Berekent de hypergeometrische verdeling. HYPGEO.VERD berekent de kans van een bepaald aantal gunstige uitkomsten in een steekproef, op basis van de grootte van de steekproef, het aantal gunstige uitkomsten in de populatie en de grootte van de populatie. U kunt HYPGEO.VERD gebruiken voor opgaven met een beperkte populatie, waarbij elke observatie ofwel een gunstig ofwel een ongunstig resultaat is en waarbij elke subset van een bepaalde grootte wordt gekozen met gelijke waarschijnlijkheid.

Syntaxis

HYPGEO.VERD(steekproef-gunstig;grootte-steekproef;populatie-gunstig;grootte-populatie)

Steekproef-gunstig   is het aantal gunstige uitkomsten in de steekproef.

Grootte-steekproef   is de grootte van de steekproef.

Populatie-gunstig   is het aantal gunstige uitkomsten in de populatie.

Grootte-populatie   is de grootte van de populatie.

Opmerkingen

• Alle argumenten worden afgekapt op gehele getallen.
• Als één van de argumenten niet-numeriek is, retourneert HYPGEO.VERD de foutwaarde #WAARDE!.
• Als steekproef-gunstig < 0 of groter is dan de kleinste waarde van grootte-steekproef of populatie-gunstig, retourneert HYPGEO.VERD de foutwaarde #GETAL!.
• Als steekproef-gunstig kleiner is dan de grootste waarde van 0 of (grootte-steekproef - grootte-populatie + populatie-gunstig), retourneert HYPGEO.VERD de foutwaarde #GETAL!.
• Als grootte-steekproef < 0 of als grootte-steekproef > grootte-populatie is, retourneert HYPGEO.VERD de foutwaarde #GETAL!.
• Als populatie-gunstig < 0 of als populatie-gunstig > grootte-populatie is, retourneert HYPGEO.VERD de foutwaarde #GETAL!.
• Als grootte-populatie < 0 is, retourneert HYPGEO.VERD de foutwaarde #GETAL!.
• De vergelijking voor de hypergeometrische verdeling is:
  

  waarbij:

  x = steekproef-gunstig

  n = grootte-steekproef

  M = populatie-gunstig

  N = grootte-populatie

HYPGEO.VERD wordt gebruikt voor steekproeven zonder vervanging uit een beperkte populatie.

Voorbeeld

Een schaal met chocolaatjes bevat 20 stuks. Acht stuks zijn karamelsnoepjes en de overige 12 zijn chocolaatjes met nootjes. Als iemand er willekeurig 4 uitkiest, wordt met de volgende functie berekend hoe groot de kans is dat precies 1 van de chocolaatjes een karamelsnoepje is.