Meer informatie
Profielinstellingen Microsoft Outlook
Microsoft Outlook is een Windows Messaging-toepassing waarvoor een Windows Messaging-profiel nodig is. In een profiel worden de e-mailinstellingen en -services van de gebruiker nader beschreven. Doorgaans worden de profielen geconfigureerd met de toepassing Post in het Configuratiescherm van Windows.
Wanneer een gebruiker Microsoft Outlook de eerste keer start op een systeem zonder Windows Messaging-profiel, genereert Outlook automatisch een profiel. Het standaardprofiel voor Microsoft Outlook omvat services voor persoonlijke mappen en voor het adresboek van Outlook. Nadat Microsoft Outlook is gestart, kunnen gebruikers services toevoegen voor Internet Mail, Microsoft Mail, Lotus cc:Mail of andere berichtensystemen.
Systeembeheerders kunnen de standaardprofielinstellingen in het bestand OUTLOOK.PRF aanpassen voor of na de installatie van Outlook, maar voordat Outlook de eerste keer door de gebruiker wordt gestart.
Installatie van het Outlook-profiel
Als er reeds een geldig Windows Messaging-profiel in het systeem aanwezig is, gebruikt Outlook dit profiel en wordt geen nieuw profiel gegenereerd.
Als geen geldig profiel aanwezig is, genereert Outlook een profiel. De installatie van het Outlook-profiel wordt uitgevoerd met NEWPROF.EXE, een hulpprogramma dat bij het Windows Messaging System wordt geleverd. Wanneer de gebruiker Outlook de eerste keer start, zoekt Outlook naar het bestand OUTLOOK.PRF in de map Windows van de gebruiker en wordt gecontroleerd of de instelling Custom=1 aanwezig is in de sectie [General]. Vervolgens wordt NEWPROF.EXE uitgevoerd om een nieuw profiel te maken op basis van de instellingen in OUTLOOK.PRF.
Als OUTLOOK.PRF niet wordt aangetroffen, start Outlook de wizard Postvak IN instellen van Windows Messaging.
Beheerders van Exchange Server
Beheerders van Exchange Server moeten het standaardprofielbestand OUTLOOK.PRF vervangen. In het standaardprofiel wordt Persoonlijke mappen (een lokaal .PST-bestand) aangeduid als de standaardberichtenopslag en wordt de service Exchange Server niet vermeld. Beheerders van Exchange moeten het bestand EXCHANGE.PRF van de Office Resource Kit naar het gedeelde station voor de Outlook-installatie kopiëren. Vervolgens moet in het bestand de juiste instelling voor HomeServer= worden opgenomen en moet de naam worden gewijzigd in OUTLOOK.PRF.
De instelling HomeServer=
De instelling HomeServer= is nodig voor de automatische configuratie van een Outlook-profiel voor gebruikers van Exchange Server. De vermelde server kan elke willekeurige server in het Exchange-domein zijn en hoeft niet de specifieke homeserver van de gebruiker te zijn. Outlook doorzoekt de gebruikersmap van de server die u opgeeft en stelt de juiste servernaam in.
Als bijvoorbeeld in hetzelfde Exchange Server-domein drie servers aanwezig zijn (Server1, Server2 en Server3), kunt u één bestand OUTLOOK.PRF voor alle Outlook-installaties maken met daarin de instelling HomeServer=Server1. Outlook vervangt Server1 door de juiste servernaam voor elke gebruiker.
U moet afzonderlijke OUTLOOK.PRF-bestanden met specifieke servernamen maken voor het verwerken van trage koppelingen of hiaten in uw WAN (wide-area network). Gebruikers die Outlook bijvoorbeeld in Europa installeren, moeten worden gekoppeld met een Exchange Server in Europa en niet in Noord-Amerika.
Als Outlook de gebruikersnaam in de gebruikersmap van de opgegeven Exchange Server niet herkent, wordt Outlook niet gestart. Gebruik de toepassing Post in het Configuratiescherm van Windows om de juiste waarden voor de postbusnaam en servernaam van de gebruiker op te geven en start Outlook vervolgens opnieuw.
Beheerders van Microsoft Mail-postkantoren
Het bestand EXCHANGE.PRF in de Office Resource Kit bevat tevens een lijst met client-instellingen voor de berichtenservice van het Microsoft Mail-postkantoor. U kunt het bestand EXCHANGE.PRF wijzigen zodat de service Microsoft Mail in plaats van de service Exchange Server wordt geïnstalleerd.
Gebruikersopties voor Outlook configureren tijdens de installatie van het profiel
Sommige gebruikersopties voor Outlook kunnen tijdens de installatie van het profiel worden geconfigureerd door het bestand OUTLOOK.PRF te wijzigen. De volledige lijst met geldige instellingen is opgenomen in het bestand EXCHANGE.PRF in de Office Resource Kit. De volgende opties kunnen worden geconfigureerd:
- EmptyWastebasket - geeft aan dat de map Verwijderde items permanent wordt leeggemaakt wanneer Outlook wordt gesloten. De standaardinstelling is False.
- SelectEntireWord - bij het selecteren van tekst worden automatisch hele woorden geselecteerd. De standaardinstelling is True.
- AfterMoveMessage - opent het volgende bericht, vorige bericht of geen bericht na het verwijderen van het huidige bericht. De standaardinstelling is het vorige bericht.
- CloseOriginalMessage - sluit het oorspronkelijke bericht wanneer de gebruiker een bericht beantwoordt of doorstuurt. De standaardinstelling is False.
- GenReadReceipt - verzoekt om een leesbevestiging voor elk bericht dat wordt verzonden. De standaardinstelling is False.
- GenReadReceipt - verzoekt om een afleveringsbevestiging voor elk bericht dat wordt verzonden. De standaardinstelling is False.
- DefaultSensitivity - bepaalt het standaard gevoeligheidsniveau voor nieuwe berichten. De standaardinstelling is Normal.
- DefaultSensitivity - bepaalt het standaard prioriteitsniveau voor nieuwe berichten. De standaardinstelling is Normal.
- SaveSentMail - geeft aan dat alle verzonden berichten worden opgeslagen in de map Verzonden items. De standaardinstelling is True.
Installatie van het Outlook-profiel uitschakelen
Als u de installatie van het Outlook-profiel wilt uitschakelen, kopieert u het bestand NONE.PRF van de Office Resource Kit naar het station met de gedeelde installatie en wijzigt u de naam in OUTLOOK.PRF.
Meer informatie
Het Help-bestand Microsoft Technical Support op de cd Tools and Utilities van de Office 97 Resource Kit bevat nuttige informatie over Outlook en andere Microsoft Office 97-producten. Dit Help-bestand bevat de Knowledge Base-artikelen die geschreven zijn door het team voor technische ondersteuning van Microsoft. Hieronder vindt u een aantal handige artikelen over Outlook en profielen. U kunt deze artikelen vinden door het Help-bestand Microsoft Technical Support te openen en te dubbelklikken op 'Outlook KB articles' op het tabblad Contents.
- XCLN: NEWPROF.EXE Command Line Options, artikelnummer:145905, revisiedatum: 25.07.96
- XCLN: How to Change Location of Offline Address Book Files, artikelnummer:148493, revisiedatum: 12.08.96
- XCLN: Newprof Can Tell New Profiles to Deliver Mail to PST, artikelnummer:149852, revisiedatum: 25.07.96
- XADM: Where Newprof.exe Gets the Username, artikelnummer:148198, revisiedatum: 25.07.96
- XCLN: Creating Default User Profiles, artikelnummer:147352, revisiedatum: 25.07.96
- XCLN: Description of the Profile Descriptor File, artikelnummer:148664, revisiedatum: 25.07.96
U kunt ook naar de Microsoft Exchange Knowledge Base gaan op
http://www.microsoft.com/exchangesupport/en zoeken naar 'NEWPROF'. Op deze site kunt u de bovenstaande artikelen terugvinden, alsmede alle nieuwe artikelen die zijn gepubliceerd na de totstandkoming van deze lijst.
Referenties
Bijlage A, 'Tools and Utilities', van de Microsoft Office 97 Resource Kit bevat aanvullende informatie over het beheren van Outlook 97-profielen tijdens de installatie. De Microsoft Office 97 Resource Kit is een uitgave van Microsoft Press (ISBN-nummer: 1-57231-329-3). U kunt de Microsoft Office 97 Resource Kit echter ook on line bekijken op de volgende Microsoft-website:
OPMERKING: de website van Microsoft wordt voortdurend bijgewerkt. Hierdoor is het mogelijk dat het genoemde Internet-adres zonder voorafgaande kennisgeving wordt gewijzigd. Ga in dat geval naar de introductiepagina van Microsoft op het volgende adres: