Meer informatie

Infolabels zijn ontworpen om bepaalde gegevens te herkennen en vervolgens op basis van het herkende type gegevens bepaalde acties beschikbaar te stellen. De acties worden beschikbaar gesteld via een knop die vlakbij de cel met de herkende gegevens wordt weergegeven. Deze knop wordt weergegeven wanneer de cel wordt geactiveerd of wanneer u de muisaanwijzer boven de cel plaatst.

Infolabels inschakelen

De functie voor infolabels is standaard uitgeschakeld. Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u eerst het herkennen van infolabels inschakelen. Hiertoe gaat u als volgt te werk:

1. Klik op AutoCorrectie-opties in het menu Extra.
2. Klik op het tabblad Infolabels in het dialoogvenster AutoCorrectie.
3. Schakel het selectievakje Gegevens markeren met infolabels in.
4. Schakel in het vak Kenmerken de selectievakjes in voor de infolabelkenmerken die u wilt inschakelen en klik op OK.

Herkennen van infolabels

• Een werkbladcel met gegevens die door een infolabel worden herkend, wordt gemarkeerd met een paarse indicator in de rechterbenedenhoek van de cel. De infolabelknop wordt weergegeven wanneer de cel wordt geactiveerd of wanneer u de muisaanwijzer boven de cel plaatst. Wanneer u op de infolabelknop klikt, worden de beschikbare infolabelacties weergegeven. Als de actieve cel een infolabel bevat en de aanwijzer boven een andere cel met een infolabel wordt geplaatst, worden twee infolabelknoppen weergegeven. Als een cellenbereik wordt geselecteerd, verschijnt de infolabelknop alleen voor cellen waarop u de aanwijzer plaatst.
• Een cel kan meerdere infolabels bevatten.
• Excel kan alleen de gehele inhoud van een cel aan een infolabel doorgeven. Als bijvoorbeeld de tekst 'Ik werk met MSFT' in een cel wordt ingevoerd, wordt 'MSFT' niet als financieel symbool herkend door de infolabel MSN MoneyCentral Financial Symbols.
• Excel ondersteunt wel infolabels die meerdere cellen beslaan.

Infolabels overbrengen

• U kunt infolabels van het ene Office-programma naar het andere overbrengen via het Klembord. Als een infolabel beschikbaar is in Microsoft Word maar niet in Excel, kunt u de infolabel kopiëren en plakken in Excel zodat de acties ook daar beschikbaar zijn. De beperkingen met betrekking tot de herkenning van celinhoud in Excel blijven echter van kracht.
• Infolabels blijven in de volgende gevallen in een cel aanwezig:
  • De opmaak van de cel wordt gewijzigd.
  • Rond de cel worden rijen of kolommen ingevoegd of verwijderd.
  • De cel wordt verplaatst.
  • De cel wordt geknipt of gekopieerd en vervolgens geplakt.
  • De cel wordt automatisch gefilterd.
  • De cel wordt opnieuw gerangschikt vanwege een sorteerbewerking.
  • De cel wordt verborgen.
• Infolabels worden in de volgende gevallen uit een cel verwijderd:
  • De gegevens in een cel worden gewijzigd of verwijderd.
  • De gegevens in een cel worden vervangen via een plakbewerking.
  • Nieuwe gegevens worden met slepen en neerzetten in de cel geplaatst.
• Als een cel met herkende gegevens in een cellenbereik wordt geplakt, wordt de infolabel niet in de cellen geplakt.
• Wanneer u een werkblad beveiligt, kunt u geen infolabels in cellen op het werkblad toevoegen of verwijderen. De infolabels die echter al in het beveiligde werkblad aanwezig waren, werken naar behoren.
• Infolabels kunnen in een werkblad worden ingesloten zodat ze met het bestand worden opgeslagen. Wanneer u een werkblad dat ingesloten infolabels bevat, opslaat als webpagina (HTML of MHTML) en de webpagina vervolgens weergeeft in Microsoft Internet Explorer 5.5, zijn de infolabels beschikbaar. Alleen de aangepaste acties van de infolabels worden in de lijst Acties met infolabels vermeld.
  
  
  Ga als volgt te werk als u infolabels wilt insluiten:
  1. Klik op AutoCorrectie-opties in het menu Extra.
  2. Open het tabblad Infolabels in het dialoogvenster AutoCorrectie.
  3. Schakel het selectievakje Infolabels in deze werkmap insluiten in.
  4. Klik op OK.
• Als u een infolabelactie uitvoert, wordt deze niet opgenomen in de lijst met wijzigingen als u wijzigingen bijhoudt in een gedeeld werkblad.
• Cellen in een draaitabel of querytabel worden op dezelfde wijze als gewone cellen doorgegeven aan de infolabelkenmerken wanneer de draaitabel of querytabel wordt gemaakt of vernieuwd.
• De infolabel wordt verwijderd uit cellen die veranderen als gevolg van een herberekening. De cel wordt vervolgens opnieuw geëvalueerd aan de hand van de infolabelkenmerken.

Beperkingen van infolabels

• U kunt het verwijderen van een infolabel niet ongedaan maken door op Ongedaan maken te klikken.
• Infolabels worden niet opnieuw geplakt nadat een plakbewerking ongedaan is gemaakt en opnieuw wordt uitgevoerd. Als de functie voor infolabels uitgeschakeld is, wordt na gebruik van de opdracht Opnieuw geen infolabel in de cel weergegeven. Als de functie voor infolabels ingeschakeld is, wordt de cel doorgegeven aan de infolabelkenmerken en opnieuw geëvalueerd.
• Een werkblad kan maximaal 65.530 infolabels bevatten.