Samenvatting

Met behulp van Data Access-pagina's kunt u gegevens-afhankelijke webpagina's maken die kunnen worden bekeken in Microsoft Internet Explorer 5 of hoger. Deze webpagina's zijn meestal bedoel voor gebruik op een intranet. Als echter met bepaalde aspecten rekening wordt gehouden, kunnen deze webpagina's ook worden geïmplementeerd via internet.

Opmerking Microsoft Office Web Components (OWC) moet zijn geïnstalleerd op de computer die toegang wil hebben tot de Data Access-pagina's. OWC maakt standaard deel uit van elke Microsoft Office-installatie.

In dit artikel worden aspecten besproken die van belang zijn om Data Access-pagina's te implementeren via internet. Hierbij wordt geen aandacht besteed aan mogelijke beveiligingsproblemen die hierdoor kunnen ontstaan. Dit artikel is bedoeld om u te helpen bij het implementeren van Data Access-pagina's via internet. Ook worden de stappen beschreven die nodig zijn om deze pagina's goed te laten werken. In de sectie 'Verwijzingen' van dit artikel kunt u meer informatie vinden over methoden die u kunt gebruiken om extra beveiliging toe te voegen aan Data Access-pagina's.

Aangezien de meeste stappen in dit artikel moeten worden uitgevoerd op de server, wordt er in dit artikel vanuit gegaan dat er in de NTFS-partitie een juist geconfigureerde webserver aanwezig is voor implementatie. Als u niet zelf de website host waarop de Data Access-pagina's zijn opgeslagen, moet u samenwerken met uw provider om de webserver goed te configureren.

Terug naar begin

Nieuwe functies voor implementatie in Access 2002 of hoger

Het implementeren van pagina's via internet is met de toevoeging van de eigenschap ConnectionFile aan het object DataSourceControl in Office XP en hoger een stuk eenvoudiger geworden. Met ConnectionFile kunt u verbindingsgegevens voor verschillende pagina's bijhouden in een ODC-bestand (Office Data Connection). U kunt ConnectionFile ook gebruiken om wijzigingen aan te brengen in de verbindingsreeks in het ODC-bestand in plaats van op elke pagina.


In de eigenschap ConnectionFile kunt u het relatieve pad van het ODC-bestand opgeven. Dit betekent dat u de pagina's lokaal kunt ontwikkelen, de pagina's en het ODC-bestand kunt implementeren op een webserver en het ODC-bestand vervolgens op de webserver kunt bijwerken met de aangepaste locatie van de database zonder dat u de Data Access-pagina's hoeft te bewerken.

Voer de volgende stappen uit om de eigenschap ConnectionFile in te stellen:

1. Start Access. Open de pagina in de ontwerpweergave.
2. Klik met de rechtermuisknop op de pagina en klik op Eigenschappen.
3. Open het tabblad Gegevens van het eigenschappenvenster.
4. Klik op de eigenschap ConnectionFile en klik op de knop Opbouwfunctie (...) om naar een bestaand ODC-bestand te gaan.
   
   Opmerking U kunt ook in het dialoogvenster Gegevensbron selecteren klikken op Nieuwe bron om met de wizard Gegevensverbinding een nieuw ODC-bestand te maken.

Een gebruiker toevoegen voor anonieme toegang

De werking van webservers verschilt al naargelang u Microsoft Windows NT 4.0, Microsoft Windows 2000 of Microsoft Windows Server 2003 gebruikt. Voer de volgende stappen uit op de webserver waarop zich de Data Access-pagina's bevinden:

Windows NT 4.0

1. Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Systeembeheer aan en klik op Gebruikersbeheer voor domeinen.
2. Open het menu Gebruiker en klik op Domein selecteren.
3. Typ de computernaam van de webserver en klik op OK.
   
   Opmerking Dit is niet het HTTP-adres van de server.
4. Open het menu Gebruiker en klik op Nieuwe gebruiker.
5. Typ DAPInternetAccount in het vak Gebruikersnaam.
6. Schakel het selectievakje Gebruiker moet wachtwoord bij volgende aanmelding wijzigen uit, schakel het selectievakje Gebruiker kan wachtwoord niet wijzigen in en schakel eveneens het selectievakje Wachtwoord verloopt nooit in.
7. Klik op Toevoegen en klik op Sluiten om het dialoogvenster te sluiten.

Windows 2000

1. Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Systeembeheer aan en klik op Computerbeheer.
2. Dubbelklik op Lokale gebruikers en groepen en klik op de map Gebruikers.
3. Klik in het menu Actie op Nieuwe gebruikers.
4. Typ DAPInternetAccount in het vak Gebruikersnaam.
5. Schakel het selectievakje Gebruiker moet wachtwoord bij volgende aanmelding wijzigen uit, schakel het selectievakje Gebruiker kan wachtwoord niet wijzigen in, schakel het selectievakje Wachtwoord verloopt nooit in en klik op Maken.
6. Klik op Sluiten om het dialoogvenster Nieuwe gebruiker te sluiten en sluit vervolgens MMC (Microsoft Management Console).

Windows Server 2003

1. Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Systeembeheer aan en klik op Computerbeheer.
2. Dubbelklik op Lokale gebruikers en groepen en klik op de map Gebruikers.
3. Klik in het menu Actie op Nieuwe gebruikers.
4. Typ DAPInternetAccount in het vak Gebruikersnaam.
5. Schakel het selectievakje Gebruiker moet wachtwoord bij volgende aanmelding wijzigen uit, schakel het selectievakje Gebruiker kan wachtwoord niet wijzigen in, schakel het selectievakje Wachtwoord verloopt nooit in en klik op Maken.
6. Klik op Sluiten om het dialoogvenster Nieuwe gebruiker te sluiten en sluit vervolgens MMC (Microsoft Management Console).

Terug naar begin

Map- en bestandsmachtigingen configureren

De gebruiker die via internet toegang wil hebben tot de Data Access-pagina's, moet beschikken over Windows NT-bestandsmachtigingen voor de database om te kunnen werken met het LDB-bestand (voor vergrendeling van de database) dat wordt gemaakt wanneer de gebruiker werkt met een Access-database. U moet daarom de benodigde machtigingen toewijzen aan de gebruiker die u hebt toegevoegd in de sectie 'Een gebruiker toevoegen voor anonieme toegang' van dit artikel. Bovendien moet deze gebruiker leesbevoegdheid hebben voor de map met de RDS-onderdelen (Remote Data Service). Ga als volgt te werk om map- en bestandsmachtigingen te configureren:

Opmerking De volgende stappen moeten worden uitgevoerd op de webserver.

Opmerking Als u een pagina implementeert in een Access-project (ADP-bestand), kunt u de volgende stappen overslaan. De volgende stappen zijn niet van toepassing op Microsoft SQL Server.

Windows NT 4.0

1. Dubbelklik op Deze computer op het bureaublad.
2. Ga naar de map C:\Program Files\Common Files\System.
   
   Opmerking Vervang de stationsletter door een andere letter als het besturingssysteem op een ander logisch station is geïnstalleerd.
3. Klik met de rechtermuisknop op de map MSADC, klik op Eigenschappen en open het tabblad Beveiliging van het dialoogvenster Eigenschappen voor MSADC.
4. Klik op Machtigingen en klik op Toevoegen.
5. Typ servernaam\DAPInternetAccount in het vak Namen toevoegen (waarbij u servernaam vervangt door de computernaam van de webserver) en klik op OK om de dialoogvensters te sluiten.
6. Wijs voor DAPInternetAccount de machtiging Lezen toe aan de map MSADC, sluit het venster Eigenschappen voor MSADC en sluit de map MSADC.
7. Herhaal stap 1 tot en met 6, maar selecteer nu de map met de database. Wijs de machtiging Volledig beheer toe aan deze map.
8. Herhaal nogmaals stap 1 tpt en met 6, maar selecteer nu het databasebestand. Wijs de machtiging Volledig beheer toe aan dit bestand.

Opmerking Als de optie Machtigingen voor bestaande bestanden vervangen is ingeschakeld voor de map, krijgt het databasebestand automatisch de machtigingen van de map waarin het bestand staat.

Windows 2000

1. Dubbelklik op Deze computer op het bureaublad.
2. Ga naar de map C:\Program Files\Common Files\System.
   
   Opmerking Vervang de stationsletter door een andere letter als het besturingssysteem op een ander logisch station is geïnstalleerd.
3. Klik met de rechtermuisknop op de map MSADC, klik op Eigenschappen, open het tabblad Beveiliging van het dialoogvenster Eigenschappen voor MSADC en klik op Toevoegen.
4. Vervang <<Geef namen op, gescheiden door puntkomma's, of selecteer een naam in de lijst>> door servernaam\DAPInternetAccount (waarbij u in plaats van servernaam de computernaam van de webserver typt) en klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
5. Controleer of DAPInternetAccount is geselecteerd en schakel vervolgens het selectievakje Mapinhoud weergeven uit voor de map MSADC.
   
   Er worden leesmachtigingen toegekend aan de submap.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen voor MSADC te sluiten en sluit vervolgens de map MSADC.
7. Herhaal stap 1 tot en met 6, maar selecteer nu de map met de database en wijs de machtiging Volledig beheer toe aan deze map.
8. Herhaal nogmaals stap 1 tot en met 6, maar selecteer nu het databasebestand en wijs de machtiging Volledig beheer toe aan dit bestand.

Opmerking Als de optie Overneembare machtigingen van bovenliggend object doorgeven aan dit object is ingeschakeld voor het bestand, krijgt het databasebestand de machtigingen van de map waarin het bestand zich bevindt.

Windows Server 2003

1. Klik op Start en vervolgens op Deze computer.
2. Ga naar de map C:\Program Files\Common Files\System.
   
   Opmerking Vervang de stationsletter door een andere letter als het besturingssysteem op een ander logisch station is geïnstalleerd.
3. Klik met de rechtermuisknop op de map MSADC, klik op Eigenschappen, open het tabblad Beveiliging van het dialoogvenster Eigenschappen voor MSADC en klik op Toevoegen.
4. Vervang <<Geef namen op, gescheiden door puntkomma's, of selecteer een naam in de lijst>> door servernaam\DAPInternetAccount (waarbij u in plaats van servernaam de computernaam van de webserver typt) en klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
5. Controleer of DAPInternetAccount is geselecteerd en schakel vervolgens het selectievakje Mapinhoud weergeven uit voor de map MSADC.
   
   Er worden leesmachtigingen toegekend aan de submap.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen voor MSADC te sluiten en sluit vervolgens de map MSADC.
7. Herhaal stap 1 tot en met 6, maar selecteer nu de map met de database en wijs de machtiging Volledig beheer toe aan deze map.
8. Herhaal nogmaals stap 1 tot en met 6, maar selecteer nu het databasebestand en wijs de machtiging Volledig beheer toe aan dit bestand.
   
   In Windows Server 2003 is de standaardinstelling dat machtigingen voor een map automatisch ook worden toegewezen aan de bestanden in die map. DAPInternetAccount heeft dan ook de machtiging Volledig beheer gekregen voor het databasebestand.

Terug naar begin

De webserver configureren

Als u gegevens via internet wilt terugsturen naar Data Access-pagina's, moet u RDS (Remote Data Services) via de virtuele MSADC-map configureren op de webserver. Voor meer informatie over het configureren van RDS voor uitvoering op een andere site dan de standaardwebsite klikt u op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base: Belangrijk Als u werkt met Microsoft Windows NT Server 4.0, wordt het afgeraden IIS uit te voeren op een domeincontroller, een back-updomeincontroller (BDC) of een primaire domeincontroller (PDC). De prestaties van IIS nemen sterk af vanwege de netwerkbelasting en de processorbelasting die het gevolg zijn van de verificatie en andere functies die door domeincontrollers worden uitgevoerd. Om deze reden test Microsoft Data Access-pagina's niet op een domeincontroller waarop IIS wordt uitgevoerd en wordt deze configuratie ook niet ondersteund door Microsoft.

De volgende stappen laten zien hoe u RDS moet configureren als de Data Access-pagina's worden geïmplementeerd onder de standaardwebsite in IIS (Internet Information Services).

Windows NT 4.0 en Windows 2000

1. Open Internet-servicebeheer op de webserver.
2. Klik in Windows NT Server 4.0 op Start, wijs achtereenvolgens Programma's, Windows NT 4.0 Option Pack en Microsoft Internet Information Server aan en klik op Internet-servicebeheer.
   
   Klik in Windows 2000 op Start, wijs achtereenvolgens Programma's en Systeembeheer aan en klik op Internet-servicebeheer.
3. Vouw de standaardwebsite uit.
4. Klik met de rechtermuisknop op de virtuele map van MSADC en klik op Eigenschappen.
5. Open het tabblad Mapbeveiliging van het dialoogvenster Eigenschappen voor MSADC.
6. Klik onder Anonieme toegang en verificatiemethoden op Bewerken.
7. Controleer of het selectievakje Anonieme toegang is ingeschakeld en klik op Bewerken naast Account voor anonieme toegang.
8. Typ DAPInternetAccount.
9. Schakel in Windows NT 4.0 het selectievakje Automatische wachtwoordsynchronisatie inschakelen in.
   
   Schakel in Windows 2000 het selectievakje Wachtwoordbeheer door IIS toestaan in.
10. Klik op OK om de dialoogvensters te sluiten en terug te keren naar Internet-servicebeheer.
    
    Alleen Windows 2000 Server
    
    Bij een schone installatie van Windows 2000 Server wordt voor de virtuele MSADC-map ingesteld dat voor alle IP-adressen en alle domeinnamen de toegang moet worden geweigerd. Klik op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base voor meer informatie over het configureren van RDS in Windows 2000:

    250536 Procedures: RDS configureren voor Windows 2000

Windows Server 2003

1. Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Systeembeheer aan en klik op Beheer van Internet Information Services (IIS).
2. Vouw webserver (lokale computer) uit (waarbij webserver de computernaam is die is toegewezen aan de webserver) en vouw vervolgens Websites uit.
3. Klik met de rechtermuisknop op Standaardwebsite, wijs Nieuw aan en klik op Virtuele map.
4. Klik in de wizard Virtuele map maken op Volgende. Typ MSADC in het vak Alias en klik op Volgende. Typ C:\Program Files\Common Files\System\msadc in het vak Pad en klik tweemaal op Volgende. Klik op Voltooien.
5. Klik met de rechtermuisknop op de nieuwe virtuele map van MSADC en klik op Eigenschappen.
6. Selecteer Scripts en uitvoerbare bestanden in de vervolgkeuzelijst Machtigingen tot uitvoeren van het dialoogvenster Eigenschappen voor MSADC.
7. Open het tabblad Mapbeveiliging. Klik onder Verificatie en toegang beheren op Bewerken.
8. Schakel het selectievakje Anonieme toegang inschakelen in. Klik naast de gebruikersnaam op Bladeren.
9. Typ DAPInternetAccount in het vak Geef de namen van de objecten op van het dialoogvenster Gebruiker selecteren en klik op OK.
10. Klik op OK om het dialoogvenster Verificatiemethoden te sluiten.
11. Klik onder Beperkingen voor IP-adressen en domeinnamen op Bewerken.
12. Selecteer in het dialoogvenster Beperkingen voor IP-adressen en domeinnamen de optie Toegang toegekend en klik op OK.
13. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen voor MSADC te sluiten en sluit vervolgens Beheer van Internet Information Services (IIS).

Aanvullende configuratie-instellingen voor Windows Server 2003

Als u de onderstaande configuratie-instellingen niet toepast, kan het volgende foutbericht worden weergegeven:

1. Klik op Start, wijs Programma's aan, wijs Systeembeheer aan en klik op Beheer van Internet Information Services (IIS).
2. Vouw webserver (lokale computer) uit (waarbij webserver de computernaam is die is toegewezen aan de webserver) en vouw vervolgens Webservice-extensies uit.
3. Klik op de hyperlink Een nieuwe webservice-extensie toevoegen.
4. Typ MSADC in het dialoogvenster Nieuwe webservice-extensie en klik op Toevoegen.
5. Typ C:\Program Files\Common Files\System\msadc\msadcs.dll in het vak Extensienaam van het dialoogvenster Bestand toevoegen en klik op OK.
6. Schakel het selectievakje Status van extensie instellen op Toegestaan in en klik op OK.
7. Sluit Beheer van Internet Information Services (IIS).

Terug naar begin

Het bestand Msdfmap.ini wijzigen

U kunt het bestand Msdfmap.ini op de webserver gebruiken om gegevensverbindingen met de server toe te staan. U kunt dit bestand op verschillende manieren aanpassen om verbindingen met een bepaalde database toe te staan of te beperken.

1. Open op de webserver het bestand Msdfmap.ini in Kladblok.
   
   Dit bestand staat in de map \WINNT.
2. Breng de volgende wijziging aan in de sectie [connect default]:
   Access=NoAccess
   - wordt -
   Access=ReadWrite
   Voor alle gegevensverbindingen op de server is nu ingesteld dat lees- en schrijfbewerkingen zijn toegestaan.
3. Breng de volgende wijziging aan in de sectie [sql default]:
   sql=" "
   - wordt -
   ;sql=" "
   Deze codewijziging betekent dat nu alle SQL-instructies kunnen worden uitgevoerd op een gegevensbron op de webserver.
4. Sla het bestand Msdfmap.ini op en sluit het.

Terug naar begin

De opslaglocatie van de database en de Data Access-pagina's bepalen

Als u de database samen met de Data Access-pagina's opslaat op de webserver, is implementatie eenvoudig. Voor een betere beveiliging moet u de database echter opslaan in een andere map dan de map met de website. De map met de website is standaard C:\Inetpub\wwwroot wanneer u IIS installeert. Aangezien de map wwwroot meestal voor iedereen toegankelijk is, kan een kwaadwillende gebruiker de database in theorie downloaden. Om de beveiliging te vergroten, plaatst u de database in een andere map op de webserver, bijvoorbeeld in C:\Inetpub.

Terug naar begin

De Data Access-pagina's wijzigen

Aangezien Data Access-pagina's standaard op de clientcomputer zoeken naar de gegevensbron, is er bij een gewone implementatie van Data Access-pagina's geen ondersteuning voor gebruik via internet. Dit is alleen mogelijk als u met de eigenschap UseRemoteProvider van de pagina Data Access-pagina's met drie lagen configureert. Hoewel bepaalde stappen van dit artikel afhankelijk zijn van de geselecteerde beveiligingsinstellingen, moet u alle stappen in deze sectie uitvoeren om Data Access-pagina's met drie lagen in te stellen.

1. Open een Data Access-pagina in de ontwerpweergave.
2. Klik met de rechtermuisknop op de Data Access-pagina en klik op Eigenschappen.
3. Open het tabblad Gegevens en stel de eigenschap UseRemoteProvider in op True.
4. Klik op de knop Opbouwfunctie (...) van de eigenschap ConnectionString en controleer of de verbindingsreeks een pad bevat dat kan worden bereikt vanaf de webserver.
5. Sluit de Data Access-pagina en sla de pagina vervolgens op.

Belangrijk Als u de website niet zelf host, kunt u de URL voor de Data Access-pagina mogelijk niet gebruiken voor het opslaan van wijzigingen in Data Access-pagina's die rechtstreeks zijn geopend in Access. Open de pagina in dat geval in Microsoft FrontPage 2002 of hoger en bewerk de verbindingsreeks als volgt handmatig:

Opmerking Stel de eigenschap UseRemoteProvider in op True in Access voordat u de Data Access-pagina opent in FrontPage.

1. Start FrontPage. Kies Open in het menu File.
2. Typ de URL voor uw Data Access-pagina op de webserver en klik op OK.
3. Klik op het tabblad HTML rechtsonder in het scherm.
4. Klik op Find in het menu Edit.
5. Typ ConnectionString en klik op Find Next.
6. Typ in het gedeelte Data Source van de verbindingsreeks het pad naar de database op de webserver.

U kunt de implementatie testen door de URL voor de Data Access-pagina's te openen in Internet Explorer 5 of hoger.

Terug naar begin