Opmerking Bezoek www.microsoft.com voor de meest recente en uitgebreide informatie.

1. Klik op de bovenste navigatiebalk op Bewerkingen.
2. Klik in de sectie Back-up maken en terugzetten op Back-up terugzetten.
3. Typ het pad van de back-uplocatie in het vak Back-uplocatie, bijvoorbeeld \backup\SharePoint.
4. Klik op OK onder aan de pagina.
5. Selecteer het back-uppakket dat u wilt terugzetten in de lijst back-uppakketten.
6. Klik op Terugzetten starten.
7. Selecteer in de terugzetstructuur de selectievakjes naast de componenten die u wilt terugzetten.
8. Klik op Terugzetten starten.
9. Selecteer een van de volgende opties in de sectie Terugzetopties:
   • Selecteer Nieuwe configuratie. Wanneer u Nieuwe configuratie selecteert, kunt u nieuwe namen, locaties en URL's specificeren voor elke component die wordt teruggezet.
   • Selecteer Dezelfde configuratie. Wanneer u Dezelfde configuratie selecteert, zal elke component de overeenkomstige bestaande component overschrijven door gebruik van dezelfde namen, locaties en URL's als het origineel.
10. Klik op OK onder aan de pagina.

    BelangrijkBij gebruik van SQL-verificatie wordt u bij het terugzetten gevraagd een gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren.

    Op de pagina Status van de back-uptaak en terugzettaak die verschijnt, wordt de voortgang weergegeven. U kunt op Vernieuwen klikken om de status te verversen.