Wanneer u een documentbibliotheek maakt, kunt u een sjabloon instellen zodat een toepasselijk programma wordt uitgevoerd zodra een gebruiker een nieuw document maakt vanuit de bibliotheek. U kunt ook aangepaste sjablonen opgeven voor documentbibliotheken en formulierbibliotheken.

Overzicht

Een standaardbestandstype opgeven wanneer u een bibliotheek maakt

De standaardsjabloon bewerken

Een aangepaste sjabloon opgeven

Overzicht

Wanneer iemand een nieuw bestand maakt in een documentbibliotheek, opent de standaardsjabloon het programma dat u aangeeft met een lege sjabloon.

Als een bibliotheek een standaardsjabloon heeft, wordt deze opgeslagen in de map Formulieren van de bibliotheek. U kunt echter ook een aangepaste sjabloon gebruiken als u specifieke instellingen wilt opgeven of standaardinhoud wilt opnemen in elk bestand, bijvoorbeeld een vrijwaringsverklaring in de voettekst.

Als een gebruiker een bestand maakt met de opdracht Nieuw in de bibliotheek, moet de sjabloon afkomstig zijn uit een programma dat compatibel is met Microsoft Windows SharePoint Services 3.0, zoals Microsoft Office Word 2007. Als het programma dat u wilt gebruiken niet compatibel is, kunt u het bestand in de meeste gevallen toch opslaan en beheren in de bibliotheek. U maakt het bestand dan niet vanuit de documentbibliotheek, maar in het programma, waarna u het later kunt toevoegen aan de bibliotheek. Om beveiligingsredenen worden sommige bestandstypen geblokkeerd op een Windows SharePoint Services-site.

Wanneer u een nieuw bestand maakt in een formulierbibliotheek, is het standaardprogramma een XML-editor die compatibel is met Windows SharePoint Services 3.0. Door de geavanceerde instellingen voor de bibliotheek te wijzigen kunt u echter ook aangeven dat een nieuw formulier moet worden geopend in een browser. Zie de sectie Zie ook voor koppelingen naar meer informatie over het maken van een formulierbibliotheek.

Als er meerdere inhoudstypen(inhoudstype: een herbruikbare groep instellingen voor een inhoudscategorie. Gebruik inhoudstypen om metagegevens, sjablonen en het gedrag van items en documenten op een consistente manier te beheren. Inhoudstypen worden op site-niveau gedefinieerd en gebruikt voor lijsten en bibliotheken.) zijn ingeschakeld en er sjablonen zijn opgegeven voor die inhoudstypen, worden in de bibliotheek de sjablonen gebruikt zoals aangegeven door de inhoudstypen. U moet dan niet de sjablooninstellingen voor de bibliotheek wijzigen, maar de inhoudstypen. Zie de sectie Zie ook voor koppelingen naar meer informatie over inhoudstypen.

Een standaardbestandstype opgeven wanneer u een bibliotheek maakt

Voor documentbibliotheken kunt u kiezen uit een selectie paginatypen en programma's die compatibel zijn met Windows SharePoint Services. Voor formulierbibliotheken is dit afhankelijk van de vraag of er XML-editors of formulierontwerpprogramma's voor XML zijn geïnstalleerd die compatibel zijn met Windows SharePoint Services, zoals Microsoft Office InfoPath 2007.

1. Klik op Alle site-inhoud weergeven en klik vervolgens op Maken op de pagina Alle site-inhoud.

   TipIn de meeste gevallen kunt u het menu Siteacties gebruiken en deze stap overslaan.

2. Klik onder Bibliotheken op Documentbibliotheek of Formulierbibliotheek.
3. Typ een naam voor de bibliotheek in het vak Naam. Dit veld is verplicht.

   De naam die boven aan de bibliotheekpagina wordt weergegeven, gaat deel uitmaken van het adres van de bibliotheekpagina en wordt weergegeven in de navigatiehulpmiddelen waarmee gebruikers de bibliotheek kunnen opzoeken en openen.

4. Typ in het vak Beschrijving een beschrijving of doel van de bibliotheek. De beschrijving is optioneel.

   De beschrijving wordt boven aan de bibliotheekpagina onder de naam van de bibliotheek weergegeven. Als u van plan bent de bibliotheek open te stellen voor inhoud die per e-mail wordt verzonden, kunt u het e-mailadres van de bibliotheek aan de beschrijving toevoegen, zodat anderen de bibliotheek gemakkelijk kunnen vinden.

5. Als u een koppeling naar deze bibliotheek wilt toevoegen op de balk Snelstarten, controleert u of Ja is geselecteerd in de sectie Navigatie.
6. Klik op Ja In de sectie Versiegeschiedenis van Document als u wilt dat er een versie of back-up wordt gemaakt telkens wanneer een bestand wordt ingecheckt in de bibliotheek.
7. Geef in de sectie Documentsjabloon op welk type bestand wordt gebruikt als sjabloon voor nieuwe bestanden in deze documentbibliotheek.
8. Klik op Maken.

De standaardsjabloon bewerken

Volg deze procedure als in de bibliotheek niet meerdere inhoudstypen worden gebruikt. Als in de bibliotheek wel inhoudstypen worden gebruikt, moet u niet deze procedure volgen maar moeten de sjablonen voor elk inhoudstype worden bewerkt.

De standaardsjabloon voor een documentbibliotheek bevindt zich in de map Formulieren. Meestal heeft deze de naam sjabloon.doc, tenzij u het standaardbestandstype hebt gewijzigd.

Als u een programma gebruikt dat niet compatibel is met Windows SharePoint Services 3.0, kunt u de standaardsjabloon niet bewerken. U kunt echter wel een standaardsjabloon uploaden en opgeven die compatibel is met Microsoft Windows SharePoint Services 2.0, zoals Microsoft Office Word 2003. Zie Een aangepaste sjabloon opgeven in dit artikel voor meer informatie.

1. Als de bibliotheek nog niet is geopend, klikt u op de naam van de bibliotheek op de balk Snelstarten.

   Als de naam van uw bibliotheek niet wordt weergegeven, klikt u op Alle site-inhoud weergeven en vervolgens klikt u op de naam van uw bibliotheek.

2. Klik in het menu Instellingen op Instellingen voor Documentbibliotheek.
3. Klik onder Algemene instellingen op Geavanceerde instellingen.
4. Ga naar de sectie Documentsjabloon en klik onder het vak URL van sjabloon op Sjabloon bewerken.

   De sjabloon wordt geopend in een toepassing die compatibel is met Windows SharePoint Services 3.0 en die is gekoppeld aan het bestandstype van de huidige sjabloon. Als de standaardsjabloon bijvoorbeeld een Word-sjabloon is, wordt deze geopend in Office Word 2007, en als de standaardsjabloon een Excel-werkblad is, wordt deze geopend in Microsoft Office Excel 2007.

5. Maak de gewenste wijzigingen en sla de sjabloon op. Sluit het programma als u het niet meer nodig hebt of ga naar de SharePoint-site.
6. Klik op de SharePoint-site op OK onder aan de pagina Geavanceerde instellingen van documentbibliotheek.

Een aangepaste sjabloon opgeven

Als u een andere sjabloon wilt opgeven, moet u deze eerst maken in een programma dat compatibel is met Windows SharePoint Services 3.0, zoals Office Word 2007, en vervolgens opslaan in de map Formulieren van een bibliotheek. Vanuit de bibliotheek kunt u vervolgens het adres van de aangepaste sjabloon opgeven.

De standaardsjabloon voor een documentbibliotheek bevindt zich in de map Formulieren. Meestal heeft deze de naam sjabloon.doc, tenzij u het standaardbestandstype voor het te maken bestand hebt gewijzigd.

1. Maak de aangepaste sjabloon en sla deze op in een programma dat compatibel is met Windows SharePoint Services 3.0. Noteer de locatie van de sjabloon en ga naar Windows SharePoint Services.
2. Als de bibliotheek nog niet is geopend, klikt u op de naam van de bibliotheek op de balk Snelstarten.

   Als de naam van uw bibliotheek niet wordt weergegeven, klikt u op Alle site-inhoud weergeven en vervolgens klikt u op de naam van uw bibliotheek.

3. Klik in het menu Acties op Openen met Windows Verkenner.
4. Blader in Windows Verkenner naar de aangepaste sjabloon die u hebt gemaakt.
5. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en klik vervolgens op Kopiëren in het snelmenu.
6. Klik op de knop Vorige tot u bij de bibliotheek bent teruggekeerd en klik vervolgens op de map Formulieren om deze te openen.
7. Klik met de rechtermuisknop in een leeg gebied in het mapvenster en klik vervolgens op Plakken in het snelmenu.
8. Sluit Windows Verkenner en keer terug naar de bibliotheek op de site.
9. Klik in het menu Instellingen op Instellingen voor Documentbibliotheek.
10. Klik onder Algemene instellingen op Geavanceerde instellingen.
11. Ga naar de sectie Documentsjabloon en typ het adres van de aangepaste sjabloon in het vak URL van sjabloon. De locatie is het webadres van de sjabloon op de SharePoint-site, die samenhangt met de naam van de site. Als de sjabloon bijvoorbeeld Watermerk.dotx heet en u deze wilt toevoegen aan de map Formulieren van de bibliotheek met gedeelde documenten, typt u /Gedeelde documenten/Formulieren/Watermerk.dotx in het vak URL van sjabloon.

Als de instellingen in het vak Documentsjabloon niet beschikbaar zijn, heeft een beheerder mogelijk meerdere inhoudstypen ingesteld. Als u wilt zien of er meerdere inhoudstypen zijn ingeschakeld, gaat u naar de sectie Inhoudstypen en controleert u of Ja is geselecteerd onder Beheer van inhoudstypen toestaan?.

Opmerking Als er meerdere inhoudstypen zijn ingeschakeld, moet de sjabloon voor elk inhoudstype worden aangepast.