vastloopt.
Als u meer informatie wilt over dit probleem, klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base:
297107 Office XP: Foutbericht: 'Installer Terminated Prematurely' bij het gebruik van de Setup-optie !
Standaardregistratieopties Windows Installer
Bij het uitvoeren van Office Setup worden bepaalde registratieopties standaard ingeschakeld in Windows Installer (bijvoorbeeld
vpiwae, zoals aangegeven in de sectie [Logging] van het bestand Setup.ini). U kunt deze standaardregistratieopties wijzigen door een aangepaste opdrachtregel te gebruiken of door het bestand Setup.ini te wijzigen.
Registratie wordt standaard ingeschakeld voor Office XP-installaties. Hierbij worden echter niet alle registratieopties opgenomen. Als u alle beschikbare registratieopties wilt gebruiken, raadpleegt u de sectie 'Volledige registratie' in dit artikel.
Volledige registratie
Als u een zeer gedetailleerd Windows Installer-logboekbestand wilt maken, kunt u de registratieparameters (v en *) voor de schakeloptie /L gebruiken. Hiertoe gebruikt u de volgende opdrachtregel om Office Setup uit te voeren:
pad\setup.exe /L*v c:\Officelog.txt
Via deze opdrachtregel worden de logboekbestanden voor de installatie gemaakt. De bestandsnamen worden gebaseerd op het bestand Officelog.txt in de hoofdmap van station C. De voorgaande opdrachtregel maakt bijvoorbeeld de volgende logboekbestanden voor een Office-installatie waarvoor de update van systeembestanden vereist is:
Verbose.txt
Verbose_Task(0001).txt
Verbose_Task(0002).txt
OPMERKING: u kunt een pad en een bestandsnaam voor dit logboekbestand opgeven.
Aangepaste registratieopties
U kunt op twee manieren de registratieparameters aanpassen die worden gebruikt om een Windows Installer-logboekbestand te maken: via een aangepaste opdrachtregel of door het bestand Setup.ini te wijzigen.
Aangepaste opdrachtregel
U kunt met de schakeloptie /L elke gewenste combinatie van parameters gebruiken. De enige vereiste voor deze schakeloptie is dat u ook een pad en bestandsnaam opgeeft voor het logboekbestand.
De opdrachtregel kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien:
pad\setup.exe /Lme! c:\customlog.txt
Het bestand Setup.ini wijzigen
Het bestand Setup.ini bevat een sectie [Logging] die u kunt wijzigen om een aangepaste set registratieopties in te stellen. Als u de standaardregistratieparameters voor
vpiwae wilt wijzigen, past u de regel Type= in het bestand Setup.ini aan. U kunt de regel Type= bijvoorbeeld als volgt wijzigen:
U kunt ook een pad voor de logboekbestanden opgeven. Dit doet u door een Path=-regel in te voeren in de sectie [Logging]. Als u in de sectie [Logging] bijvoorbeeld de regel
opneemt, wordt de map \Logbestanden gemaakt in de hoofdmap van station C (als deze map nog niet aanwezig is) en worden alle logboekbestanden die tijdens de Office-installatie worden gemaakt, in deze map geplaatst.
Als u het bestand Setup.ini in de map \Files\Setup van uw netwerkinstallatie wijzigt, is er geen aangepaste opdrachtregel nodig. Als u het gewijzigde bestand Setup.ini echter een andere naam geeft of als het bestand zich op een andere locatie dan de map \Files\Setup van uw Office-installatie bevindt, gebruikt u een opdrachtregel zoals de volgende om te verwijzen naar het nieuwe instellingenbestand:
pad\setup.exe /settings \servernaam\share\CustomSetup.ini
waarbij
padhet pad naar Setup is,
servernaamde naam van de server en
sharede share op de server.
Registratie in de Onderhoudsmodus of voor installatie bij eerste gebruik
WAARSCHUWING: een onjuist gebruik van Register-editor kan ernstige problemen veroorzaken die ertoe kunnen leiden dat u het besturingssysteem opnieuw moet installeren. Microsoft kan niet garanderen dat problemen die voortkomen uit een onjuist gebruik van Register-editor, kunnen worden opgelost. Het gebruik van Register-editor is dan ook voor uw eigen risico.
Raadpleeg het Help-onderwerp 'Sleutels en waarden wijzigen' in Register-editor (Regedit.exe) of de Help-onderwerpen 'Registergegevens toevoegen en verwijderen' en 'Registergegevens bewerken' in Regedt32.exe voor aanwijzingen voor het wijzigen van het register. Maak een reservekopie van het register voordat u wijzigingen aanbrengt. Als u werkt met Windows NT of Windows 2000, moet u ook de hersteldiskette bijwerken.
Registratie vindt niet plaats wanneer u Office Setup uitvoert als Office reeds is geïnstalleerd, bijvoorbeeld als Setup wordt uitgevoerd omdat een functie wordt geïnstalleerd op aanvraag (de functie was oorspronkelijk ingesteld op
Wordt geïnstalleerd bij eerste gebruik) of als u klikt op
Analyse en herstel in het menu
Help.
Als u deze situaties wilt registreren, kunt u registratie inschakelen door de volgende wijzigingen aan te brengen in het Windows-register.
- Sluit alle geopende programma's af.
- Klik op Start en vervolgens op Uitvoeren.
- Typ het volgende in het vak Openen: regediten klik op OK.
- Selecteer in de Register-editor de volgende registersleutel:
HKEY_LOCAL_MACHINE\Software
- Wijs Nieuw aan in het menu Bewerken en klik op Sleutel.
- Nieuwe sleutel nr. 1 is nu geselecteerd. Typ Policiesen druk op ENTER.
- De sleutel Policies is nu geselecteerd. Wijs Nieuw aan in het menu Bewerken en klik op Sleutel.
- Nieuwe sleutel nr. 1 is nu geselecteerd. Typ Microsoften druk op ENTER.
- De sleutel Microsoft is nu geselecteerd. Wijs Nieuw aan in het menu Bewerken en klik op Sleutel.
- Nieuwe sleutel nr. 1 is nu geselecteerd. Typ Windowsen druk op ENTER.
- De sleutel Windows is nu geselecteerd. Wijs Nieuw aan in het menu Bewerken en klik op Sleutel.
- Nieuwe sleutel nr. 1 is nu geselecteerd. Typ Installeren druk op ENTER.
- De sleutel Installer is nu geselecteerd. Wijs Nieuw aan in het menu Bewerken en klik op Tekenreekswaarde.
- Nieuwe waarde nr. 1 is nu geselecteerd. Typ Loggingen druk op ENTER.
- De waarde Logging is nu geselecteerd. Klik op Wijzigen in het menu Bewerken.
- Typ voicewarmupin het vak Waardegegevens en klik op OK.
OPMERKING: u kunt andere combinaties van registratieopties gebruiken in het vak Waardegegevens. Gebruik echter niet de L van de schakeloptie /L, omdat deze uitsluitend wordt gebruikt in de opdrachtregel. Gebruik evenmin de registratieopties + of *, omdat deze in dit scenario niet werken. - Sluit Register-editor af.
Wanneer u registratie inschakelt via het register, krijgt het gegenereerde logboekbestand de naam MSI#####.log, waarbij ##### een willekeurige reeks van vijf alfanumerieke tekens is. Het bestand wordt opgeslagen in de map \Temp. Aangezien een nieuw bestand MSI#####.log elke keer wordt gemaakt wanneer Windows Installer wordt uitgevoerd, dienen registerwijzigingen met de nodige terughoudendheid te worden aangebracht.