Alleen serverbeheerders (leden van de lokale beheerdersgroep op de webservers of leden van de farmbeheerdersgroep in Centraal beheer) kunnen een upgrade uitvoeren van Microsoft Windows SharePoint Services 2.0 naar Microsoft Windows SharePoint Services 3.0. Het upgradeproces is echter wel van belang voor site-eigenaren en ontwerpers. Dit onderwerp biedt informatie voor site-eigenaren en ontwerpers over het effect van een upgrade, welke typen upgrades mogelijk zijn en hoe zij deel kunnen nemen aan een upgradeproces. Zie de Help-pagina's van Centraal beheer en de pagina's van Windows SharePoint Services op de website Microsoft TechNet voor meer informatie voor serverbeheerders over upgrades naar Windows SharePoint Services 3.0.

Upgrades - overzicht

Bij een upgrade blijven de structuur en de gegevens van de website behouden, en daarbij worden door Windows SharePoint Services 3.0 de volgende wijzigingen aangebracht:

• De Windows SharePoint Services-technologie wordt bijgewerkt naar de meest recente versie.
• De gegevens worden bijgewerkt naar het databaseschema van Windows SharePoint Services 3.0.
• Gebruikersrechten, sitegroepen en over sites verspreide groepen worden bijgewerkt naar gebruikersmachtigingen, machtigingsniveaus en SharePoint-groepen van Windows SharePoint Services 3.0.
• Aanpassingen van webonderdelen worden indien nodig bijgewerkt.
• Site-aanpassingen die zijn gemaakt met een met Windows SharePoint Services compatibele webontwerpprogramma, zoals Microsoft Office SharePoint Designer 2007, worden indien nodig bijgewerkt.

Opmerking Alleen bij geleidelijke upgrades kunnen aanpassingen van webonderdelen en sites al dan niet worden overgenomen. Zie de sectie Upgradeopties voor meer informatie over de verschillende typen upgrades.

Opmerking U kunt niet direct een upgrade uitvoeren van Microsoft SharePoint Team Services naar Windows SharePoint Services 3.0. Als u een upgrade wilt uitvoeren van SharePoint Team Services, moet u hiervan eerst een upgrade uitvoeren naar Windows SharePoint Services 2.0 en vervolgens een upgrade uitvoeren naar Windows SharePoint Services 3.0.

Upgradeopties

Met de installatiewizard van Windows SharePoint Services 3.0 hebt u de keuze uit twee typen upgrades: intern en geleidelijk. Met een interne upgrade worden alle SharePoint-sites tegelijk bijgewerkt. Dit is de beste optie voor kleine implementaties of een implementatie op één server. Met een geleidelijke upgrade kunt u het upgradeproces nauwkeuriger besturen, omdat u per keer een upgrade kunt uitvoeren van een of meer siteverzamelingen. Met de informatie uit deze paragraaf kunt u de serverbeheerder advies bieden over het meest geschikte type upgrade voor uw sites.

TipEen geleidelijke upgrade is de beste optie voor omvangrijke implementaties van Windows SharePoint Services 3.0, omdat de beheerder hiermee kan bepalen hoeveel siteverzamelingen per keer worden bijgewerkt. Op deze manier kan de upgrade van grote implementaties van Windows SharePoint Services 2.0 bijvoorbeeld worden gespreid over verschillende weekends, waarbij de implementaties gedurende die tijd als hosts voor de oudere versies van de sites blijven fungeren. Dit is mogelijk omdat dezelfde server als host kan dienen voor de sites die nog niet zijn bijgewerkt als voor de sites waarop al wel een upgrade is uitgevoerd.

Interne upgrade:

• Windows SharePoint Services 2.0 wordt overschreven door Windows SharePoint Services 3.0 en de inhoudsdatabases worden gewijzigd.Dit betekent dat een interne upgrade een onomkeerbaar proces is en dat u niet meer kunt terugkeren naar de vorige versie.
• De oorspronkelijke Windows SharePoint Services 2.0-sites kunnen na de upgrade niet meer worden bezocht.
• Tijdens de upgrade is geen van de sites toegankelijk voor bezoekers.
• Bezoekers van de site kunnen na de upgrade dezelfde URL's blijven gebruiken.

Geleidelijke upgrade:

• Tijdens de upgrade van elke siteverzameling worden de gegevens uit de oorspronkelijke database eerst gekopieerd naar een nieuwe database en pas daarna bijgewerkt naar Windows SharePoint Services 3.0. De oorspronkelijke gegevens van Windows SharePoint Services 2.0 blijven behouden in de oorspronkelijke database, totdat de serverbeheerder deze expliciet verwijdert. Hierdoor kunnen de bijgewerkte sites, indien nodig, gemakkelijk weer worden teruggedraaid naar de voorgaande versie.
• Tijdens de upgrade zijn alle sites toegankelijk voor bezoekers.
• De oorspronkelijke URL's worden door het upgradeproces omgeleid naar de bijgewerkte versie van de sites. Hierdoor kunnen bezoekers van de site dezelfde URL's blijven gebruiken als voor de upgrade.

Opmerking De URL's die werden gebruikt om toegang te krijgen tot de SharePoint-site blijven functioneel gedurende het upgradeproces. Tijdens een geleidelijke upgrade vinden wel nieuwe URL-toewijzingen plaats. Mogelijk valt het gebruikers dus op dat de oorspronkelijke URL is gewijzigd.

Upgradeproces

Het grootste deel van het upgradeproces vindt plaats op serverniveau. De site-eigenaar en de ontwerper kunnen informatie voor het proces bieden tijdens de volgende twee stadia:

• Nadat de serverbeheerder het hulpprogramma prescan heeft uitgevoerd en voordat de upgrade wordt uitgevoerd
• Nadat de upgrade is uitgevoerd

In de volgende stappen wordt het werkstroomoverzicht voor het upgradeproces beschreven, bestemd voor site-eigenaren en ontwerpers.

1. De serverbeheerder voert het hulpprogramma prescan uit voor alle webservers, controleert logboekbestanden en lost de daarin vermelde problemen op of stuurt deze door ter attentie van de betreffende site-eigenaar of ontwerper, voordat de upgrade wordt uitgevoerd. Voorbeeld:
   • Mogelijk moeten aangepaste webonderdelen opnieuw worden geïmplementeerd na de upgrade.
   • Het kan dan makkelijker zijn om webonderdelen, die zijn gebouwd op Microsoft ASP.NET 1.1 en die vöör de upgrade zijn bewerkt met een obfuscator-hulpprogramma, opnieuw op te bouwen in plaats van deze opnieuw te implementeren na de upgrade.
2. De site-eigenaren controleren of er aanpassingen, inclusief sitesjablonen en wijzigingen in ASPX-kernbestanden, voorkomen op hun sites en noteren de resultaten.
3. De site-eigenaren noteren welk thema is gekoppeld aan de sites, zodat na de upgrade opnieuw een overeenkomstig thema kan worden toegepast.

   Opmerking Windows SharePoint Services 3.0 beschikt niet over dezelfde thema's als Windows SharePoint Services 2.0. Als u wilt dat uw thema na de upgrade hetzelfde uiterlijk houdt, kunt u een aangepast thema maken met de kleuren, lettertypen en elementen die u wilt handhaven.

4. Site-eigenaren geven bezoekers van de site informatie over de te verwachten uitval.
5. De serverbeheerder zendt de betreffende site-eigenaar en ontwerper telkens een bericht als de upgrade van een siteverzameling is uitgevoerd en rapporteert of de upgrade van hun sites is voltooid en of er problemen zijn die nadere aandacht verdienen.

   Behalve in uitzonderlijke gevallen, zoals bij zwevende objecten of beschadigde sites, wordt de upgrade van alle objecten over het algemeen normaal uitgevoerd.

6. Bij een geleidelijke upgrade laat de serverbeheerder de site-eigenaren weten hoe lang de Windows SharePoint Services 2.0-sites worden onderhouden voordat ze worden verwijderd.

   Na een geleidelijke upgrade van een siteverzameling moet de serverbeheerder de Windows SharePoint Services 2.0-sites nog een tijd online houden. In deze periode kunnen site-eigenaren en ontwerpers:

   • Indien nodig de Windows SharePoint Services 2.0-sites en de bijgewerkte sites vergelijken.

   Opmerking Site-eigenaren en ontwerpers moeten de serverbeheerder vragen naar de nieuwe URL's van de Windows SharePoint Services 2.0-sites. Deze zijn immers gewijzigd tijdens de geleidelijke upgrade.

   • Ontbrekende onderdelen van de Windows SharePoint Services 2.0-sites kopiëren naar de bijgewerkte sites.
   • De serverbeheerder vragen een site terug te draaien naar de Windows SharePoint Services 2.0-versie, indien nodig.
7. Site-eigenaren en ontwerpers controleren de functionaliteit van de sites en passen eventuele aanpassingen opnieuw toe. Na een upgrade moet voor elke bijgewerkte site het volgende worden uitgevoerd:
   • Controleer alle hyperlinks. Houd er rekening mee dat in programmacode vastgelegde hyperlinks mogelijk niet meer werken na de upgrade.
   • Controleer de functionaliteit van alle webonderdelen. Implementeer de webonderdelen die niet meer werken opnieuw. Mogelijk moet u webonderdelen die sterk zijn aangepast, zoals onderdelen die zijn bewerkt met een obfuscator-hulpprogramma, eerst opnieuw opbouwen en vervolgens implementeren. Dit komt omdat het obfuscator-hulpprogramma voor ASP.NET 1.1 niet werkt met Microsoft ASP.NET 2.0.
   • Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn. Als een onderdeel verloren is gegaan tijdens een geleidelijke upgrade, kunt u de webpagina van Windows SharePoint Services 2.0 openen met een Windows SharePoint Services‑compatibele webpagina-editor, zoals Microsoft Office SharePoint Designer 2007, en het onderdeel van hieruit kopiëren naar de nieuwe locatie. Dit is niet mogelijk als een interne upgrade is uitgevoerd.
   • Pas de thema's opnieuw toe.

   Opmerking De upgradewizard stelt de thema's voor alle sites opnieuw in op het standaardthema.

8. Voor sites die zijn aangepast in een met Windows SharePoint Services compatibel ontwerpprogramma en waarvan de aanpassingen door de serverbeheerder tijdens de upgrade zijn gehandhaafd, blijft de introductiepagina het uiterlijk houden van een Windows SharePoint Services 2.0-site in plaats van een Windows SharePoint Services 3.0-site. Ook zullen niet alle functies van Windows SharePoint Services 3.0 beschikbaar zijn. Site-eigenaren kunnen aanpassingen meestal het beste verwijderen met de koppeling Sitedefinitie herstellen op de pagina's Site-instellingen. Hierdoor krijgen de aangepaste pagina's de standaardwaarde van de Windows SharePoint Services 3.0-pagina (dat wil zeggen de onaangepaste versie), met inbegrip van alle Windows SharePoint Services 3.0-functies.
9. Site-eigenaren en ontwerpers moeten alle problemen oplossen die in de voorgaande stap zijn gevonden. Als dit niet mogelijk is, kunnen zij de serverbeheerder vragen de bijgewerkte site terug te draaien naar de Windows SharePoint Services 2.0-versie, als een geleidelijke upgrade is uitgevoerd. Als dat niet het geval is, moeten alle problemen eerst worden opgelost.
10. Het upgradeteam geeft de siteleden en -bezoekers de status van hun sites door nadat de bijgewerkte sites zijn gecontroleerd en eventuele problemen zijn opgelost.
11. De serverbeheerder kan Windows SharePoint Services 2.0 verwijderen nadat de upgrade van alle sites is voltooid.