Meer informatie

De functie ZOEKEN levert een waarde op uit een bereik van één rij of één kolom of uit een matrix. De functie ZOEKEN heeft twee syntaxisnotaties: vector en matrix. Met de vectornotatie van ZOEKEN wordt een waarde gezocht in een bereik van één rij of één kolom (een vector genoemd), waarna uit een tweede bereik met één rij of één kolom de waarde op dezelfde positie wordt geretourneerd. Met de matrixnotatie van ZOEKEN wordt de opgegeven waarde gezocht in de eerste rij of kolom van een matrix, waarna uit de laatste rij of kolom van de matrix de waarde op dezelfde positie als resultaat wordt gegeven.

Vectornotatie van ZOEKEN

Met de vectornotatie van ZOEKEN wordt een waarde gezocht in een bereik van één rij of één kolom (een vector genoemd), waarna uit een tweede bereik met één rij of één kolom de waarde op dezelfde positie wordt geretourneerd. Gebruik deze notatie van de functie ZOEKEN wanneer u het bereik wilt opgeven dat de waarden bevat die u zoekt.

Syntaxis van de vectornotatie

ZOEKEN(zoekwaarde,zoekvector,resultaatvector)

• Zoekwaarde is een waarde waarnaar in de eerste vector wordt gezocht door ZOEKEN. Zoekwaarde kan een getal zijn, tekst, een logische waarde, of een naam of referentie die naar een waarde verwijst.
• Zoekvector is een bereik dat uit slechts één rij of kolom bestaat. De waarden in zoekvector kunnen bestaan uit tekst, getallen of logische waarden.
  
  Belangrijk De waarden in zoekvector moet u in oplopende volgorde zetten, bijvoorbeeld -2, -1, 0, 1, 2 of A-Z of ONWAAR, WAAR. Als u dat niet doet, levert ZOEKEN mogelijk niet de juiste waarde op. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
• Resultaatvector is een bereik dat uit slechts één rij of kolom bestaat. Het bereik moet even groot zijn als de waarde voor zoekvector.

Opmerking

• Als ZOEKEN de zoekwaarde niet kan vinden, wordt de grootste waarde uit zoekvector weergegeven die kleiner is dan of gelijk is aan zoekwaarde.
• Als zoekwaarde kleiner is dan de kleinste waarde in zoekvector, resulteert ZOEKEN in de foutwaarde #N/B.

Voorbeeld

	A	B
1	Frequentie	Kleur
2	4,14	rood
3	4,19	oranje
4	5,17	geel
5	5,77	groen
6	6,39	blauw

Formule	Beschrijving (resultaat)
=ZOEKEN(4,19;A2:A6;B2:B6)	Hiermee wordt in kolom A gezocht naar 4,19 en bestaat het resultaat uit de waarde in dezelfde rij in kolom B (oranje).
=ZOEKEN(5,00;A2:A6;B2:B6)	Hiermee wordt in kolom A gezocht naar 5,00, wordt de eerstlagere waarde gevonden (4,19) en bestaat het resultaat uit de waarde in dezelfde rij in kolom B (oranje).
=ZOEKEN(7,66;A2:A6;B2:B6)	Hiermee wordt in kolom A gezocht naar 7,66 en wordt de zoekwaarde gekoppeld aan de eerstvolgende kleinere waarde (6,39), waarna de waarde in dezelfde rij in kolom B (blauw) als resultaat wordt gegeven.
=ZOEKEN(0;A2:A6;B2:B6)	Hiermee wordt gezocht naar 0 in kolom A. Er wordt een foutwaarde geretourneerd omdat 0 kleiner is dan de kleinste waarde in de zoekvector A2:A7 (#N/B).

Matrixnotatie van ZOEKEN

Met de matrixnotatie van ZOEKEN wordt de opgegeven waarde gezocht in de eerste rij of kolom van een matrix, waarna uit de laatste rij of kolom van de matrix de waarde op dezelfde positie als resultaat wordt gegeven. Gebruik deze notatie van ZOEKEN wanneer de zoekwaarden in de eerste rij of kolom van de matrix staan.

Syntaxis van de matrixnotatie

ZOEKEN(zoekwaarde,matrix)

• Zoekwaarde is een waarde waarnaar in een matrix wordt gezocht door ZOEKEN. Zoekwaarde kan een getal zijn, tekst, een logische waarde, of een naam of referentie die naar een waarde verwijst.
  • Als ZOEKEN de zoekwaarde niet kan vinden, wordt de grootste waarde uit de matrix weergegeven die kleiner is dan of gelijk aan zoekwaarde.
  • Als zoekwaarde kleiner is dan de kleinste waarde in de eerste rij of kolom (afhankelijk van de matrixgrootte), resulteert ZOEKEN in de foutwaarde #N/B.
• Matrix is een bereik van cellen dat tekst, getallen of logische waarden bevat die u wilt vergelijken met zoekwaarde.
  
  De matrixnotatie van ZOEKEN is vergelijkbaar met de functies HORIZ.ZOEKEN en VERT.ZOEKEN. Het verschil is dat u met HORIZ.ZOEKEN zoekt naar zoekwaarde in de eerste rij, met VERT.ZOEKEN in de eerste kolom en met ZOEKEN op basis van de grootte van matrix.
  • Als matrix verwijst naar een gebied dat meer kolommen dan rijen bevat, wordt er met ZOEKEN gezocht naar zoekwaarde in de eerste rij.
  • Als matrix verwijst naar een gebied dat meer rijen dan kolommen bevat, wordt er met ZOEKEN gezocht in de eerste kolom.
  • Met HORIZ.ZOEKEN en VERT.ZOEKEN kunt u horizontaal of verticaal zoeken, maar met ZOEKEN wordt altijd de laatste waarde in de rij of kolom geselecteerd.
  Belangrijk De waarden in matrix moet u in oplopende volgorde zetten, bijvoorbeeld -2, -1, 0, 1, 2 of A-Z of ONWAAR, WAAR. Als u dat niet doet, levert ZOEKEN mogelijk niet de juiste waarde op. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.

Voorbeeld

	A	B
1	a	1
2	b	2
3	c	3
4	d	4

Formule	Beschrijving (resultaat)
=ZOEKEN("c";A1:B4)	Hiermee wordt 'C' gezocht in de eerste rij van de matrix en bestaat het resultaat uit de waarde in de laatste rij die in dezelfde kolom (3) staat.
=LOOKUP("bol";A1:B4)	Hiermee wordt 'bol' gezocht in de eerste rij van de matrix en bestaat het resultaat uit de waarde in de laatste kolom die in dezelfde rij (2) staat.