Meer informatie

1. Breng alle openbare mappen, waaronder systeemmappen, onder op een andere Exchange 2000 Server-computer op de site. In de rest van dit artikel wordt naar deze andere server verwezen als de 'doelserver'. Naar de server die wordt verwijderd, wordt verwezen als de 'bronserver'.
   1. Start Exchange System Manager (ESM), vouw Administrative Groups uit, vouw de naam uit van de beheergroep, vouw Folders uit en vouw vervolgens Public Folders uit.
   2. Klik met de rechtermuisknop op de bovenste map in de lijst met openbare mappen en klik vervolgens op Properties.
   3. Open het tabblad Replication en klik op Add.
   4. Selecteer in het vak Select a Public Store de naam van de server waarop u een replica van deze openbare map wilt plaatsen (de doelserver) en klik op OK.
   5. Klik op Apply en vervolgens op OK.
   6. Als deze openbare map submappen heeft en u hiervan tevens een replica op de doelserver wilt plaatsen, klikt u met de rechtermuisknop op de bovenste map in de lijst met openbare mappen, klikt u op All Tasks en vervolgens op Propagate Settings.
   7. Schakel in het vak Propagate Folder Settings het selectievakje Replicas in en klik op OK. Nadat u deze stap hebt uitgevoerd, krijgen alle submappen van de betreffende bovenste map in de mappenlijst een replica op de doelserver.
      
      Opmerking Voor optimale prestaties is het niet altijd aan te raden om op een andere server replica's te maken van alle submappen van de bovenste map in de mappenlijst. U moet dit scenario goed overwegen voordat u deze procedure uitvoert.
      Voor meer informatie klikt u op de volgende artikelnummers in de Microsoft Knowledge Base:
      

      273479Beschrijving van de verwijzingsfuncties voor openbare mappen in Exchange 2000 Server en Exchange Server 2003

      169198Tips voor het beheer van openbare mappen

   8. Herhaal stap a tot en met g voor elke bovenste map in de mappenlijst en de bijbehorende submappen die u op een andere server wilt onderbrengen.
   9. Nadat de replica's zijn gemaakt op de doelserver (wacht totdat het repliceren is voltooid), controleert u of de replicamappen zijn gesynchroniseerd met de bronmappen. Geef hiervoor de eigenschappen van de betreffende openbare map weer, open het tabblad Replication en klik op Details. De kolom Replication Status geeft In Sync aan.
   10. Nadat u hebt gecontroleerd of de replica's zijn gesynchroniseerd, herhaalt u stap a tot en met g. Bij stap c klikt u echter in de sectie Replicate content to these public stores op de naam van het archief met openbare mappen op de bronserver, klikt u op Remove, klikt u op Apply en klikt u vervolgens op OK.
2. Breng de map Offline Address Book op een andere server onder:
   1. Start Exchange System Manager (ESM), vouw Administrative Groups uit, vouw de naam uit van de beheergroep, vouw Folders uit en klik op Public Folders.
   2. Klik met de rechtermuisknop op Public Folders en klik op View System Folders.
      
      Opmerking Als u de optie View System Folders niet kunt zien, bevindt u zich al in de weergave met systeemmappen.
   3. Vouw de map Offline Address Book uit.
   4. Klik met de rechtermuisknop op de map /o=naam van organisatie/cn=addrlists/cn=oabs/cn=Default Offline Address List en klik op Properties.
      
      Opmerking Als in een bericht wordt gemeld dat de e-mailproxy voor deze map niet kan worden gevonden, klikt u op OK.
   5. Voeg een replica van deze map toe aan de doelserver, zoals beschreven in stap 1.
   6. Vouw de map /o=naam van organisatie/cn=addrlists/cn=oabs/cn=Default Offline Address List uit en klik op de map OAB Version 2. Klik met de rechtermuisknop op deze map en klik op Properties.
   7. Voeg een replica van deze map toe aan de doelserver, zoals beschreven in stap 1.
   8. Nadat de replica's zijn gemaakt op de doelserver (wacht totdat het repliceren is voltooid), controleert u of de replicamappen zijn gesynchroniseerd met de bronmappen. Geef hiervoor de eigenschappen van de betreffende openbare map weer, open het tabblad Replication en klik op Details. De kolom Replication Status geeft In Sync aan.
   9. Nadat u hebt gecontroleerd of de replica's zijn gesynchroniseerd, verwijdert u de replica van deze map van de bronserver, zoals beschreven in stap 1.
3. Wijzig de server die verantwoordelijk is voor het genereren van de offline adreslijst:
   1. Start Exchange System Manager, vouw Recipients uit en klik op de container Offline Address Lists.
   2. Klik in het rechterdeelvenster met de rechtermuisknop op Default Offline Address List en klik op Properties.
   3. In het dialoogvenster Default Offline Address List Properties bevindt de server die uit de site wordt verwijderd zich in het vak Offline address list server.
   4. Klik op Browse.
   5. Typ de naam van de server waaraan de replica van het offline adresboek is toegevoegd in stap 2. Klik op OK.
      
      De nieuwe server wordt nu weergegeven als de Offline address list server.
   6. Klik op OK.
      
      Opmerking Wellicht moet u Exchange System Manager afsluiten en opnieuw starten voordat de wijziging wordt weergegeven.
4. Breng de map Schedule+ Free Busy onder op een nieuwe server:
   1. Start Exchange System Manager, vouw Administrative Groups uit en vouw de naam van uw beheergroep uit. Vouw Folders uit en klik op Public Folders.
   2. Klik met de rechtermuisknop op Public Folders en klik op View System Folders.
      
      Opmerking Als u de optie View System Folders niet kunt zien, bevindt u zich al in de weergave met systeemmappen.
   3. Vouw de map Schedule+ Free Busy uit.
   4. Klik met de rechtermuisknop op de map EX:/o=naam van organisatie/ou=naam van beheergroep en klik op Properties.
      
      Opmerking Als in een bericht wordt gemeld dat de e-mailproxy voor deze map niet kan worden gevonden, klikt u op OK.
   5. Voeg een replica van deze map toe aan de doelserver, zoals beschreven in stap 1.
   6. Nadat de replica's zijn gemaakt op de doelserver (wacht totdat het repliceren is voltooid), controleert u of de replicamappen zijn gesynchroniseerd met de bronmappen. Geef hiervoor de eigenschappen van de betreffende openbare map weer, open het tabblad Replication en klik op Details. De kolom Replication Status geeft In Sync aan.
   7. Nadat u hebt gecontroleerd of de replica's zijn gesynchroniseerd, verwijdert u de replica van deze map van de bronserver, zoals beschreven in stap 1.
5. Breng de map Organization Forms onder op een andere server. Als de map Organization Forms is ondergebracht op de server die u uit bedrijf wilt nemen en als zich op deze server de enige replica bevindt, moet u de map Organization Forms repliceren naar een andere server in de site. Als u de map Organization Forms niet repliceert, reageren clients niet meer bij het openen van door het systeem gegenereerde berichten, zoals NDR's (non-delivery reports) en leesbevestigingen. Voer de volgende stappen uit om de map Organization Forms onder te brengen op een andere server:
   1. Start Exchange System Manager.
   2. Vouw Administrative Groups uit en vouw vervolgens de naam van uw beheergroep uit.
   3. Vouw Folders uit, klik met de rechtermuisknop op Public Folders en klik op View System Folders.
      
      Opmerking Als u de optie View System Folders niet kunt zien, bevindt u zich al in de weergave met systeemmappen.
   4. Vouw de map EFORMS REGISTRY uit. Als er geen bibliotheekmap Organization Forms aanwezig is, kunt u stap 5e tot en met 5h negeren.
   5. Klik met de rechtermuisknop op de map Organizational Forms en klik op Properties.
      
      Opmerking Als in een bericht wordt gemeld dat de e-mailproxy voor deze map niet kan worden gevonden, klikt u op OK.
   6. Voeg een replica van deze map toe aan de doelserver. Zie stap 1 voor instructies.
   7. Wacht totdat de replica's op de doelserver zijn gemaakt en het repliceren is voltooid. Controleer vervolgens of de replicamappen zijn gesynchroniseerd met de bronmappen. Geef hiervoor de eigenschappen van de betreffende openbare map weer, open het tabblad Replication en klik op Details. De kolom Replication Status geeft In Sync aan.
   8. Nadat u hebt gecontroleerd of de replica's zijn gesynchroniseerd, verwijdert u de replica van deze map van de bronserver. Zie stap 1 voor instructies.
6. Breng de Recipient Update Service (RUS) onder op een andere server:
   1. Vouw in Exchange System Manager de container Recipients uit en klik op Recipient Update Services.
   2. In het rechterdeelvenster ziet u de beschikbare Recipient Update Services. Klik op de kolom Exchange Server om de beschikbare Recipient Update Services te sorteren op de Exchange Server-computer die als host optreedt.
   3. Voor elke Recipient Update Service waarvoor de Exchange 2000 Server-computer die u wilt verwijderen als host optreedt, opent u de eigenschappen van de betreffende Recipient Update Service. Klik op Browse naast de naam van de Exchange 2000 Server-computer en selecteer een andere Exchange 2000 Server-computer als nieuwe hostserver voor de Recipient Update Service.
7. Als deze server de routeringsgroepmaster is, moet u een andere server toewijzen als routeringsgroepmaster.
   
   Daartoe gaat u als volgt te werk: vouw onder Routing Groups de map Members uit, klik met de rechtermuisknop op de server die u wilt toewijzen als de nieuwe routeringsgroepmaster en klik vervolgens op Set As Master.
   Klik op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base voor meer informatie:
   

   239556De functie van een server binnen een routeringsgroep wijzigen

8. Als op deze Exchange 2000 Server-computer de Site Replication Service (SRS) is geïnstalleerd en deze service hierop wordt uitgevoerd, moet u een nieuwe SRS maken in Exchange System Manager:
   1. Start Exchange System Manager op de Exchange 2000 Server-computer waarop u de SRS wilt maken en vouw Tools uit.
   2. Klik met de rechtermuisknop op Site Replication Service, klik op New en klik op Site Replication Service. Als u de prompt Are you sure you want to install a new Site Replication Service on this server (naam van server) ziet, klikt u op Yes.
   3. Als u de prompt In order to create a Site Replication Service on the local machine, enter the password for the Exchange service account (Domein\serviceaccount) ziet, typt u het wachtwoord voor de serviceaccount van Exchange. Hiermee wordt de SRS gemaakt. Tevens wordt een hieraan gekoppelde verbindingsovereenkomst gemaakt.
      Klik op het volgende artikelnummer in de Microsoft Knowledge Base voor meer informatie:
      

      255285Een extra site-replicatieservice maken voor een gemengde site

9. Als deze Exchange 2000 Server-computer als host fungeert voor connectors, moeten deze op een andere server worden ondergebracht voordat u deze Exchange 2000 Server-computer uit de site verwijdert. Als deze server de uitbreidingsserver voor distributiegroepen is, moet u ervoor zorgen dat een andere server deze verantwoordelijkheid krijgt.
10. Plaats de cd-rom van Exchange 2000 Server in de Exchange 2000 Server-computer en klik op Remove voor elk geïnstalleerd onderdeel.