Meer informatie

Waarschuwing Automatisering van elke Office-toepassing vanuit een niet-interactieve gebruikersaccount zonder toezicht is riskant en instabiel. Door een fout in een code of configuratie kan er een dialoogvenster worden weergegeven wat kan leiden tot het niet meer reageren (vastlopen) van een clientproces, waardoor gegevens worden beschadigd of waardoor het oproepproces vastloopt. (Als het om een ASP-client gaat, kan dit het uitvallen van uw webserver betekenen.)

Waarschuwing Office is niet ontworpen voor een uitvoering zonder toezicht op een server. Dit is niet veilig. Ontwikkelaars die Office op deze manier gebruiken doen dit op eigen risico.

Het kan in sommige gevallen absoluut vereist zijn om Office op deze manier te gebruiken. In deze gevallen dient u een speciale configuratie toe te passen om fouten bij het opstarten van Office te voorkomen. De stappen in dit artikel geven aan hoe u Office moet configureren om als een specifieke gebruikersaccount op te starten als het wordt opgestart voor Automatisering.

Als u onder een specifieke gebruikersaccount automatiseert, dient u rekening te houden met de volgende problemen:

• Elk proces waarbij een Automatiseringsinstantie van de geconfigureerde Office-toepassing wordt gemaakt, wordt deze onder de specifieke gebruikersaccount gemaakt, zodat het uitgevoerd kan worden met de beveiligingsgegevens van die gebruiker.
• De configuratie van de DCOM-instellingen (Distributed Component Object Model) zodat deze worden uitgevoerd als een specifieke gebruiker, is algemeen voor het systeem. Deze instelling is van toepassing op alle gebruikers en programma's die de Office-toepassing op het systeem hebben geautomatiseerd. Terminal Server-clients kunnen Office mogelijk niet juist gebruiken. U moet deze instelling en de stappen in dit artikel niet toepassen op de Terminal Server voor toepassingen.
• COM (Component Object Model) maakt een uniek WinStation voor het nieuwe exemplaar van de Office-toepassing. Alle dialoogvensters of waarschuwingen die kunnen worden weergegeven, verschijnen niet op het interactieve bureaublad. Als u de vlag Zichtbaar instelt voor een toepassing, ziet de interactieve gebruiker die toepassing niet. Zie de sectie 'Verwijzingen' voor meer informatie over COM en WinStations.
• Wanneer COM een server laadt om als een specifieke gebruikersaccount te worden uitgevoerd, wordt het registeronderdeel voor die gebruiker niet geladen. Omdat het onderdeel voor die gebruiker niet wordt geladen, wordt het systeemonderdeel .DEFAULT gebruikt. Omdat Office niet is opgestart onder een account met dit onderdeel, kunnen er dialoogvensters worden weergegeven waarin wordt gevraagd naar invoer of de cd-roms van Office om de installatie te voltooien. De dialoogvensters zijn niet zichtbaar op het interactieve bureaublad. In dat geval reageert de toepassing niet meer (blijft hangen). De dialoogvensters verlopen en laten het proces doorgaan, maar nadat er een merkbare vertraging is opgetreden bij de uitvoering van het programma. Als u deze situatie wilt omzeilen, installeert u een NT-service die wordt uitgevoerd onder dezelfde gebruikersaccount die is ingesteld voor de DCOM-instelling. Servicebeheer (SCM) van NT laadt het onderdeel voor die gebruiker als de service wordt gestart.

Omdat de wijzigingen in DCOM algemeen zijn, kan het configureren van Office op deze manier negatieve neveneffecten hebben voor andere clients op het systeem waarop Office wordt gebruikt. Het is mogelijk dat een andere clienttoepassing, of Terminal Server-client, de Office-toepassing niet kan gebruiken nadat de instellingen zijn aangebracht. Controleer zorgvuldig wat de gevolgen zijn voor uw server voordat u de instellingen van de DCOM-configuratie wijzigt.

Als de problemen die hier worden besproken te complex zijn voor uw ontwerp, of als er andere ondefinieerbare problemen worden veroorzaakt, kunt u Office op een andere manier configureren waarbij het nog steeds mogelijk is om Office op te starten vanaf een proces of service zonder toezicht.


Voor meer informatie klikt u op de volgende artikelnummers in de Microsoft Knowledge Base:

Office configureren als een specifieke gebruiker

Als u een Office-automatiseringsserver wilt installeren onder een specifieke gebruikersaccount, gaat u als volgt te werk:

1. Meld u bij de computer aan als beheerder en maak een nieuwe gebruikersaccount die Office automatiseert. In ons voorbeeld heeft de account de naam OfficeAutomationUser. Maak een wachtwoord voor deze gebruikersaccount en selecteer Nooit verlopen zodat u het wachtwoord niet hoeft te wijzigen.
2. Voeg de account OfficeAutomationUser toe aan de groep Administrators.
3. Meld u bij de computer aan als OfficeAutomationUser en installeer Office (opnieuw) aan de hand van een volledige installatie. Vanwege de betrouwbaarheid van het systeem wordt u aanbevolen de inhoud van de cd-rom van Office te kopiëren naar een lokaal station en Office vanaf deze locatie te installeren.
4. Start de Office-toepassing die u wilt automatiseren. De toepassing moet zichzelf nu registreren.
5. Nadat de toepassing actief is, drukt u op ALT+F11 om de Microsoft VBA-editor (Visual Basic for Applications) te laden. VBA moet zichzelf nu registreren.
6. Sluit de toepassingen, inclusief VBA.
7. Klik op Start, klik op Uitvoeren en typ DCOMCNFG. Selecteer de toepassing die u wilt automatiseren. De namen van de toepassingen worden hieronder vermeld:

   Microsoft Access 97/2002 - Microsoft Access-database
   
   Microsoft Access 2003 - Microsoft Office Access-toepassing
   
   Microsoft Excel 97/2000/2002/2003 - Microsoft Excel-toepassing
   
   Microsoft Word 97 - Microsoft Word-basis
   
   Microsoft Word 2000/2002/2003 - Microsoft Word-document

   Klik op Eigenschappen om het dialoogvenster Eigenschappen voor deze toepassing te openen.
8. Open het tabblad Beveiliging. Controleer of bij Machtigingen voor starten en activeren de optie Standaardwaarde gebruiken is geselecteerd.
9. Open het tabblad Identiteit. Selecteer Deze gebruiker en type de gebruikersnaam en het wachtwoord voor OfficeAutomationUser.
10. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten en terug te keren naar het dialoogvenster met de lijst van toepassingen.
11. Open het tabblad Standaardbeveiliging in het dialoogvenster DCOM-configuratie.
12. Klik op Standaardinstellingen bewerken voor toegangsmachtigingen. Controleer of de volgende gebruikers in de lijst van toegangsmachtigingen staan of voeg de gebruikers toe als ze niet op de lijst voorkomen:

    SYSTEM
    
    INTERACTIEF
    
    Iedereen
    
    Administrators
    
    OfficeAutomationUser
    
    IUSR_<computernaam>*
    IWAM_<computernaam>*
    
    * Deze accounts bestaan alleen als Internet Information Server (IIS) op de computer is geïnstalleerd.

13. Zorg ervoor dat iedere gebruiker toegang heeft en klik op OK.
14. Klik op Standaardinstellingen bewerken voor startmachtigingen. Controleer of de volgende gebruikers in de lijst van startmachtigingen staan of voeg de gebruikers toe als ze niet op de lijst voorkomen:

    SYSTEM
    
    INTERACTIEF
    
    Iedereen
    
    Administrators
    
    OfficeAutomationUser
    
    IUSR_<computernaam>*
    IWAM_<computernaam>*
    
    * Deze accounts bestaan alleen als IIS op de computer is geïnstalleerd.

15. Zorg ervoor dat iedere gebruiker toegang heeft en klik op OK.
16. Klik op OK om DCOMCNFG te sluiten
17. Start REGEDIT en controleer of de volgende sleutels en tekenreekswaarden bestaan voor de Office-toepassing die u wilt automatiseren:

    Microsoft Access 2000/2002/2003:
    Sleutel: HKEY_CLASSES_ROOT\AppID\MSACCESS.EXE
    AppID: {73A4C9C1-D68D-11D0-98BF-00A0C90DC8D9}
    
    Microsoft Access 97:
    Sleutel: HKEY_CLASSES_ROOT\AppID\MSACCESS.EXE
    AppID: {8CC49940-3146-11CF-97A1-00AA00424A9F}
    
    Microsoft Excel 97/2000/2002/2003:
    Sleutel: HKEY_CLASSES_ROOT\AppID\EXCEL.EXE
    AppID: {00020906-0000-0000-C000-000000000046}
    
    Microsoft Word 97/2000/2002/2003:
    Sleutel: HKEY_CLASSES_ROOT\AppID\WINWORD.EXE
    AppID: {00020906-0000-0000-C000-000000000046}
    
    

    
    Als deze sleutels niet bestaan, kunt u deze maken door het volgende REG-bestand op uw systeem uit te voeren:
    REGEDIT4
[HKEY_CLASSES_ROOT\AppID\WINWORD.EXE]"AppID"="{00020906-0000-0000-C000-000000000046}"
[HKEY_CLASSES_ROOT\AppID\EXCEL.EXE]"AppID"="{00020812-0000-0000-C000-000000000046}"
[HKEY_CLASSES_ROOT\AppID\MSACCESS.EXE]"AppID"="{73A4C9C1-D68D-11D0-98BF-00A0C90DC8D9}"
    Opmerking Het voorbeeld-REG-bestand geldt voor Access 2000, Access 2002 of Office Access 2003. Als u Access 97 gebruikt, wijzigt u de sleutel AppID in:
    "AppID"="{8CC49940-3146-11CF-97A1-00AA00424A9F}"
    
18. Om conflicterende registervermeldingen te vermijden, installeert u een NT-service en voert u deze uit. Stel de identiteit van de service in zodat deze als OfficeAutomationUser wordt gestart en selecteer Automatisch als het opstarttype. Zie voor meer informatie over het maken van een voorbeeld van Visual C++ NT-service de volgende MSDN-website (Microsoft Developer Network):

    Creating a Simple Win32 Service in C++
    http://msdn.microsoft.com/library/default.asp?url=/library/en-us/dndllpro/html/msdn_ntservic.asp

19. Start het systeem opnieuw op. Dit is vereist.